home

Na een vroeggeboorte weer zwanger : de kans op nog een vroeggeboorte kleiner maken

Bij een vroeggeboorte is de baby geboren voordat u 37 weken zwanger was. Als u al een keer een vroeggeboorte heeft gehad, is de kans op nog een vroeggeboorte groter. U kunt zelf dingen doen om de kans kleiner te maken dat uw baby te vroeg geboren wordt. Soms kunt u een behandeling krijgen om de kans op vroeggeboorte kleiner te maken.

Over een vroeggeboorte

Een zwangerschap duurt meestal tussen de 37 en 42 weken. Als u eerder bevalt dan 37 weken, heet het een vroeggeboorte. 4 van de 100 vrouwen bevallen eerder dan 37 weken.

Vrouwen die al een keer een vroeggeboorte hebben gehad, hebben meer kans op nog een vroeggeboorte. 20 van de 100 vrouwen bevallen bij een volgende zwangerschap eerder dan 37 weken.

Een te vroeg geboren baby is nog niet helemaal klaar om te leven buiten de baarmoeder. De baby kan snel ziek worden en soms overlijden. Hoe jonger de baby is bij de geboorte, hoe groter de kans dat de baby ziek wordt of overlijdt.
Te vroeg geboren baby’s verblijven op de afdeling Neonatologie.

Er is geen behandeling die kan zorgen dat een baby niet te vroeg geboren wordt. Soms kunt u wel een behandeling krijgen om de kans op een vroeggeboorte kleiner kan maken: 

  • behandeling met het hormoon progesteron
  • een bandje om de baarmoedermond

Uw arts of verloskundige bespreekt met u welke behandeling u kunt krijgen.

Wat u zelf kunt doen

Stoppen met roken en drugs

Als u rookt of marihuana of andere drugs gebruikt, heeft u meer kans op een vroeggeboorte. Als u stopt voordat u 12 weken zwanger bent, wordt de kans op een vroeggeboorte met 33% kleiner.

Overdag werken

De kans op een vroeggeboorte is groter als u tijdens de nacht werkt. Bespreek daarom met uw leidinggevende of u overdag kunt werken. U kunt het ook met de bedrijfsarts van uw werk bespreken.

Actief blijven

U kunt net zo actief blijven als u voor de zwangerschap was. U hoeft overdag niet te gaan slapen of rusten. De kans op een vroeggeboorte wordt niet kleiner als u wel extra slaapt of rust. 

Onderzoek

Vrouwen die zijn bevallen tussen week 34 en week 37

U krijgt onderzoeken zoals alle vrouwen die zwanger zijn en onder controle zijn in het ziekenhuis.

Vrouwen die zijn bevallen voor week 34

De arts of verloskundige meet een aantal keren de lengte van de baarmoederhals via een inwendige echo. De meting gebeurt tussen 15 en 24 weken zwangerschap. Bij een inwendige echo bekijkt de arts via de vagina uw baarmoederhals. Het meten van de baarmoederhals duurt een paar minuten en doet meestal geen pijn. U leest hier meer over op de webpagina: Meten van de baarmoederhals.

Behandeling

Hormoon progesteron

Als u voor week 36 zwangerschap bent bevallen, kunt u een behandeling met progesteron krijgen. 
Progesteron is een natuurlijk hormoon dat belangrijk is om zwanger te worden en zwanger te blijven. 
U krijgt van uw arts het medicijn Utrogestan, waar progesteron in zit. 
Uw arts geeft u het advies om tussen 16 en 36 weken zwangerschap 1 keer per dag een tablet in uw vagina te brengen. Doe dit voor u gaat slapen, dan heeft u zo min mogelijk last van de afscheiding.

Bijwerkingen

Door het medicijn Utrogestan kunt u  wat meer afscheiding krijgen. U kunt heel soms last krijgen van hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, sombere gevoelens, jeuk aan de vagina, uitslag en buikkrampen. 
Progesteron lijkt veilig voor de baby. Het is niet duidelijk wat het effect op lange termijn is. 

Kosten

Vaak moet u zelf een deel van de kosten van het medicijn betalen. Uw zorgverzekeraar kan u er meer over vertellen. De eigen bijdrage voor  Utrogestan is € 2,81 per 30 tabletten.

Bandje om de baarmoedermond

Als voor week 24 van uw zwangerschap de baarmoederhals erg kort is, kunt u soms een operatie krijgen. Bij de operatie plaatst de arts een bandje om de baarmoedermond. Dit bandje heet ook wel een cerclage. Het bandje maakt de kans op een vroeggeboorte kleiner. 
De plaatsing van de cerclage gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dit betekent dat u in de ochtend naar het ziekenhuis komt en vaak aan het eind van de dag weer naar huis kunt. Soms moet u wat langer blijven. 
Voor de plaatsing krijgt u narcose of een ruggenprik. U voelt hierdoor niets van de plaatsing. Het is veilig voor u en de baby.

Risico’s

Elke ingreep heeft risico’s. Bij een plaatsen van een cerclage kunnen de vliezen breken. Andere klachten zijn dat u het bandje voelt. U kunt ook last hebben van bloedverlies en afscheiding.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: