home

Morbus Bowen : vroege vorm van huidkanker

Bij Morbus Bowen of de huidziekte van Bowen zitten er in de bovenste laag van de huid afwijkende huidcellen. Deze afwijkende cellen zijn een vroege vorm van huidkanker. De huid krijgt ruwe, roze plekjes of een andere kleur. Als Morbus Bowen niet behandeld wordt, kunnen de afwijkende huidcellen verder groeien in diepere lagen van de huid.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is de huidziekte van Bowen?

De huidziekte van Bowen is een ruw plekje op uw huid. Het heeft een andere kleur dan de rest van uw huid. Bijvoorbeeld roze of rood.

Het komt door veel zonlicht op de huid. De plekjes zitten meestal op uw gezicht, uw handen of onderarmen. En boven op uw hoofd als u kaal bent. Op deze plekken komt het vaakst zonlicht.

De huidziekte van Bowen komt vooral voor bij mensen van 70 jaar of ouder.

Is de huidziekte van Bowen gevaarlijk?

Bij de huidziekte van Bowen kan een plekje veranderen in een soort huidkanker: plaveiselcelkanker.
 

Wat merkt u van de huidziekte van Bowen?

U merkt dat er 1 of meer ruwe plekjes op uw huid zitten:

  • Het plekje is niet rond. Het kan allerlei vormen hebben.
  • Het plekje heeft meestal een andere kleur dan de rest van uw huid. Bijvoorbeeld rood of roze.
  • Het plekje heeft duidelijke randen. Er is een duidelijke grens tussen het plekje en de huid eromheen.
  • Het plekje groeit heel langzaam.
  • Het plekje kan velletjes of korstjes hebben. Korstjes en schilfers kunnen er vanzelf afgaan.

De plekken zitten meestal op:

  • neus
  • wenkbrauw
  • ooglid
  • jukbeen
  • oor
  • lip
  • voorhoofd
  • een kaal hoofd
  • handen en onderarmen
  • voeten en onderbenen

Dit zijn vaak plekken waar jarenlang veel zonlicht op is gekomen.

Soms zit de huidziekte van Bowen op de penis, de buitenste delen van de vagina of in de bilspleet.

Waardoor ontstaat de huidziekte van Bowen?

De kans op de huidziekte van Bowen is groter:

  • als u jarenlang zonlicht op uw huid heeft gehad
  • als u veel straling van de zonnebank heeft gehad
  • als uw huid in het verleden vaak door de zon is verbrand
  • als u als kind veel in de zon was
  • als u een lichte huid, lichte ogen, sproeten, lichtblond of rood haar heeft, en makkelijk verbrandt in de zon
  • als u bestraling of licht-behandeling (PUVA) heeft gehad in het ziekenhuis
  • als u medicijnen gebruikt die uw afweer minder maken, of als u deze jarenlang heeft gebruikt
    Bijvoorbeeld prednison of chemotherapie.
  • als u rookt
  • als u lange tijd een kapotte huid heeft, zoals een open been

Behandeling van de huidziekte van Bowen

Wat de behandeling is, hangt af van hoe zeker de huisarts is dat het de huidziekte van Bowen is:

Als de huisarts twijfelt of het de huidziekte van Bowen is

Soms twijfelt de huisarts of uw plekje wel de huidziekte van Bowen is. Om het zeker te weten, haalt de huisarts dan een klein stukje uit het plekje. Dit heet een biopt.
Dit gebeurt met een soort klein appelboortje. De huisarts stuurt het stukje huid daarna op voor onderzoek in het laboratorium.

Behandeling bij de huisarts

Als het de huidziekte van Bowen is, haalt de huisarts het ruwe plekje weg. Dat kan op deze manieren:

  • het plekje wegsnijden
    U krijgt eerst een prik die de huid verdooft. Dan snijdt de huisarts de plek weg. Vaak snijdt de huisarts ook een smal randje gezonde huid mee. Zo is de kans extra groot dat het plekje in één keer helemaal weg is. Het wondje wordt gehecht.
    De huisarts stuurt het stukje huid op voor onderzoek in het laboratorium.
     
  • het plekje bevriezen met stikstof
    De huisarts gebruikt hiervoor een wattenstaafje. Dat doopt de huisarts in vloeibare stikstof en drukt dat op het plekje. Bevriezen kan ook met een pen of spray met stikstof. Dat geeft een brandend, prikkend gevoel.
    Het plekje bevriest en er kan een blaar op komen. Die is na een paar dagen weer weg.
    U kunt een littekentje krijgen. Het plekje kan ook lichter of donkerder blijven. Vooral als u een donkere huid heeft.
  • het plekje insmeren met de crème fluorouracil
    Dit is een soort chemotherapie op de huid.
    U kunt deze crème zelf 2 keer per dag voorzichtig op de plekjes doen. U moet dat 4 weken doen.
    Was uw handen goed na het insmeren.
    Op de plekken waar de crème zit, reageert de huid heftig. Het lijkt dan alsof het veel erger wordt: De huid gaat jeuken en wordt roder of dikker. En er komen korstjes of zweertjes op.
    Doe geen pleisters of verband over de plekjes die u insmeert.
    Een paar weken nadat u gestopt bent met smeren, wordt de huid beter.
    U mag niet zwanger worden of zijn als u deze crème gebruikt. Door de crème kan uw baby geboren worden met een handicap. Gebruik daarom een voorbehoedmiddel.
    Bent u met de crème gestopt, blijf dan nog 3 maanden langer het voorbehoedmiddel gebruiken.
    Als u borstvoeding geeft, mag u deze crème ook niet gebruiken.

Uw huisarts bespreekt met u wat er mogelijk is en wat de voordelen en nadelen zijn. Samen beslissen jullie welke behandeling het beste is voor u. Dit hangt bijvoorbeeld af van waar het ruwe plekje zit en van wat u belangrijk vindt.

Soms behandeling in het ziekenhuis

Heeft u een grotere plek op uw huid? Of zit er weinig rek in de huid van uw ruwe plek? Of is de plek terug gekomen? Dan stuurt de huisarts u door naar de huid-arts (dermatoloog) in het ziekenhuis.

De huid-arts snijdt de plek weg. En maakt de wond dicht met een stukje huid van ergens anders op uw lichaam. Bijvoorbeeld een stukje huid van achter uw oor om een plek op uw gezicht mee dicht te maken.

Hoe gaat het verder na de huidziekte van Bowen?

Na het wegsnijden wordt uw plekje bekeken in het laboratorium. De huisarts vertelt u wat er in het laboratorium is gezien.

Na bevriezen of na de crème fluorouracil controleert de huisarts uw huid na 3 maanden. Dan is goed te zien of het plekje weg is.

Is het plekje weg?

Als het plekje weg is, hoeft u niet meer op controle te komen.
Blijf zelf uw huid goed controleren:

  • Kijk op de plaats waar het plekje zat extra goed of er een plekje terugkomt. Zoals een ruw plekje, knobbeltje, verkleuring of korstje.
    Kunt u de plek zelf niet zien? Zoals op uw rug of boven op uw hoofd? Laat dan iemand anders regelmatig kijken.
  • Kijk ook of u op de rest van uw huid nieuwe plekjes krijgt.

En bescherm uw huid goed tegen de zon. Smeer uw huid in met een zonnebrand-crème met factor 30 of 50.

Is het plekje niet weggegaan door bevriezen?

Dan kan de huisarts het plekje nog een keer bevriezen met stikstof.
Of u kunt beginnen met de crème fluorouracil.

Heeft u de crème gebruikt en is de plek niet weg?

Dan stuurt de huisarts u door naar de huid-arts in het ziekenhuis.

De huids-arts kan u andere crèmes geven. Of een behandeling met een laser of licht op uw huid.

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Dermatologie, locatie Oost, P1
020 510 86 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Dermatologie, locatie West, route 16
020 510 86 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Dermatologie van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.