Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Pijn bij kanker kan op verschillende manieren ontstaan. Soms zorgt de tumor of een uitzaaiing voor pijn. De tumor kan bijvoorbeeld druk geven op gezond weefsel waardoor pijn ontstaat.
Ook kan pijn ontstaan door een behandeling. Een bestraling kan bijvoorbeeld gezond weefsel beschadigen, of een litteken na een operatie doet pijn.
Soms ontstaat de pijn snel, dit heet acute pijn. Als de pijn langer dan 6 maanden blijft, heet dit chronische pijn.
De pijn hoeft niet de hele dag aanwezig te zijn. Soms komt de pijn op vaste momenten, zoals bij de verzorging. Dit heet doorbraakpijn.
Het hebben van kanker en pijn heeft ook psychische gevolgen. U kunt zich bijvoorbeeld verdrietig, gestrest, moe of angstig voelen. Door deze gevoelens, kunt u soms meer pijn ervaren.
Er zijn verschillende behandelingen voor pijn bij kanker. Het lukt niet altijd om de pijn helemaal weg te nemen. Vaak lukt het wel om de pijn minder te maken. Van de 100 mensen hebben 75 tot 90 mensen minder pijn na een behandeling.
U krijgt vaak meer behandelingen na elkaar of tegelijk. Dat komt omdat sommige behandelingen beter helpen als u ze samen krijgt. Uw arts vertelt u welke behandelingen geschikt zijn voor u.
Soms is er een duidelijke oorzaak voor uw pijn. Zoals een kankerplek die duwt tegen uw zenuwen of tegen een orgaan. Dan probeert de arts die oorzaak weg te halen. Bijvoorbeeld met bestraling, medicijnen of een operatie.
Misschien krijgt u meer pijn door een andere klacht of ziekte. Zoals hoesten. Uw arts behandelt dan ook deze klacht of ziekte.
Er zijn manieren om de pijn minder te maken zonder medicijnen:
Bespreek het met uw arts als u pijnstillers wilt gaan gebruiken. Uw arts vertelt u dan wat u mag gebruiken. Beslis dit niet zelf, want sommige pijnstillers kunnen uw klachten erger maken of andere problemen geven.
Heeft u problemen met uw lever of nieren (gehad)? Of bent u 70 jaar of ouder? Dan kunt u sommige pijnstillers beter niet of niet te veel nemen. Uw arts vertelt u welke pijnstillers u mag nemen en hoe vaak.
Neem de medicijnen zoals uw arts u verteld heeft. Neem niet meer of minder. Het is belangrijk dat u de medicijnen elke dag op vaste tijden neemt. Zo zorgt u ervoor dat er steeds pijnstiller in uw lichaam zit. De kans is dan kleiner dat u toch nog pijn krijgt.
Vertel het meteen aan uw arts als u bijwerkingen heeft. Stop niet ineens met de medicijnen, bespreek dit met uw arts.
Gewone pijnstillers helpen niet goed bij zenuwpijn. U krijgt dan andere medicijnen, zoals:
Deze medicijnen zijn niet geschikt voor iedereen. Uw arts bespreekt met u wat er mogelijk is in uw situatie.
Neem de medicijnen zoals uw arts u verteld heeft. Neem niet meer of minder.
Het is belangrijk dat u de medicijnen elke dag op vaste tijden neemt. Zo zorgt u ervoor dat er steeds medicijnen in uw lichaam zitten. De kans is dan kleiner dat u toch nog pijn krijgt.
Vertel het meteen aan uw arts als u bijwerkingen heeft. Stop niet ineens met de medicijnen, bespreek dit eerst met uw arts.
Door uw ziekte kunt u zich boos, somber en angstig voelen. U kunt ook problemen krijgen, bijvoorbeeld met uw relatie of werk. Door die gevoelens en problemen slaapt u misschien minder goed. En door dit alles voelt u vaak meer pijn.
Beter omgaan met gevoelens en problemenEen psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger kan helpen. Met gesprekken en oefeningen leert u beter om te gaan met uw gevoelens en problemen.
U kunt misschien ook medicijnen krijgen als u depressief of angstig bent, zoals amitriptyline of duloxetine. Hierdoor gaat u zich mogelijk beter voelen, waardoor u minder pijn voelt. Bespreek dit met uw psycholoog.
Beter slapenMensen die slecht slapen, voelen meer pijn. Kijk bij adviezen om beter te slapen.
Als de adviezen niet helpen, dan kunt u soms tijdelijk een slaapmiddel krijgen om beter te slapen. Bespreek dit met uw arts.
Als u ernstige pijn blijft houden, dan kunt u soms een behandeling krijgen waarbij 1 of meer zenuwen worden uitgezet. Dit gebeurt met een prik. Daarna voelt u op die plek minder of geen pijn meer. Dit heet een zenuwblokkade.
Uw arts bespreekt met u of u deze behandeling kunt proberen. Het verschilt per persoon hoe goed deze behandeling helpt.
Mogelijke bijwerkingen zijn een lage bloeddruk en duizelig zijn.
Als u bloedverdunners slikt, moet u daar meestal tijdelijk mee stoppen voor deze behandeling.
Bij uw behandeling krijgt u hulp van verschillende zorgverleners. Naast artsen en verpleegkundigen zijn dat bijvoorbeeld een fysiotherapeut, ergotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger.
Soms helpt een speciaal pijnteam u. Hierin zitten verschillende specialisten. Samen met u kijken zij welke behandeling het best bij u past.
Bij pijn die niet meer weg gaat (chronische pijn) kan uw arts u doorsturen naar een arts die veel weet over leren omgaan met pijn bij kanker (een revalidatie-arts).
Bij veel mensen maakt een behandeling de pijn minder. Of helpt de behandeling om beter om te gaan met de pijn. Adviezen kunnen ook helpen.
Als u medicijnen krijgt tegen pijn, dan blijft u deze vaak lange tijd gebruiken. Samen met uw arts kijkt u wel regelmatig of u misschien minder kunt gebruiken.
Vertel het altijd meteen aan uw arts als uw pijn verandert of ineens erger wordt. Vertel het ook als uw behandeling niet goed helpt of als u last krijgt van bijwerkingen.
Als uw arts denkt dat het nodig is, onderzoekt hij of zij u opnieuw. Misschien krijgt u meer of minder medicijnen, of andere medicijnen.
In de laatste fase van uw leven is het goed om na te denken over uw wensen voor zorg en behandeling. Praat erover met de mensen om u heen en schrijf uw wensen op.
Uw arts is er voor u. U kunt alles bespreken. Bijvoorbeeld over hoe en waar u wilt sterven. Of over uw vragen en angsten.
U heeft in deze laatste fase misschien veel pijn. Pillen slikken gaat vaak niet meer goed. Daarom krijgt u meestal medicijnen via een pleister of een infuus. Dit zijn vooral sterke medicijnen, zoals fentanyl en morfine.
Vaak ligt u een groot deel van de dag in bed. Als u beweegt, gaat dit vaak langzaam om de pijn niet erger te maken.
Uw arts of verpleegkundige zal u rustig en voorzichtig helpen. Bijvoorbeeld als ze u wassen of in een andere houding leggen. Vooraf krijgt u vaak extra medicijnen, zodat deze bewegingen zo min mogelijk pijn doen.
Medicijnen om te slapenAls u erg veel pijn heeft, kan uw arts u medicijnen geven waarvan u gaat slapen. Dit heet palliatieve sedatie.
Als u in slaap bent, kunt u onrustig zijn. Zonder dat u het merkt, kunt u bijvoorbeeld kreunen of uw gezicht fronsen. Mensen om u heen denken misschien dat u veel pijn heeft. Dat hoeft niet zo te zijn. Als zij zich zorgen maken, kunnen zij het met de arts of verpleegkundige bespreken.
De arts en verpleegkundigen letten goed op u als u niet lang meer te leven heeft. Als ze denken dat u erg in de war raakt of erg veel pijn heeft, veranderen ze uw medicijnen. Zo kunt u zo rustig mogelijk sterven.
Als u niet meer wilt levenMisschien is uw pijn of verdriet zo heftig dat u wel eens denkt dat u niet meer wilt leven. Bespreek dit dan met uw arts en de mensen om u heen. U kunt erover nadenken of u de arts wil vragen om een einde te maken aan uw leven. Dit heet euthanasie.
Spoed: bel direct uw arts als u zo veel pijn heeft dat u het niet meer volhoudt.
Bel uw arts ook als u pijn heeft en 1 of meer van deze klachten:
We hebben deze tekst gemaakt met:
Er zijn verschillende behandelingen tegen pijn bij kanker.
Soms bestaat de behandeling uit medicijnen.
In OLVG bestaat de behandeling daarnaast vaak uit een blokkade van een zenuw of zenuwknoop. Zenuwen geven signalen aan uw hersenen. Zo zorgen zenuwen ervoor dat u dingen kunt voelen, zoals warmte, maar ook pijn. Bij een blokkade zorgt de arts dat de zenuw of zenuwknoop minder signalen doorgeeft aan uw hersenen. Dit kan zorgen voor minder pijn.
Welke zenuw of zenuwknoop uw arts behandelt, hangt af van de plek waar u pijn heeft.
Met uw arts bespreekt u wat voor u de beste behandeling is.
Het hebben van kanker kan zorgen voor psychische klachten.
Het is belangrijk om hierover te praten met uw naasten. Ook ontspannen en leuke dingen doen helpt.
Als het nodig is, kunt u via een psycholoog hulp krijgen bij uw psychische klachten. U bespreekt dit met uw arts.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Pijncentrum, locatie Oost, A4
020 599 81 63 (op werkdagen van 8.15 tot 16.15 uur)
pijncentrum-oost@olvg.nl
Polikliniek Pijnbestrijding, locatie West, route 5
020 510 81 63 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
pijncentrum-west@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.