Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Het tongriempje is het bandje tussen de onderkant van de tong en de mondbodem. Het tongriempje heet ook frenulum linguae.
Als uw baby een te kort tongriempje heeft, is drinken soms moeilijk. Ook op latere leeftijd kan een te kort tongriempje voor klachten zorgen, zoals bij het praten.
Als het tongriempje erg strak is of bijna tot aan de punt van de tong vastzit, kan klieven soms helpen. Het klieven van het tongriempje is een eenvoudige ingreep. Bij klieven knipt een arts een stukje van het tongriempje van uw baby door. In het eerste levensjaar is geen verdoving nodig. Na de ingreep kan uw baby de tong beter bewegen en gaat het voeden meestal beter.
Het is mogelijk dat uw baby na het klieven veel beter drinkt. Dit is niet altijd zo. Soms drinkt uw baby juist minder goed tijdens de eerste voedingen na het klieven. Of uw baby wil minder aan de borst drinken.
Het helpt om uw baby vaker aan de borst te laten drinken of een fles aan te bieden. Hierdoor kan uw baby wennen aan het nieuwe gevoel in de mond.
Uw baby kan de eerste 24 uur na het klieven onrustig zijn of huilen.
Het helpt om uw baby huid-op-huid-contact te geven en veel vast te houden.
Na het klieven van het tongriempje, moet uw baby wennen aan het nieuwe gevoel in de mond. Drinken voelt anders en uw baby kan kramp krijgen in de spieren rondom de mond.
Oefeningen kunnen helpen.
Het advies is om 2 keer per dag oefeningen te doen. Dit hoeven niet alle oefeningen te zijn. U kunt per keer een paar oefeningen doen.
Zodra uw baby goed blijft drinken, zijn de oefeningen niet meer nodig.
Masseer de wangen van uw baby. Dit kunt u doen door met de toppen van uw vingers zachtjes druk te zetten en langzaam rond te draaien op de wangen.
Wrijf daarna met uw vinger rondom de mond van uw baby. Dit helpt uw baby de mond en kaak te ontspannen.
Laat uw baby op uw duim zuigen. Uw nagel ligt op de tong van uw baby. Wanneer uw baby op uw duim zuigt, duwt u uw duim iets verder in de mond van uw baby, tot ongeveer 4 centimeter diep. Als uw baby krachtig zuigt, trekt u uw duim steeds een klein stukje terug. Dit moedigt uw baby aan om krachtig vast te houden.
Door de bovenlip of onderlip van uw baby aan te raken met uw vinger, moedigt u uw baby aan om de tong uit te steken. Een beetje melk op uw schone vinger of een speen kan hierbij helpen.
Beweeg met uw vinger op de huid net boven of onder de mond van de ene naar de andere kant. Dit moedigt uw baby aan om de tong heen en weer te bewegen.
Houd uw baby op een afstand van 20 tot 30 centimeter voor uw gezicht. Steek uw tong uit en maakt daar een geluid bij zoals ‘aaah’. Dit moedigt uw baby aan om u na te doen. Dit heet spiegelen.
Laat uw baby op uw vinger zuigen. Uw nagel is omhoog gedraaid, naar het gehemelte van uw baby. In kleine stapjes trekt u uw vinger langzaam uit de mond. Bij elk stapje duwt u zachtjes op de tong.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. U kunt ook bellen.
Verpleegafdeling Neonatologie, locatie Oost, R2
020 599 62 00 (dag en nacht bereikbaar)