home

Schouderprothese : kunst-schouder

Een schouderprothese kan de pijnklachten in de schouder wegnemen. De meest voorkomende reden voor het plaatsen van een schouderprothese is artrose. Het plaatsen van een schouderprothese duurt 2 tot 2,5 uur. Na de operatie draagt u 6 weken een soort draagdoek en moet u revalideren.

Over de schouderprothese

Een schouderprothese vervangt het gewricht in de schouder.
Het schoudergewricht bestaat uit een kom van het schouderblad en de kop van de bovenarm.
Op de kom van het schouderblad en de kop van de bovenarm zit kraakbeen.
Het kraakbeen zorgt ervoor dat een gewricht goed en soepel kan bewegen.
Door artrose slijt het kraakbeen in het schoudergewricht. Dit veroorzaakt pijn en stijfheid van de schouder.
Door een schouderprothese kan een schouder weer normaal bewegen, zonder dat het pijn doet.

Verschillende soorten schouderprotheses

Er zijn verschillende soorten schouderprotheses. De arts bespreekt met u welke schouderprothese het beste bij u past.

Totale schouderprothese

U kunt een totale schouderprothese krijgen als uw schouderspieren bij artrose nog goed werken.

Omgekeerde schouderprothese

De omgekeerde schouderprothese heet ook wel reversed schouderprotese. Als u naast artrose bijvoorbeeld ook een scheur heeft in 1 of meerdere pezen rondom de schouder, kan voor een reversed schouderprothese gekozen worden.

Reversed fractuurprothese

Een reversed fractuurprothese is een schouderprothese met een langere steel. U kunt deze schouderprothese krijgen als u een gebroken schouder heeft, en uw schouder niet meer kan herstellen met schroeven.

Zo bereidt u zich voor

Voorlichtingsvideo

Als u samen met de arts heeft besloten om een schouderprothese te laten plaatsen, komt u op de wachtlijst.
In de voorlichtingsvideo ziet u hoe het plaatsen van een schouderprothese gaat en wat daarna gebeurt:

Vanaf 8 weken voor uw operatie

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Vanaf 6 weken voor uw operatie

  • U hoort van de opnameplanning van de afdeling Orthopedie wanneer u geopereerd wordt. Meestal is dit 4 tot 6 weken voor uw operatie.
  • Na de operatie kunt u niet zelf autorijden of fietsen. We raden reizen met het openbaar vervoer af. Vraag van tevoren of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • U heeft 1 tot 2 weken voor uw operatie een afspraak met een verpleegkundige op de polikliniek Orthopedie. De verpleegkundige controleert of u wondjes of ontstekingen heeft. U bespreekt ook welke medicijnen u mag blijven gebruiken.
  • Wij adviseren u om vóór de operatie een afspraak te maken met een fysiotherapeut. Zo kunt u na de operatie snel beginnen met uw herstel. Kies een fysiotherapeut die bekend is met de nabehandeling van schouderprotheses.

2 dagen voor uw operatie

  • U kunt 2 dagen voor uw operatie contact opnemen met de opnameplanning van de afdeling Orthopedie. Van de opnameplanning hoort u dan het tijdstip van de operatie.
  • Zet de spullen die u iedere dag thuis gebruikt alvast op een plek waar u goed bij kunt. Bijvoorbeeld de spullen die u gebruikt om te koken en te douchen. Doe dit voor uw operatie.

Zo gaat de operatie

  • Op de operatiekamer krijgt u de verdoving.
  • De arts maakt daarna een snee van 10 tot 15 centimeter in uw schouder.
    Om goed bij uw schouder te kunnen, moet de arts sommige spieren opzij houden.
    Soms is het nodig om een aantal pezen in de schouder los te maken. De arts maakt de pezen dan aan het einde van de operatie weer vast.
  • De arts vervangt uw beschadigde schouder door de schouderprothese.
  • De arts maakt de wond weer dicht.
  • U krijgt daarna een gaasje en drukverband op de wond.

Na de operatie

  • Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer.
  • Als u pijn heeft of misselijk bent, krijgt u medicijnen.
  • U heeft na de operatie een infuus in uw arm. Via dit infuus krijgt u medicijnen en vocht.
  • Om ervoor te zorgen dat u geen ontsteking krijgt in uw schouder, krijgt u antibiotica.
  • Om uw arm te ondersteunen, krijgt u na de operatie een immobilizer.
    Een immobilizer is een soort draagdoek.
    Een immobilizer zorgt ervoor dat uw arm tegen uw lichaam blijft.
    Een immobilizer zorgt er ook voor dat u geen verkeerde bewegingen met de schouder maakt. U mag uw hand, pols en elleboog gewoon bewegen.

Fysiotherapie

U start de dag na de operatie met oefeningen. Een fysiotherapeut in het ziekenhuis helpt u hierbij.

  • Hand en pols
    U mag uw hand en pols meteen al zelfstandig bewegen.
  • Elleboog
    Houd uw bovenarm tegen uw lichaam bij het buigen en strekken van de elleboog. De fysiotherapeut vertelt hoe u deze oefeningen moet doen. U doet de oefeningen voor de elleboog 3 keer per dag.
  • Schouder
    U krijgt oefeningen voor uw geopereerde schouder van de fysiotherapeut.

Als u weer thuis bent gaat u verder met oefenen. Dit doet u bij een fysiotherapeut bij u in de buurt.

Naar huis

Meestal kunt u 1 of 2 dagen na de operatie weer naar huis. Soms moet u iets langer in het ziekenhuis blijven. Uw arts vertelt wanneer u weer naar huis kunt.
U mag nog niet zelf autorijden of fietsen. We raden reizen met het openbaar vervoer af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
Als het voor u niet mogelijk is om thuis te revalideren, vragen we een plaats voor u aan op een revalidatie-afdeling in een verpleeghuis.

Als u naar huis gaat krijgt u een paar dingen mee:

  • Een brief voor de fysiotherapeut.
  • Een afspraak voor een controle van uw wond.
    U heeft deze afspraak meestal 2 weken na uw operatie op de polikliniek Orthopedie.

We sturen het recept voor uw medicijnen naar uw eigen apotheek. U kunt de medicijnen daar ophalen of ze thuis laten bezorgen.

Adviezen voor thuis

Immobilizer

Na de operatie draagt u dag en nacht een immobilizer.
U draagt de immobilizer voor 2 tot 6 weken. Dit is afhankelijk van de soort schouderprothese die u heeft gekregen en wat u met de arts heeft besproken.
Door de immobilizer kunt u tijdelijk maar 1 arm gebruiken.

Instructies

Na uw operatie kunt u tijdelijk maar 1 arm gebruiken. Een aantal dingen mag u daardoor niet doen:

De eerste 6 weken na uw operatie

  • niet fietsen, bromfietsen en autorijden
  • geen zware werkzaamheden doen
  • niet sporten

De eerste 3 maanden na uw operatie

  • niet slapen op de kant van de schouderprothese
  • bespreek met de fysiotherapeut welke lichte werkzaamheden u mag doen

Zo gaat het verder

U heeft na uw operatie nog 2 afspraken:

  1. Een controle van uw wond. Dit is ongeveer 2 weken na uw operatie. De arts verwijdert tijdens deze afspraak ook de hechtingen.
  2. Een controle van uw schouder. Dit heet een functiecontrole. U heeft de functiecontrole ongeveer 3 maanden na uw operatie. De arts kijkt of de schouder goed werkt. Soms wordt er een röntgenfoto gemaakt.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een trombose, een longontsteking, een nabloeding of een ontsteking van de wond. Ook kan uw schouder door een verkeerde beweging uit de kom schieten. Dit is goed te behandelen.
Er is bij deze operatie een kleine kans op zenuwschade. Bij zenuwschade heeft u minder gevoel of kracht in uw arm. Zenuwschade kan tijdelijk of blijvend zijn.

Bel meteen de afdeling Orthopedie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • meer dan 38,5 graden koorts
  • er komt veel vocht uit de wond
  • de wond en de huid rond de wond zijn rood en dik
  • de geopereerde schouder doet veel pijn
  • de wond gaat bloeden

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Bel de verpleegafdeling als u vragen heeft die niet tot de volgende werkdag kunnen wachten.

Verpleegafdeling Orthopedie, locatie West, B5
020 510 82 35 (iedere dag van 16.15 tot 08.15 uur)

Bel een medewerker van de Opnameplanning als u vragen heeft over de datum van de operatie.

Opnameplanning afdeling Orthopedie
020 599 36 50 (op werkdagen van 10.00 tot 12.00 uur)

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Orthopedie van OLVG. Laatst gewijzigd: