home

Naar huis na een verblijf op afdeling Neonatologie : instructies en adviezen 

Voordat u met uw baby naar huis gaat, heeft u eerst een gesprek met de kinderarts en een verpleegkundig specialist of verpleegkundige. U krijgt dan de laatste medische informatie over uw baby en tips voor thuis. Als u thuis nog vragen heeft, kunt u bellen.

Zo bereidt u zich voor

Voordat uw baby naar huis gaat, moeten een aantal dingen geregeld zijn.

  • Als uw baby andere voeding krijgt dan borstvoeding of de standaard kunstvoeding, dan vraagt OLVG deze voeding voor u aan bij de firma Sorgente of u krijgt een voedingsrecept en een machtiging voor de zorgverzekeraar.
  • Als u uw baby thuis sondevoeding geeft, vraagt OLVG hiervoor het benodigde materiaal aan. Soms krijgt u een kleine hoeveelheid materiaal mee naar huis. OLVG regelt gespecialiseerde thuiszorg voor als u vragen heeft of problemen heeft met de sonde.
  • Als uw baby medicijnen nodig heeft, krijgt u een recept. Probeer te oefenen met het geven van medicijnen voordat uw baby mee naar huis gaat.
  • Lees op de website van Kinderveiligheid meer over veilig slapen
  • Zorg dat u toegang heeft tot de MijnOLVG app van uw kind. U regelt de toegang via het Patiënten Servicepunt in de centrale hal van OLVG.

Dit krijgt u mee naar huis

  • U krijgt een formulier met informatie over kraamzorg, het consultatiebureau en de polikliniek Kindergeneeskunde. De kinderarts informeert uw huisarts via een brief.
  • U krijgt afspraken mee voor de polikliniek Kindergeneeskunde en zo nodig voor MijnOLVG BabyThuis.
  • Heeft uw kind afspraken op de Anna Poli? Over uw niet dringende vragen over de gezondheid van uw kind kunt u een e-mail sturen naar annapoli@ggd.amsterdam.nl. U krijgt meestal binnen 1 werkdag antwoord.

Voeding

In het ziekenhuis krijgt uw baby op vaste tijden de voeding. Thuis hoeft u zich niet precies aan deze tijden te houden. Zorg er wel voor dat er steeds 3 tot 4 uur zit tussen de voedingen. Krijgt uw baby 7 voedingen per dag? Probeer dan de rustperiode tijdens de nacht langer te laten duren. U kunt bijvoorbeeld de laatste voeding voor de nacht iets later geven of de eerste ochtendvoeding wat eerder.

Kolven

U kunt uw borstvoeding afkolven en bewaren tot gebruik. Hoe lang u afgekolfde borstvoeding kunt bewaren staat in dit overzicht:

  • Op kamertemperatuur: maximaal 6 uur
  • In de koelkast: 5 dagen, maximaal 24 uur als de melk bevroren is geweest
  • In het vriesvak van de koelkast: 2 weken
  • In de vriezer: 3 tot 4 maanden
  • In de diepvriezer: 6 maanden of langer.

Flesvoeding

  • Volg de instructies op de verpakking voor het klaarmaken van de flesvoeding. U kunt dit tijdens de opname oefenen met de collega van de babyvoedingskeuken.
  • Controleer de temperatuur van de voeding voordat u de fles aan uw baby geeft door wat van de warme melk op de binnenkant van uw pols te druppelen.
  • Warm de voeding niet opnieuw op en bewaar geen restjes.
  • Na de flesvoeding moet u de fles en de speen goed schoonmaken. Wij adviseren u om de schone fles en de spenen in de koelkast te bewaren.
  • De fles, speen of fopspeen reinigt u eenmaal per 24 uur in de vaatwasser, in de sterilisator of u kookt deze uit in een pan met kokend water gedurende 3 minuten.

Algemene tips

Lichaamstemperatuur van uw baby

  • Een normale lichaamstemperatuur van een baby ligt tussen de 36,6 en 37,4 graden. Handen en voeten zijn geen goede graadmeter, omdat deze vaak koel aanvoelen terwijl de temperatuur goed is.
  • De temperatuur van de babykamer hoeft niet extra hoog te zijn, rond 20 graden is een normale temperatuur.
  • De eerste 3 dagen thuis is ons advies om twee keer per dag de temperatuur te meten. Als deze stabiel is, kan gestopt worden met temperaturen.
  • Kleed uw baby niet te warm aan. Een romper met een pyjama of babypakje is voldoende. Eventueel kunt u uw baby een mutsje opdoen en het bedje voorverwarmen met een kruik. Leg een kruik nooit in bed als de baby in bed ligt i.v.m. gevaar van verbranding.
  • Blijft de temperatuur boven de 38 graden of lager dan 36,5, ondanks warmer aankleden? Neem dan contact op met uw huisarts.

Slapen

  • Een jonge baby doet veel nieuwe indrukken op. Sommige baby’s raken daardoor overprikkeld. Ze huilen meer en slapen slechter. Rust en regelmaat zijn belangrijk, vooral bij voedingsmomenten en slaaptijden.
  • Zorg voor vaste gewoonten voor bedrituelen zoals een liedje zingen voor het slapen of een stukje voorlezen.
  • Leg uw baby in bed als hij nog wakker is, zodat hij kan leren om zelf in slaap te komen. Stop de baby goed in; dat zorgt voor een veilig gevoel. Soms huilt een baby een tijdje voordat het in slaap valt. Een kwartier is normaal, maar sommige baby’s hebben wat meer tijd nodig om in slaap te komen. Haal uw baby niet steeds of te snel uit bed, want dat kan gevolgen hebben voor de slaap.
  • Zorg dat een eventuele nachtvoeding niet te lang duurt.

Wandelen met uw baby

Er zijn geen regels voor wandelen met uw baby. Als de temperatuur van uw baby normaal is, kunt u buiten gaan wandelen. Wandel in het begin niet te lang. Kleed uw kind warm aan als het buiten koud is. Baby’s verliezen veel warmte via hun hoofd. Zet uw baby een mutsje op. Let erop dat u uw baby in de zomer goed beschermd tegen de zon.

Bezoek

Probeer in de eerste weken na ontslag niet te veel bezoek te ontvangen.

  • Het is belangrijk dat het gezin tijd krijgt om aan de nieuwe situatie thuis met de baby te wennen.
  • Een baby die te vroeg geboren is, kan gevoelig zijn voor een omgeving met veel licht of lawaai. De baby kan dan overprikkeld raken.
  • Ontvang liever geen bezoek met mogelijke infectie zoals koorts, verkoudheid of een koortslip.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Verpleegafdeling Neonatologie, locatie Oost, R2
020 599 62 00 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neonatologie van OLVG. Laatst gewijzigd: