Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Bij een verschil in beenlengte is 1 been korter dan het andere been. Het verschil in lengte zit in je bovenbeen, onderbeen of in allebei.
Er zijn 2 oorzaken waardoor je been korter kan zijn:
Als 1 been meer dan 2 centimeter korter is dan je andere been kan je klachten krijgen, zoals:
Als 1 been meer dan 2 centimeter korter is dan je andere been, kun je een beenverlenging krijgen. Dit gebeurt met een operatie.
Je been wordt verlengd met een pen in het bot. Dit heet distractie-osteogenese.
Het is nodig om het bot eerst door te zagen.
Tijdens de operatie plaatst de arts een speciale pen met een magneet in het bot. Dit heet een intra-medullaire pen. De magneet in deze pen reageert op de afstandsbediening.
Via de afstandsbediening maak je de pen in je been langer. Hierdoor wordt je bot ook steeds langer.
Je bot groeit ongeveer 1 millimeter per dag en je been wordt langer. Het doel is om het verschil tussen je benen kleiner te maken tot minder dan een halve tot 1 centimeter.
Na 1 of 2 jaar mogen de pennen er weer uit.
De afdeling Orthopedie van OLVG werkt samen met het KinderOrthopedisch Centrum Amsterdam (KOCA). Dit is een samenwerking tussen OLVG en Amsterdam UMC.
Meestal gebruiken we een inwendige fixatie. Een inwendige fixatie betekent dat de stukken van je bot een elkaar worden gezet met metalen plaatjes of pinnen. Deze metalen plaatjes of pinnen zitten in je been. Een inwendige fixatie is niet te zien aan de buitenkant van je been. Je hebt alleen een paar kleine wondjes van de operatie. De voordelen van een inwendige fixatie zijn:
Heel soms gebruiken we een uitwendig frame. Een uitwendig frame betekent dat er ook aan de buitenkant van je been metalen staven zitten.
Voor de operatie hebben jij en je ouders een afspraak op de polikliniek Anesthesiologie. Hier krijg je een onderzoek. Tijdens het onderzoek maak je afspraken over de verdoving die je krijgt tijdens de operatie.
Verdoving betekent dat je medicijnen krijgt waardoor je gaat slapen. Door de verdoving merk je niets van de operatie. De verdoving noemen we ook wel anesthesie.
Je kan de verdoving krijgen met een prik of met een kapje. Je bespreekt met de arts wat het beste voor jou is.
Je kunt meer lezen over de verdoving op de webpagina: Anesthesiologie en nuchterbeleid kinderen.
Op de polikliniek Orthopedie zijn er röntgenfoto’s gemaakt van beide benen. De orthopeed meet het verschil in beenlengte. Dit is nodig voor voorbereiding op de operatie. Soms maken we nog een MRI-scan of CT-scan om de operatie voor te bereiden.
Je wordt op de dag van de operatie opgenomen op de afdeling Kindergeneeskunde. Je verblijft hier meestal 1 tot 2 nachten. Je ouders kunnen tijdens je verblijf zoveel bij je zijn als je wilt. 1 van je ouders kan ook bij je blijven slapen. Meer over de afdeling Kindergeneeskunde lees je op de webpagina: Kindergeneeskunde.
Medicijnen
Voor de operatie krijg je pijnstillers. Soms krijg je ook medicijnen als je gespannen bent voor de operatie.
Naar de operatiekamer
Een verpleegkundige of een pedagogische medewerker brengt je in je bed naar de operatieafdeling. 1 van je ouders mag mee naar de operatiekamer en blijft bij je tot je slaapt.
Infuus
Tijdens de operatie krijg je vocht en medicijnen toegediend via een infuus. Een infuus is een dun slangetje in een bloedvat van je arm. De prikplek wordt verdoofd met een speciale zalf.
De operatie duurt 2 tot 4 uur.
De arts plaatst de pen in het bot. Hiervoor is het nodig om het bot door te zagen. Door de verdoving voel je hier niets van.
Als de pen op zijn plaats zit, is de operatie klaar. De arts sluit de wond met hechtingen.
Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer. 1 van je ouders mag dan bij je zijn.
Wanneer je je goed voelt, ga je weer terug naar de afdeling Kindergeneeskunde.
Weer op de afdeling Kindergeneeskunde
Op de afdeling controleert een verpleegkundige regelmatig je bloeddruk, de hartslag en temperatuur.
De dag na de operatie verzorgt de kinderverpleegkundige je wond. Het infuus en de andere slangetjes verwijderen we zo snel mogelijk. De dag na de operatie maken we een röntgenfoto van je been. Op de röntgenfoto controleren we of de operatie goed is gegaan.
Oefenen met de fysiotherapeut
1 dag na de operatie oefen je met de fysiotherapeut het lopen en traplopen met krukken. Tijdens het lopen met 2 krukken mag je aantippend belasten. De fysiotherapeut legt je uit hoeveel je je been mag belasten. Dit duurt zolang als het bot verlengd wordt.
Je blijft minimaal 2 dagen in het ziekenhuis. Soms is het beter om langer te blijven. Als dat zo is, dan bespreekt de arts dat met jou en je ouders. Je mag niet op de fiets naar huis. Zorg ervoor dat je met de auto of een taxi naar huis kunt.
Als je bot langer wordt, worden je spieren ook langer. Het is belangrijk dat je elke dag oefeningen doet. Anders kan je knie of enkel stijf worden. De fysiotherapeut vertelt je welke oefeningen je moet doen.
1 week na de operatie heb je een afspraak op de Gipskamer. De orthopeed of de Physician Assistant controleert de wond en legt uit hoe het verlengen werkt. Je leert van een medewerker van de leverancier hoe je de afstandsbediening moet gebruiken.
Je komt elke week of elke 2 weken naar het ziekenhuis. We controleren dan hoe het gaat met de verlenging. Ook maken we regelmatig een röntgenfoto. We kunnen dan zien of het bot goed vastgroeit. De arts bespreekt met je wanneer je weer naar school mag.
Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een ontsteking.
Bel meteen de afdeling Orthopedie als je 1 of meer van deze klachten heeft:
Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel je vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Bellen kan ook.
Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl
Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl