Inloggen met DigiD
Download de MijnOLVG-app in de App Store of Google Play Store of ga naar www.mijnolvg.nl. Log daarna eenvoudig in met uw DigiD.
Aan de uiteinden van de botten van je bovenbeen en je onderbeen zit een laagje kraakbeen. Op het plaatje hieronder is dat blauw. Dat kraakbeen is normaal heel glad. Zo kun je je knie makkelijk buigen en strekken.
Bij artrose in je knie verandert het kraakbeen. Het wordt dunner en het is niet glad meer. Hierdoor gaat je knie pijn doen en beweeg je moeilijker.
Als het kraakbeen dunner is geworden, kun je ook ontstekingen in je knie krijgen. Als je langer artrose hebt, groeit er extra bot aan de botten van je bovenbeen en onderbeen. Je knieën worden dan breder.
Veel mensen noemen artrose ook wel slijtage.
Deze klachten kun je hebben bij artrose in je knie:
Door te bewegen worden je spieren sterker. Je knie voelt dan steviger en minder stijf. En vaak wordt de pijn ook minder. Je valt er misschien ook door af. Hierdoor gaat bewegen makkelijker.
Beweeg elke dag een half uur actiefJe kunt zelf oefeningen doen. Met deze oefeningen kun je de spieren van je benen rekken en sterker maken. Zo beweeg je makkelijker.
Is het moeilijk om zelf oefeningen te doen? Of heb je er te veel pijn voor? Dan kan de fysiotherapeut of oefentherapeut je helpen. Die legt uit hoe je de oefeningen doet. Het is belangrijk dat je de oefeningen ook thuis doet. Soms ga je oefenen in een groep, samen met andere mensen die ook artrose hebben.
Meer pijnWil je een pijnstiller gebruiken? Begin dan met paracetamol. Deze pijnstiller werkt goed. En heeft de minste bijwerkingen.
Heb je elke dag pijn? Wacht dan niet met slikken totdat je pijn hebt. Slik 3 of 4 keer per dag 2 pillen paracetamol van 500 milligram. Je kunt dan vaak makkelijker bewegen. Als je minder pijn hebt, kun je weer minder vaak een paracetamol nemen.
Je kunt ook een pijnstiller slikken zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Die helpen goed tegen de pijn, maar ze kunnen ernstige bijwerkingen hebben. Lees hoe je deze pijnstillers kunt gebruiken.
Je kunt ook een gel met pijnstiller op je knie smeren. Bijvoorbeeld diclofenac-gel of ibuprofen-gel. Wrijf de gel zacht in je huid. Heb je te veel gel gepakt? Haal de rest dan weg met een papiertje en gooi het in de prullenbak. Spoel geen gel weg via de douche of gootsteen. Dat is slecht voor het milieu.
Helpt bewegen en afvallen niet genoeg? En helpen ook pijnstillers niet? Dan kan de huisarts een prik in je knie geven. In deze prik zit een medicijn tegen ontstekingen (corticosteroïden).
Meestal wordt de pijn binnen 1 week minder. De prik helpt ongeveer 3 weken.
Je kunt niet meer dan 4 prikken per jaar krijgen. Tussen de prikken moet 6 weken of langer zitten.
De prikken kunnen deze bijwerkingen hebben:
Je kunt geen prik in je knie krijgen als je binnen 6 maanden een nieuwe knie gaat krijgen. Bijvoorbeeld als je voor zo'n operatie op de wachtlijst staat. Door de prik wordt de kans dan groter dat je na de operatie een ontsteking door bacteriën in je knie krijgt.
Artrose in je knie gaat niet meer over. Maar dat betekent niet dat je altijd pijn hebt. De pijn bij artrose in je knie wisselt. Je kunt weken of maanden weinig pijn hebben en dan weer een paar dagen of weken meer pijn.
Als je oefent en veel beweegt, krijg je vaak minder pijn. Afvallen en pijnstillers kunnen daar nog bij helpen.
Hebben de klachten met je werk te maken? Dan kan de huisarts je doorsturen naar de bedrijfsarts. Je kunt met de bedrijfsarts bespreken of er op je werk aanpassingen nodig zijn.
Soms een nieuwe knieSoms stuurt de huisarts je naar het ziekenhuis, naar de arts die klachten van gewrichten zoals de knie of de heup behandelt (orthopeed). Dat is om te kijken of een operatie je kan helpen. Bijvoorbeeld een nieuwe knie. Dat is zo als deze dingen kloppen:
Je krijgt meestal pas een nieuwe knie als je erge artrose van je knie hebt.
Adviezen over omgaan met de pijn vind je bij pijn die langer blijft (chronische pijn).
Maak een afspraak bij je huisarts bij deze dingen:
Voor meer informatie en contact met andere mensen met artrose: reuma.nl.
Iedere oefening doet u 3 keer. Neem tussen iedere oefening steeds 30 seconden pauze.
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5
Dit is een goede laatste oefening van uw oefenprogramma.
U kunt napijn krijgen. Napijn is een teken dat u uw knie te veel heeft belast. Geef uw knie rust en doe het een volgende keer rustiger aan.
Als u een langere tijd veel pijn heeft, moet u de knie een tijdje wat minder belasten. U kunt de knie minder belasten door minder zwaar te steunen op de knie. Bijvoorbeeld door een wandelstok te gebruiken. U moet wel blijven bewegen. Zodra het iets beter gaat, is het belangrijk om weer te oefenen en uw dagelijkse bewegingen op te pakken.
Soms is het nodig om van hobby of beroep te veranderen om te knie te ontlasten. Hebben uw klachten invloed op uw werk? Bespreek dit dan met uw werkgever. Neem ook contact op met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts bespreekt met u hoe u zo goed mogelijk kunt blijven werken.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl
Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.