Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Een klaplong is een long die is ingeklapt door lucht in de borstkas.
Artsen noemen het pneumothorax.
Om uw longen zit een vlies (longvlies). En aan de binnenkant van uw borstkas zit ook een vlies (borstkasvlies). Deze 2 vliezen zitten strak tegen elkaar aan. Er zit alleen een dun laagje vocht tussen. Zo kunnen de longen goed met de borstkas meebewegen als u ademt.
Soms ontstaat een lek in het longvlies. Hierdoor komt er lucht tussen het longvlies en het borstkasvlies. De vliezen raken los van elkaar. De long kan dan inklappen, als een lekke band. Dit is een klaplong. Met die long kunt u niet meer goed ademen.
Omdat u nog een tweede long heeft, kunt u toch blijven ademen. Het komt bijna nooit voor dat iemand aan beide longen vanzelf een klaplong heeft gekregen.
Als u zomaar vanzelf een klaplong krijgt, merkt u meestal dit:
U kunt er ook andere klachten bij krijgen:
Hoe meer lucht er tussen het longvlies en het borstkasvlies komt, hoe groter de kans is dat u klachten krijgt. Sommige mensen met een klaplong hebben geen of heel weinig klachten. Als er maar heel weinig lucht tussen de vliezen zit, kan het zijn dat u er niets van merkt. Maar ook bij een grote klaplong heeft u niet altijd klachten.
Een long kan uit zichzelf opeens inklappen. Dit kan zomaar gebeuren. Vaak is niet duidelijk waarom dit gebeurt.
Artsen noemen dit een spontane klaplong.
U heeft een grotere kans dat u vanzelf een klaplong krijgt, als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen:
Een klaplong kan ook een duidelijke oorzaak hebben. Zoals een operatie of een ongeluk.
Soms is er iets met uw longen, waardoor de kans groter is dat u een klaplong krijgt. U heeft bijvoorbeeld een ziekte van de longen, zoals astma of COPD. Of u ligt aan de beademing in het ziekenhuis.
Deze tekst op Thuisarts.nl gaat alleen over een klaplong die zomaar vanzelf ontstaat, zonder dat er iets met uw longen is.
Er zijn verschillende behandelingen bij een klaplong die zomaar vanzelf ontstaat. Met uw arts bespreekt u welke behandeling voor u geschikt is.
Afwachten tot het vanzelf geneestSoms geneest een klaplong vanzelf. Ook een grote klaplong kan vanzelf genezen.
Of u kunt afwachten tot dit vanzelf gebeurt, hangt af van meer dingen. Hierbij is het ook belangrijk hoe u zich voelt, hoeveel klachten u heeft en wat u zelf wilt. U krijgt van de arts adviezen mee voor thuis. U hoort ook van de arts wanneer u het ziekenhuis weer moet bellen.
Soms geeft de arts u extra zuurstof. U heeft het dan misschien minder benauwd. De lucht tussen het longvlies en het borstkasvlies verdwijnt niet sneller. Als u zuurstof krijgt, moet u wel in het ziekenhuis blijven.
Lucht weghalen met een naaldSoms lukt het niet om in 1 keer alle lucht weg te zuigen. Het is dan nodig om vaker met een naald te prikken.
Als de klaplong bijna of helemaal weg is, mag u naar huis. U hoeft niet in het ziekenhuis te blijven slapen.
Een buisje (drain) inbrengenDe drain blijft meestal een aantal dagen zitten in uw borstkas. U blijft dan in het ziekenhuis.
Soms mag u al eerder naar huis, met de drain nog in uw borstkas. Niet iedere drain is geschikt om mee naar huis te gaan. En het kan alleen als u verder gezond bent en thuis hulp heeft. U moet dan thuisblijven. U mag niet douchen en niet autorijden.
Thuis heeft u regelmatig contact met de arts in het ziekenhuis hoe het met u gaat. Samen bespreekt u wanneer de drain eruit kan.
Met een naald of drain is de kans op problemen even klein. U heeft een kans op:
Lukt het niet om de lucht weg te halen met een drain of een naald? Of heeft u al meer klaplongen gehad? Dan is soms een kijkoperatie nodig. Met een kijkoperatie kan de arts het lek dichtmaken. En de kans op een nieuwe klaplong kleiner maken.
Dit kan op verschillende manieren:
Een klaplong kan flink pijn doen. U krijgt pijnstillers tegen de pijn. Gebruik de pijnstillers op vaste tijden, ook al heeft u even geen pijn. Uw arts bekijkt samen met u welke pijnstillers u kunt gebruiken.
ParacetamolU kunt paracetamol nemen: 4 keer per dag 2 pillen van 500 milligram.
Pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac (NSAID)Als paracetamol niet helpt, kunt u soms een NSAID krijgen, bijvoorbeeld:
Let op: NSAID's geven vaak vervelende bijwerkingen. En ze kunnen uw maag beschadigen. Daarom is ibuprofen, naproxen of diclofenac niet voor iedereen een goede pijnstiller. Samen met uw arts kijkt u welke pijnstiller voor u het meest geschikt is.
MorfineIs de pijn heel heftig? Dan kan uw arts morfine geven.
Als u nog in het ziekenhuis ligt, kunt u een prik met morfine in uw rug krijgen (ruggenprik). Of morfine via een slangetje in een bloedvat (infuus).
Soms kan bij een klaplong een ontsteking ontstaan. Dan krijgt u medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).
U kunt zelf een paar dingen doen om beter te worden. En om de kans op een nieuwe klaplong kleiner te maken. Met uw longarts bespreekt u wat voor u vooral belangrijk is.
Ga de eerste weken langzaam steeds iets meer doen. Maak rustig een wandeling van 5 tot 10 minuten en ga elke week iets langer. Kijk na 2 weken of u voorzichtig weer een stukje kunt gaan fietsen. Begin bijvoorbeeld met 1 kilometer en ga elke week wat verder.
Vertel ook op uw werk dat u een klaplong heeft. Leg uit dat u daarom moet rusten en sommige dingen niet kunt doen. Bespreek dit met uw werkgever en de bedrijfsarts.
Soms krijgt u een CT-scan van uw longen. Bijvoorbeeld in deze gevallen:
Het is niet nodig om bij iedereen met een klaplong een CT-scan te maken. Uw arts zal kijken of dit voor u nodig is.
Na een klaplongNa een klaplong die vanzelf is ontstaan kunt u zich nog weken moe voelen. U heeft rust nodig. Ook kunt u nog een tijd pijn en een benauwd gevoel hebben. Dit kan u een onzeker gevoel geven. U denkt misschien dat u een nieuwe klaplong heeft gekregen.
Bespreek uw klachten met de longarts. En welke activiteiten u weer kunt doen. Spreek ook af wanneer u minder pijnstillers kunt gaan gebruiken of helemaal kunt stoppen met de pijnstillers.
Tijdens een afspraak voor controle laat de longarts 1 of meer longfoto's maken. Zo kan de longarts zien of de vliezen goed tegen elkaar aan blijven liggen.
Opnieuw een klaplongU kunt opnieuw ineens een klaplong krijgen. Als dat gebeurt, is dat meestal binnen 2 jaar. En het gebeurt dan bijna altijd aan dezelfde kant. Er is ook een kans dat u aan de andere kant ook een klaplong krijgt.
Bel direct 112 (of laat iemand 112 bellen) bij 1 of meer van deze klachten:
Bel direct de huisarts of huisartsenpost in 1 of meer van deze situaties:
Heeft u zomaar ineens een klaplong gehad en krijgt u weer dezelfde klachten? Bel dan direct de huisarts of huisartsenpost. U kunt opnieuw een klaplong hebben.
De arts zal naar uw longen luisteren. Soms is het nodig een nieuwe longfoto te maken.
We hebben de informatie over klaplong gemaakt met:
U kunt voor uw klaplong een behandeling krijgen in OLVG.
Soms moet u na de ingreep een paar dagen in het ziekenhuis blijven.
Na de behandeling van uw klaplong krijgt u een verband om de wond op uw borst. Het is belangrijk dat u dit verband 48 uur laat zitten. U mag in deze 48 uur ook niet douchen of in bad.
Als u hechtingen heeft gekregen, verwijdert uw zorgverlener deze na 7 dagen. Verblijft u nog in het ziekenhuis? Dan gebeurt dit op de afdeling. Bent u al thuis? Dan krijgt u hiervoor een afspraak bij de polikliniek.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Longgeneeskunde, locatie Oost, P2
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Longgeneeskunde, locatie West, route 4
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Heeft u in het ziekenhuis gelegen met een klaplong? U kunt dan de eerste 2 dagen dat u weer thuis bent direct naar de verpleegafdeling bellen.
Verpleegafdeling Longgeneeskunde, locatie Oost, B8
020 599 28 30 (dag en nacht)
Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.
OLVG, locatie Oost
020 599 91 11
OLVG, locatie West
020 510 89 11
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.