Hiv wordt in Nederland in 95% van de gevallen overgedragen door onveilig seksueel contact. Het hiv-virus zit in bloed, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk. Als iemand hiermee in aanraking komt via bloed of slijmvliezen, dan is er kans op een hiv-infectie. Het gaat hierbij om de slijmvliezen van de mond, anus, vagina en de penis.
Hiv kan worden opgelopen door:
- onveilig seksueel contact (zonder condoom) met iemand met een onbehandelde hiv-infectie
- het inspuiten van drugs via gebruikte naalden of spuiten
- het gezamenlijk gebruiken van rietjes bij cocaïne snuiven
- steekwonden
- overdracht van een hiv-positieve moeder op kind tijdens de zwangerschap, geboorte of borstvoeding
- een bloedtransfusie
- het prikken aan een naald of spuit met hiv besmet bloed zoals bij tatoeages of piercings.