home

Behandeling triggervinger : hokkende vinger, triggerfinger of springvinger

Het buigen van een vinger gebeurt met hulp van een buigpees. Soms zit er een bobbel op de pees. U kunt uw vinger dan niet meer goed buigen of strekken. Dit heet een triggervinger. Als een injectie met een ontstekingsremmer niet helpt, is soms een operatie mogelijk.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

In het kort

  • Een triggervinger kunt u niet goed buigen en strekken.
  • Soms blijft de vinger krom staan.
  • Waardoor een triggervinger ontstaat, is onbekend.
  • De klachten kunnen vanzelf verdwijnen.
  • Soms kan een prik of operatie helpen. 

Wat is een triggervinger?

Een triggervinger is een vinger (of duim) die u niet goed meer kunt buigen of strekken. Als het erger wordt, kan de vinger krom blijven staan.

U kunt uw vingers buigen met de spieren aan de binnenkant van uw onderarm (de buigspieren).
Van deze spieren lopen pezen naar de vingertoppen. Deze pezen worden door bandjes op hun plaats gehouden. 
Als de buigspieren samentrekken, trekken ze aan de pezen en die trekken uw vingers krom. Dit gaat soepel doordat de pezen door een soort kokertjes met glijmiddel bewegen. Zo'n kokertje heet een peesschede.

Bij een triggervinger blijft de pees vastzitten in de peesschede. Of deze blijft haken achter de bandjes die de pees op zijn plek houden. Daardoor blijft de vinger vastzitten bij buigen of strekken.
Door kracht te zetten kan de pees soms toch opeens losspringen. De vinger kan dan opeens tóch verder buigen of strekken. Vandaar de naam hokkende vinger, triggervinger of springvinger.

Wat merk ik bij een triggervinger

Het is moeilijk om uw vinger te buigen en strekken. Buigen doet pijn of voelt vervelend. 

Met kracht kunt u de vinger nog wel een stukje verder krijgen. Daardoor gaat het buigen of strekken vaak in schokken. Soms lukt dit alleen door met uw andere hand te helpen.  

Aan de binnenkant van uw hand kan een bobbeltje ontstaan. Het kan heen en weer schuiven als u uw vinger buigt of strekt. Het kan pijn doen als u op het bobbeltje drukt. 

Soms blijft de vinger krom staan. 

Meestal zit het in de ringvinger, de duim of de middelvinger. In de hand die u het meest gebruikt, komt het vaker voor. 
Meestal zit het maar in 1 vinger, maar soms zit het in meer vingers. 

Hoe ontstaat een triggervinger?

Een triggervinger ontstaat door irritatie van de peesschede. De oorzaak van de irritatie is niet bekend. 

De peesschede wordt dikker of stugger. De ruimte in de peesschede wordt daardoor nauwer. 
De pees kan dikker worden. Er kunnen ook knobbeltjes op de pees komen. 
Daardoor kan de pees minder goed door de peesschede heen en weer bewegen. 

Wanneer is er meer kans op een triggervinger?

Een triggervinger komt vaker voor bij:

  • vrouwen
  • mensen tussen de 40 en 70 jaar
  • mensen met diabetes, reumatoïde artritis, een te langzaam werkende schildklier of jicht
  • mensen die met hun vingers steeds weer dezelfde bewegingen maken (zoals op een toetsenbord of piano)
  • mensen die een operatie hebben gehad voor het Carpaletunnelsydroom

Wat kan ik zelf doen bij een triggervinger?

Bij een triggervinger kunt u alleen afwachten of de klachten vanzelf weggaan.

U kunt zelf niets doen waardoor het sneller over gaat.

Behandeling van een triggervinger

Het dragen van een (nacht)spalk raden artsen niet aan, omdat er geen bewijs is dat het helpt.

Als u veel klachten heeft, kan een prik met een ontstekingsremmer (corticosteroïd) soms helpen. De huisarts spuit het medicijn in de peesschede. De klachten kunnen hierdoor minder worden of verdwijnen. Bij ongeveer 6 van de 10 mensen verdwijnen de klachten na de prik. 
Deze behandeling heeft ook nadelen:

  • De plek waar u de prik krijgt, kan een paar dagen pijn doen.
  • Uw gezicht kan tijdelijk rood worden (zoals bij blozen).
  • Op de plek van de prik kan de kleur van de huid blijvend veranderen.
  • Er is een kleine kans op een ontsteking door bacteriën op de plek van de prik.
  • De prik kan de pees beschadigen. Die kans is groter als u de prik vaker krijgt.

Bespreek het met uw huisarts als u deze behandeling wilt proberen.

Hoe gaat het verder met een triggervinger?

De klachten kunnen vanzelf verdwijnen. Bij ongeveer 1 op de 3 mensen met een triggervinger gaat het vanzelf over.

Als een triggervinger lang blijft bestaan, is er kans dat uw vinger krom gaat staan.

  • Heeft u een prik met een ontstekingsremmer gekregen? Dan kunt u afwachten of de klachten minder worden. 
    Ga na 4 tot 6 weken terug naar uw huisarts voor controle, als u nog klachten heeft. 
    Neem al eerder contact op als de plek van de prik dik, rood en/of pijnlijk wordt of als u koorts krijgt.
  • Heeft de prik geholpen maar komen de klachten terug? Alleen als de prik duidelijk goed en lang geholpen heeft, kunt u weer een prik krijgen. Dit mag pas 3 tot 6 maanden na de laatste prik. 
  • Gaan uw klachten niet over en u heeft er veel last van, dan kan een operatie helpen. De chirurg maakt dan de peesschede verder open. De pees kan dan makkelijker bewegen.
    Na de operatie blijven de klachten meestal weg. Bij 5 van de 100 mensen die hiervoor geopereerd zijn, komen de klachten binnen 6 tot 12 maanden terug. 
    De operatie heeft ook nadelen. Er is een kleine kans op problemen zoals een bloeding of een ontsteking door bacteriën. Dit komt voor bij ongeveer 13 van de 100 mensen die voor een triggervinger geopereerd zijn.
    Bij ongeveer 5 van de 100 mensen ontstaat een doof gevoel rondom het litteken of komt de triggervinger terug.

Meer informatie over een triggervinger

We hebben deze informatie gemaakt met

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Behandeling in OLVG

Soms kan de huisarts u naar de plastisch chirurg in OLVG verwijzen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om een triggervinger te behandelen zoals

  • injectie met corticosteroïden
  • operatie

De plastisch chirurg bespreekt de mogelijkheden met u.

Zo bereidt u zich voor op de operatie

Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 6 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 6 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Gebruik op de dag van de operatie geen bodylotion of crème.
  • Draag op de dag van de operatie geen sieraden of piercings.
  • Draag op de dag van de operatie geen nagellak.
  • Als u na de operatie naar huis gaat, kunt u nog wat pijn hebben. Zorg daarom dat u voor de operatie paracetamol in huis heeft.
  • Zorg dat iemand u komt ophalen na de operatie.

Zo gaat de operatie

  • De operatie gebeurt op de polikliniek. U krijgt een plaatselijke verdoving.
  • De plastisch chirurg snijdt het eerste bandje van de peesschede door. De buigpees kan weer vrij bewegen.
  • Na de operatie sluit de plastisch chirurg de wond met hechtingen.
  • De operatie duurt 10 minuten.
  • Als u zich goed voelt, mag u na uw behandeling meteen naar huis. Zelf autorijden of fietsen raden wij af. Reizen met het openbaar vervoer kan wel.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Adviezen voor thuis

  • Houd de eerste dagen uw hand hoog.
  • Houd uw hand zo veel mogelijk op de hoogte van uw schouder. Door uw hand hoog te houden is er minder kans op een zwelling.
  • Leg uw hand in de nacht op een kussen.
  • Beweeg veel met uw hand. De vingers worden dan minder stijf.
  • Na 4 tot 6 weken mag u alles weer doen. Het kan enige tijd duren voordat uw kracht en het gevoel in uw pols en hand weer terug is.
  • Gebruik de eerste maanden een zonnebrandcrème op het litteken.
  • Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Doe dit maximaal 7 dagen.

Oefeningen voor thuis

  • Het is belangrijk om uw hand te bewegen. Zo worden uw vingers minder stijf.
  • Probeer de oefeningen elk uur te doen. Herhaal elke oefening 10 keer.
  • Als het goed gaat, mag u ook vaker oefenen.

Oefening: Beweeg uw hand zoals op het plaatje is te zien van een gestrekte hand naar een vuist en weer terug. Let op dat u geen kracht zet. Als het nodig is, kunt u de vinger helpen te buigen met uw andere hand.

Zo gaat het verder

Na 2 weken verwijdert de plastisch chirurg de hechtingen.
De huisarts kan ook de hechtingen verwijderen. U heeft dan nog een telefonische afspraak met de plastisch chirurg.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een ontsteking. De plek van de operatie kan na de behandeling blauw kleuren en wat dikker worden. Dit trekt meestal binnen een paar weken vanzelf weg.

Bel meteen met de afdeling Plastische Chirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • U denkt dat uw wond ontstoken is. De wond is rood en warm of de plek om de wond is dik.
  • U heeft veel pijn.
  • De wond geneest niet goed.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar verpleegafdeling B5.

Verpleegafdeling Plastische Chirurgie, locatie Oost, B5
020 599 25 03 (dag en nacht bereikbaar)

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Plastische, reconstructieve, en handchirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.