Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl
Wanneer heb je een grotere kans op zwangerschaps-diabetes?
Je hebt een grotere kans om zwangerschaps-diabetes te krijgen in deze situaties:
- als je van Hindoestaanse, Arabische of Noord-Afrikaanse afkomst bent
- als je overgewicht hebt (een BMI hoger dan 30)
- als je vader, moeder, kind, broer of zus diabetes heeft
- als je in je vorige zwangerschap zwangerschaps-diabetes had of een zwaar kind kreeg
- als je polycysteus-ovarium-syndroom (PCOS) hebt
Misschien is het risico ook groter als je baby tijdens een eerdere zwangerschap in de baarmoeder is overleden.
Wat merk je van zwangerschaps-diabetes?
Meestal merk je niet dat je zwangerschaps-diabetes hebt.
Sommige vrouwen merken wel iets, bijvoorbeeld:
- veel plassen
- dorst, veel drinken
- snel moe zijn
- jeuk
Soms is op de echo veel vruchtwater of een te grote baby te zien. Dit kan ook een teken zijn van zwangerschaps-diabetes.
Hoe weet je of je zwangerschaps-diabetes hebt?
SuikertestDoor een suikertest weet je of je zwangerschaps-diabetes hebt.
Meestal doe je deze test als je tussen de 24 en 28 weken zwanger bent.
Soms doe je de test al bij 16 weken zwangerschap. Bijvoorbeeld als je eerder zwangerschaps-diabetes hebt gehad.
Je verloskundige of gynaecoloog adviseert je om een suikertest te doen in deze situaties:
- Je hebt een grotere kans op zwangerschaps-diabetes.
- Je baby lijkt op de echo te groot.
- Je baby heeft te veel vruchtwater.
- Je hebt veel klachten die kunnen passen bij zwangerschaps-diabetes.
- Je hebt een erg hoge bloedsuiker aan het begin van de zwangerschap.
Dat kan ontdekt worden als je een bloedtest kreeg aan het begin van je zwangerschap. En in die test werd ook je bloedsuiker onderzocht.
Je maakt een afspraak voor een suikertest bij het laboratorium. Een andere naam voor suikertest is orale Glucose Tolerantie Test (oGTT).
Deze test is niet gevaarlijk voor jou of je baby.
- Je mag vanaf 10 uur ’s avonds niets meer eten.
- Je mag vanaf 10 uur ’s avonds geen melk drinken of dranken waar suiker in zit.
- Je mag nog wel water of thee zonder suiker drinken.
- In de ochtend prikt de laborant wat bloed om je bloedsuiker te meten.
- Daarna krijg je een suikerdrankje.
- 2 uur na het drankje prikt de laborant opnieuw wat bloed om je bloedsuiker te meten.
Als 1 of beide bloedsuikers te hoog zijn, dan heb je zwangerschaps-diabetes.
Je verloskundige of gynaecoloog vertelt of je zwangerschaps-diabetes hebt of niet.
Hoe is de tekst over zwangerschaps-diabetes gemaakt?
We hebben deze tekst gemaakt met:
Behandeling in OLVG
Als u zwangerschapsdiabetes heeft, begeleiden zorgverleners van het Diabetescentrum u. U gaat soms ook naar een arts van Interne Geneeskunde.
Het is belangrijk dat u niet te veel suiker in uw bloed heeft. Daarom volgt u vaak een dieet. De arts bespreekt met u welk dieet bij u past.
Als het dieet niet genoeg helpt, krijgt u injecties met het stofje insuline. Insuline zorgt ervoor dat u minder suiker in uw bloed heeft.
U geeft uzelf de injecties. De verpleegkundige leert u hoe u dit doet.
Thuismonitoring
Als u zwangerschapsdiabetes heeft, moet u vaak zelf uw bloedsuikers meten. OLVG biedt thuismonitoring aan. U vult dan in een app in hoe het met u gaat en wat uw bloedsuikers zijn. De zorgverlener kan op afstand zien wat u in de app zet. Als het nodig is, neemt de zorgverlener contact op. Door thuismonitoring hoeft u minder vaak naar het ziekenhuis.
Bespreek met uw arts of thuismonitoring bij u past.
Bevallen met zwangerschapsdiabetes
Als u zwangerschapsdiabetes heeft, bevalt u meestal in het ziekenhuis.
Na de bevalling
Moeder
- Vaak verdwijnt de diabetes na de bevalling.
- Vaak heeft u na de bevalling geen dieet of insuline meer nodig.
- Sommige vrouwen houden diabetes na de bevalling. De arts bespreekt de behandeling met u.
Baby
- Tijdens de zwangerschap went uw baby aan de hoeveelheid suiker in uw bloed. Na de bevalling maakt uw baby daarom veel insuline aan. Hierdoor kan uw baby te weinig suiker in het bloed hebben. De arts controleert de hoeveelheid suiker in het bloed van uw baby een paar keer per dag.
- Als uw baby te weinig suiker in het bloed heeft, dan krijgt uw baby extra voeding. Soms is het nodig om uw baby een infuus te geven. Hiervoor ligt uw baby in een couveuse. Een couveuse is een afgesloten bedje voor baby’s die extra zorg nodig hebben.
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Diabetes, locatie Oost, P2
020 599 30 37 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Diabetes, locatie West, route 14
020 510 88 82 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG.
Laatst gewijzigd:
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.
