Uw kind steunen bij het droog blijven : adviezen voor ouders

Het doel van de training is dat uw kind leert om de blaas goed leeg te plassen en droog te blijven. De training vraagt veel van uw kind. Uw kind moet heel erg zijn best doen en vooral doorzetten. Het is belangrijk dat de ouders of verzorgers het kind steunen en blijven steunen. 

Als het een langere tijd niet lukt om droog te blijven, kan een kind hier aan gewend raken en doen alsof het probleem niet bestaat. Het heet ‘ontwijkhouding’ als een kind een probleem negeert. Kinderen luisteren niet meer naar de seintjes van de blaas en merken bijna niet meer dat ze in hun broek plassen.

Tijdens de training leert uw kind deze houding te veranderen. Uw kind leert het probleem op te lossen in plaats van het uit de weg te gaan. 

Urotherapie 

Trainen van de blaas heet urotherapie. Dit is een blaastraining voor plasproblemen door een urotherapeut. De urotherapeut is een gespecialiseerde zorgverlener. 

De onderwerpen van de training zijn onder andere: 

• Informatie over plassen.
• Uitleg en oefeningen. 
• Opdrachten voor thuis.
• Persoonlijke begeleiding. Bij sommige kinderen is het belangrijk om aandacht te besteden aan hoe te plassen, bij een ander kind gaat het meer om hoe vaak plassen.
• Beantwoorden van vragen van kind en ouders of verzorgers.

Uw kind doet de opdrachten van de training helemaal zelf. Uw kind heeft uw hulp nodig om de opdrachten vol te houden. Hoeveel hulp en controle er nodig is, heeft te maken met de leeftijd van het kind en met het kind zelf. 

Supporter

Het leren plassen kan op een sport lijken of op een soort wedstrijd tussen uw kind en de blaas. Wees de supporter en moedig uw kind aan om de oefeningen zo goed mogelijk te doen. Blijf positief en geloof dat het uw kind dit keer gaat lukken om tijdens de dag droog te blijven. Laat dit ook duidelijk merken. Uw steun is erg belangrijk voor uw kind. 

Begeleiden van uw kind

• Tijdens de training krijgt uw kind soms een opdracht of een oefening van de urotherapeut. 
• Zorg dat u weet welke opdracht of oefening uw kind doet en moet doen Om uw kind goed te kunnen begeleiden, is het nodig dat u weet wat uw kind moet doen. 
• U kunt uw kind helpen door te bespreken wat er goed ging en waarom het goed ging. Of bespreek wat nog niet zo goed ging en bedenk dan samen hoe het volgende keer beter kan.
• Noteer alle resultaten zodat je deze kunt doorspreken met de urotherapeut.

De volgende opdrachten zijn voorbeelden. Niet ieder kind krijgt dezelfde opdracht.

Geheimtaal

Tijdens de training leert uw kind te voelen wanneer hij moet plassen. Uw kind beslist zelf wanneer hij naar de wc gaat. U hoeft uw kind niet te sturen.
Wel mag u uw kind helpen, bijvoorbeeld via een geheimtaal. Vraag aan uw kind ‘1-2-3’. Uw kind denkt dan vanzelf zoals geleerd in de training: ‘moet ik wel of moet ik nie(t)’? 
Uw kind moet na uw vraag goed nadenken, voelen en zelf beslissen om wel of niet te gaan plassen. 

Onderbroek controleren

Uw kind moet bij ieder wc-bezoek controleren of de onderbroek nog droog is. U kijkt af en toe mee. Een natte plek kleiner dan 2 euro, is nog droog.
Als de onderbroek toch nat is, praat hier dan over met uw kind. Toon interesse en stel vragen, zoals:

• Wat was je aan het doen? 
• Was je afgeleid? 
• Dacht je eraan om op de seintjes van je blaas te letten? 
• Denk je wel eens aan wat je leert op de training? 

Als uw kind begrijpt hoe het komt dat de onderbroek nat is, kan dat helpen om de volgende keer beter op te letten. 

Samen de dag bespreken

Het is belangrijk dat u iedere dag de training bespreekt. U kunt helpen door uw kind te leren begrijpen waarom het soms wel lukt om droog te blijven. Van alleen lijsten invullen leert uw kind niet veel. Denk aan sport: ook bij een verloren wedstrijd speelt iemand beter als de supporters blijven juichen!
Word niet boos en maak geen ruzie. Help uw kind door mee te denken en spreek uw kind moed in. Help uw kind om de wedstrijd te winnen!

Onderstaande adviezen kunnen u helpen om uw kind zo goed mogelijk te ondersteunen. U kunt ook een afspraak maken met de urotherapeut voor een gesprek of als u vragen heeft. 

Naar de wc

Uw kind wil niet naar de wc gaan, terwijl u het idee heeft dat uw kind moet plassen.

Advies

• Lees op een later tijdstip van de dag de spelregels nog eens samen door.
• Geef uw kind extra te drinken.
• Leg uit dat om te winnen het soms nodig is om dingen te doen die niet leuk zijn.

1­2­3

Uw kind raakt geïrriteerd als u 1­2­3 zegt, en zegt meteen ‘nee’.

Advies

• Herinner uw kind aan de afspraken met de urotherapeut.
• Leg uit dat veel oefenen nodig is om te leren, net als bij sport of een hobby.

Toch weer nat

Uw kind was langere tijd droog en is nu weer regelmatig nat.

Advies

Neem de spelregels nog eens door met uw kind. Ga na of er iets bijzonders is gebeurd. Als dat zo is, geef dit dan door aan de urotherapeut.

Wel of niet nat

Een flinke natte plek is opgedroogd.

Advies

• Ruik of het urine is. Als het urine is, spreekt u af om dit de volgende keer wel nat te noemen. Spreek af dat uw kind alle natte broeken eerlijk op de lijst invult. Als uw kind doet alsof die niet bestaan, heeft een training weinig zin. 
• Maak geen ruzie met uw kind 
• Herinner uw kind aan de afspraken met de urotherapeut.
• Als u en uw kind verschillen van mening over een afspraak, spreek dan af om dit met de urotherapeut te bespreken.
• Blijf rustig en probeer niet boos te zijn.