home

Schimmelinfectie tijdens de borstvoeding : u kunt hiervoor terecht bij Verloskunde

Bij het geven van borstvoeding kunt u of uw baby last krijgen van een schimmel. Bij de baby heet dit spruw. Voor een schimmelinfectie en spruw krijgen u en uw baby een behandeling.

Over een schimmelinfectie en spruw

Normaal krijgt u geen klachten van een schimmelinfectie. Door ziekte of stress kan dat wel bijvoorbeeld in de mond, bij de vagina of op de huid. 
Tijdens de bevalling en bij het geven van borstvoeding komt de schimmelinfectie soms ook op de huid van uw baby. Als uw baby hiervan klachten heeft, heet dit spruw. 
Als u een schimmelinfectie bij de vagina heeft, krijgt alleen u een behandeling. Bij een schimmelinfectie op andere plekken of bij spruw krijgen u en uw baby op hetzelfde moment een behandeling. 

Oorzaken van een schimmelinfectie
U kunt last krijgen van een schimmelinfectie bij ziekte of stress. Bijvoorbeeld:

  • U bent zwanger of u bent net bevallen. 
  • U heeft stress of u voelt zich ziek. 
  • U heeft diabetes en uw bloedsuikerspiegel verandert. 
  • U gebruikt antibiotica of medicijnen met hormonen, zoals de anticonceptiepil. 

Klachten bij een schimmelinfectie en spruw

Soms hebben u of uw baby geen klachten van spruw of de schimmelinfectie. Vaak gaat het dan ook vanzelf over.  

Spruw

Bij spruw kan uw baby de volgende klachten hebben:

  • Het slijmvlies in de mond van uw baby is roder dan normaal.
  • Uw baby heeft witte plekken op de tong en in de mond. De witte plekken zijn niet weg te vegen.
  • Uw baby is onrustig tijdens het drinken en maakt bijvoorbeeld vaak een klak- of smakgeluid. Dat gebeurt als uw baby de borst of speen steeds loslaat en opnieuw aanhapt. Of als er lucht tussen mond en tepel komt. 
  • Uw baby weigert de borst. 
  • Uw baby kan last hebben van pijnlijke billen. Dit merkt u bijvoorbeeld aan huilen of wegdraaien bij het verschonen, rode huid of schrale plekken die pijnlijk lijken bij aanraking. 

Schimmelinfectie

Als u borstvoeding geeft, krijgt u vaak klachten bij uw borst, bij de tepel of bij de tepelhof. U kunt de volgende klachten krijgen:

  • Uw tepel wordt paars of rood. 
  • U heeft een gespannen, glanzende huid. Soms heeft u ook schilfers.
  • U heeft kleine bultjes op uw huid.
  • U heeft veel jeuk. Soms verandert de jeuk in een stekende pijn in de borst. Dit gebeurt meestal tijdens of na het voeden. 
  • U heeft een brandend gevoel of pijn in de borst. Soms voelt u de pijn ook in uw arm of rug. 

Behandeling

Baby

Om spruw te behandelen krijgt uw baby een drankje. Als uw baby last heeft van uitslag op de billen, schrijft de arts ook een crème voor. 

  • U geeft het drankje aan uw baby met een spuitje. U spuit het drankje in de mond. De verpleegkundige laat u zien hoe dit moet. 
  • U smeert de antischimmelcrème op de billen van uw baby. De billen van uw baby kunnen hierdoor droog worden. Daarom gebruikt u ook zinkzalf. 
  • Blijf de crèmes gebruiken tot uw baby minimaal 1 week geen klachten heeft. Als u eerder stopt met de crèmes, kunnen de klachten terugkomen. 

Moeder

Om de schimmelinfectie te behandelen krijgt u een crème. 

  • Spoel uw tepels en tepelhof na het voeden of kolven af met water. U kunt ook water met een zoutoplossing gebruiken. Laat de huid drogen.
  • Smeer na elke voeding de antischimmelcrème heel dun op uw tepels en tepelhof. 
  • Gebruik altijd een schone vinger om meer antischimmelcrème uit de tube te halen. 
  • Maak uw tepel goed schoon voordat u uw baby voedt. Gebruik hiervoor een vochtige tissue. Was daarna uw handen.

Tips

Borstvoeding

U mag gewoon borstvoeding geven als u en uw baby een behandeling krijgen. Vaak heeft u na 2 dagen al minder klachten. Toch kan borstvoeding geven nog pijnlijk zijn. De volgende tips kunnen helpen:  

  • Probeer vaak en kort te voeden.
  • Neem een pijnstiller. Bijvoorbeeld paracetamol.
  • Begin het voeden aan de borst waar u het minste pijn heeft. Als uw baby aan het drinken is, kunt u uw baby verplaatsen naar de andere borst.
  • Bespreek met uw zorgverlener of het beter is om uw baby anders vast te houden tijdens het voeden.
  • Zorg dat uw melk beter stroomt. Dit doet u door de borst warm te houden en door te ontspannen. U kunt ook kort kolven met de hand.
  • Laat uw baby de pijnlijke borst goed leegdrinken. 
  • Als borstvoeding erg pijnlijk is, kunt ook tijdelijk kolven en uw baby voeden met de fles. 

Hygiëne

  • Was uw handen steeds goed met warm water en zeep. Vooral voor en na het voeden, kolven en verschonen van de luier. 
  • Was uw handdoeken vaak. U kunt ook handdoeken gebruiken die u meteen weggooit. 
  • Knip uw vingernagels kort.
  • Trek elke dag een schone bh aan. 
  • Vervang uw zoogkompressen na elke voeding. Gebruik het liefst katoenen zoogkompressen.
  • Houd de huid rond uw tepels zo droog mogelijk. 
  • Was uw lakens, handdoeken, spuugdoekjes en beha in heet water van minimaal 60 graden. Als andere kledingstukken ook besmet kunnen zijn met Candida, was deze dan ook op minimaal 60 graden. 
  • Was alles wat u gebruikt bij het kolven na gebruik met water en zeep. Droog de spullen van het kolven met papieren handdoekjes of keukenrol. Als het kolfsetje helemaal droog is, verpak de spullen dan in een katoenen doek.
  • Kook flessen, spenen en alles wat u gebruikt tijdens het voeden of kolven elke dag in een pan kokend water en azijn. Kook de spullen minimaal 5 minuten. U kunt de spullen ook in de vaatwasser op 65 graden wassen. 

Afgekolfde melk

Verse afgekolfde melk kunt u gewoon geven aan uw baby, ook tijdens de behandeling. Als u de melk niet binnen 2 dagen gaat gebruiken, leg de melk dan in de vriezer. 

Melk uit de vriezer
Laat melk uit de vriezer eerst goed ontdooien. Leg de melk daarom in de koelkast. Als de melk ontdooid is, haal de melk dan uit de koelkast. Zo kan de melk wat opwarmen. 
Gebruik ontdooide melk binnen 24 uur. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVGOp werkdagen kunt u ook bellen met OLVG of met uw eigen huisarts.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: