home

Reactie kind na verblijf in het ziekenhuis : adviezen voor thuis 

Uw kind mag weer naar huis. In het ziekenhuis blijven is soms een heftige ervaring voor een kind. Weer thuis gedraagt uw kind zich soms anders. Uw kind heeft dan meer steun en aandacht nodig.

Over reacties na een verblijf in het ziekenhuis

Als uw kind in het ziekenhuis is geweest, moet uw kind de ervaringen verwerken. Vaak gebeurt dit pas als uw kind weer thuis is. Welke reacties uw kind heeft, hangt af van de persoonlijkheid en de leeftijd van uw kind. Uw kind kan de volgende reacties krijgen:

  • Uw kind heeft nare dromen of slaapt slecht. Uw kind kan ook vaker wakker worden en om u vragen.
  • Uw kind wil dat u bij uw kind slaapt.
  • Uw kind wil veel aandacht van u.
  • Uw kind valt terug in de ontwikkeling. Uw kind wil bijvoorbeeld een speen of plast in bed.
  • Uw kind gedraagt zich anders. Uw kind wordt bijvoorbeeld boos of stil. Uw kind kan ook heftig reageren op andere kinderen.

Als u vragen heeft over het gedrag van uw kind of het verwerken van de ervaringen kunt u praten met een medisch pedagogisch zorgverlener de afdeling Kindergeneeskunde.

Steunen van uw kind van 1 tot 8 jaar

  • Als uw kind vaak wakker wordt, kunt u steun geven door naar uw kind te gaan en met uw kind te praten. 
  • Als u en uw kind het fijn vinden, laat uw kind dan bij u in de kamer slapen. 
  • Uw kind heeft tijd nodig om te wennen thuis. Maak een vast schema over het naar bed gaan waar u en uw kind zich aan kunnen houden. Probeer uw kind na een paar dagen weer alleen te laten slapen.
  • Overdag kan het helpen om te spelen met een dokterskoffertje of door boekjes te lezen over het ziekenhuis.
  • Het is belangrijk dat u het gedrag van uw kind begrijpt, maar dat u ook grenzen stelt.
  • Als uw kind terugvalt in de ontwikkeling, dan gaat dit vanzelf weer over.

Steunen van uw kind vanaf 8 jaar

  • Het is belangrijk dat u het gedrag van uw kind begrijpt, maar dat u ook grenzen stelt.
  • Als uw kind terugvalt in de ontwikkeling, dan gaat dit vanzelf weer over.
  • Laat uw kind tekenen of praten over de tijd in het ziekenhuis.
  • Laat uw kind beslissen wat zij wel of niet willen bespreken. 

Contact

Aandachtspunten

  • Blijf zo veel mogelijk bij uw kind. Als u toch weg moet, zorg dan voor een oppas die uw kind goed kent.
  • Ga de eerste keer weer mee naar het kinderdagverblijf of de kleuterschool.
  • Als uw kind heftig reageert op andere kinderen, accepteer dit niet en praat met uw kind. Leg ouders van andere kinderen uit waarom uw kind zo reageert.
  • Een dokterssetje, verkleedkleren en spullen om te spelen kunnen helpen om de ervaring te verwerken.  

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Kinderdagbehandeling, locatie West, route 24
020 599 22 08 (op werkdagen van 07.30 tot 16.00 uur)

Afdeling Kindergeneeskunde, locatie West, route 24
020 510 89 07 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Kindergeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: