Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Soms duurt het langer dan 1 jaar voordat je partner zwanger is. Terwijl je toch vaak vrijt.
Er kunnen verschillende oorzaken zijn, bij een man en bij een vrouw. Je kunt dit het beste bij de huisarts bespreken, samen met je partner.
In je zaad (sperma) zitten zaadcellen en zaadvocht. De kwaliteit van het zaad wil zeggen:
Als de kwaliteit van het zaad iets minder goed is, kan je partner wel zwanger worden. Alleen de kans om zwanger te worden is kleiner.
De kans op afwijkingen bij de baby is niet groter.
De kwaliteit van het zaad kan bijvoorbeeld minder goed worden door:
Bij het onderzoek wordt het zaad met een microscoop bekeken. Ze kijken naar hoeveel zaadcellen er zijn, welke vorm ze hebben en of ze goed bewegen.
Soms lukt het niet om in de vagina klaar te komen. Je komt misschien te vroeg klaar, nog voordat je penis in de vagina is. Of je penis wordt niet stijf genoeg. Misschien lukt het niet om tijdens het vrijen klaar te komen. Je kunt je soms ‘gedwongen’ voelen om te vrijen op de dagen dat je partner vruchtbaar is. Dat kan problemen geven.
Problemen bij het vrijen kun je het beste met je partner bespreken. Je kunt ook een afspraak maken bij je huisarts om hierover te praten.
2 tot 3 weken na het onderzoek van je zaad krijg je de uitslag.
In deze tabel is te zien hoe groot de kans is dat je partner zwanger wordt in het komende jaar. De kwaliteit van je zaad en de leeftijd van je partner bepalen samen hoe groot die kans ongeveer is.
Mannen kunnen door verschillende oorzaken vruchtbaarheidsproblemen krijgen. Soms is de oorzaak niet duidelijk. Soms hebben ze problemen vanaf hun geboorte. Soms hebben ze een ziekte en krijgen ze door deze ziekte vruchtbaarheidsproblemen.
Soms daalt bij een jongen een zaadbal niet goed in de balzak. De zaadbal blijft dan hangen in de buik of lies. Vaak ziet een arts dit als de jongen nog jong is. Met een operatie is dit op te lossen. Na de operatie kan de kwaliteit van het zaad minder goed zijn.
Als u geen zaadleiders of geen hele zaadleiders heeft, maakt uw lichaam wel zaadvocht aan, maar geen zaadcellen.
Een ontsteking aan 1 of beide zaadballen of bijballen kan zorgen dat uw lichaam minder zaad aanmaakt. Een ontsteking kan ook zorgen dat het zaad niet goed door het lichaam beweegt.
Een voorbeeld van zo’n ontsteking is orchitis. Jongens in de puberteit die de bof krijgen, krijgen soms orchitis.
Ook een soa kan ervoor zorgen dat u een ontsteking aan uw zaadballen of bijballen krijgt. SOA is de afkorting van seksueel overdraagbare aandoening.
Een behandeling met chemotherapie of bestraling zorgt vaak dat uw lichaam minder of geen zaad meer aanmaakt.
U kunt een behandeling krijgen voor een varicocèle. Het is alleen niet duidelijk of de kans op een zwangerschap na de behandeling groter is. U leest meer over de behandeling op de webpagina: Embolisatie goedaardige zwelling balzak.
1 op de 7 mannen die gesteriliseerd is, heeft antistoffen tegen zaadcellen.
Na een ontsteking of aandoening van de zaadballen kan een man ook antistoffen tegen zaadcellen hebben.
Door de antistoffen kunnen de zaadcellen niet goed bewegen.
Als u meer dan 90 procent antistoffen heeft, heeft u vruchtbaarheidsproblemen. Als u minder dan 90% antistoffen heeft, heeft u soms vruchtbaarheidsproblemen.
Als u een broer met vruchtbaarheidsproblemen heeft, is er meer kans dat u ook vruchtbaarheidsproblemen heeft. Als vruchtbaarheidsproblemen in de familie zitten, heeft dat invloed op u. Vruchtbaarheidsproblemen kunnen ook invloed hebben op de zwangerschap of het kind dat u krijgt. De arts bespreekt dit met u.
U kunt zelf verschillende dingen doen om de kwaliteit van uw sperma te verbeteren. Het is alleen niet zeker dat het lukt.
Volg de adviezen minimaal 3 maanden, want het duurt 3 maanden voor een zaadcel genoeg gegroeid is om een eicel te kunnen bevruchten.
U leest hier meer over op de webpagina: Beter in Amsterdam.
Als u vruchtbaarheidsproblemen heeft, kan de huisarts u doorverwijzen naar de afdeling Fertiliteit in OLVG.
U heeft op de afdeling Fertiliteit een gesprek met de arts. Voor het gesprek krijgt u een digitale vragenlijst. U kunt de vragenlijst alvast doorlezen en invullen.
Tijdens het gesprek neemt de arts de vragenlijst met u door. De arts kan u vragen stellen over uw leven, uw werk, uw seksleven en uw familie. Met de vragen onderzoekt de arts waar uw vruchtbaarheidsproblemen vandaan komen.
De arts kan ook een lichamelijk onderzoek doen. Soms vraagt de arts 1 of meer onderzoeken op een andere afdeling voor u aan.
Met een spermaonderzoek laat u de kwaliteit van uw zaad onderzoeken. U leest hier meer over op de webpagina: Spermaonderzoek.
In OLVG is de uitslag van een spermaonderzoek binnen 2 dagen bekend.
Bij een MAR-test of IBT-test onderzoekt een laborant in het laboratorium of u antistoffen tegen zaadcellen heeft.
MAR staat voor mixed antiglobulin reaction.
IBT staat voor immunobead.
De arts kan een lichamelijk onderzoek doen. De arts onderzoekt bijvoorbeeld uw hele kruis. De arts let op uw lichaamshaar, littekens, ontstekingen of spataderen.
De arts kan ook een prostaatonderzoek doen.
De hormonen FSH en LH zijn belangrijk voor de aanmaak van zaadcellen en het hormoon testosteron. Het meten van hormonen gebeurt door onderzoek van uw bloed.
Een echografie is een onderzoek van de binnenkant van het lichaam. Dit onderzoek gebeurt via geluidsgolven. De geluidsgolven maken organen en weefsels zichtbaar. Een echografie veroorzaakt geen schade aan uw lichaam of omgeving..
Soms komt uit het spermaonderzoek dat de kwaliteit van het zaad niet goed is. De arts kan voor u een onderzoek van chromosomen en DNA aanvragen.
In alle cellen van het lichaam zitten chromosomen. Een onderdeel van chromosomen is DNA. In chromosomen zitten via een code de kenmerken van de mens. Bijvoorbeeld uw haarkleur. Bij elk mens is dit anders.
Als gezonder leven niet helpt, bespreekt de arts met u wat nog meer mogelijk is.
U kunt bijvoorbeeld zaad van een donor gebruiken. De arts brengt dan het zaad van een donor in de baarmoedermond van uw partner.
U kunt ook adopteren.
U kunt ook behandelingen krijgen waar uw partner ook bij betrokken is:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek VEVO, locatie Oost, P1
020 599 34 81 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.