home

Liesbreukoperatie bij een kind : operatie om bult in lies te verwijderen

Een kind met een liesbreuk heeft een bult in de lies. Meestal hebben kinderen zelf weinig last van een liesbreuk. Soms heeft een kind last van pijn of misselijkheid. Een liesbreuk herstelt niet vanzelf. Vaak is een operatie nodig.

Over een liesbreuk

De organen in de buik worden beschermd door de buikwand en het buikvlies. De buikwand bestaat uit spieren en pezen. Een zwakke plek in de buikwand kan een breuk worden. Het buikvlies wordt dan naar buiten geduwd.  Dit heet een buikwandbreuk. 
Een liesbreuk is een buikwandbreuk bij de lies. 
Als uw kind een liesbreuk heeft, ziet u in de lies van uw kind een bult. Soms komen darmen of een ander een orgaan klem te zitten in de breuk. Dit heet een beklemming. 

Vaak hebben kinderen met een liesbreuk geen klachten. Bij een beklemming van organen kan uw kind kan de volgende klachten ervaren:

  • pijn bij de lies
  • misselijkheid
  • overgeven

Een liesbreuk verdwijnt niet vanzelf. Een liesbreuk kan wel groter worden. De zwakke plek of opening in de buikwand is alleen met een operatie te repareren.

Oorzaken

Een liesbreuk komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. 
Een liesbreuk kan op elke leeftijd ontstaan. Vaak is er een zwakke plek of opening in de buikwand ontstaan voor de geboorte. 

Voor de geboorte van een kind is er een opening in het buikvlies rond de lies. Door deze opening kunnen de zaadleider en zaadbal naar de balzak zakken. Deze opening sluit zich normaal gesproken voor de geboorte. Als dat niet gebeurt blijft er een opening of zwakke plek bestaan in het buikvlies. Dit kan een liesbreuk worden. 

Onderzoek en diagnose

De arts stelt vast dat uw kind een liesbreuk heeft door te voelen aan de lies. 
Soms krijgt uw kind ook een echo. Een echo is een onderzoek met geluidsgolven. De geluidsgolven maken organen en weefsels zichtbaar. Dit geluid kunt u niet horen of voelen.
U bespreekt met de arts welke behandeling het beste bij de klachten van uw kind past. Vaak adviseert de arts een operatie. Soms kunt u met de arts bespreken om nog even te wachten met de behandeling.

Zo bereidt u zich voor

Bij deze operatie is narcose nodig. Narcose is een soort verdoving waarbij uw kind slaapt. Uw kind voelt door de narcose niets van de operatie. Een goede voorbereiding is heel belangrijk, anders kan de operatie of het onderzoek niet doorgaan. U leest hier meer over op de webpagina: Narcose bij een kind

Medicijnen

Koop voor de operatie zetpillen of tabletten paracetamol.

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

1 ouder mag met uw kind mee naar de operatiekamer. U mag blijven tot uw kind slaapt.
Uw kind krijgt via een infuus de verdoving. Dit is de narcose.

De operatie

  • De arts maakt een snee net boven de lies.
  • De arts duwt de inhoud van de breuk terug in de buik.
  • De arts snijdt de bult van het buikvlies weg.
  • Uw kind krijgt hechtingen die vanzelf oplossen.
  • De operatie duurt ongeveer 30 minuten.

Na de operatie

Na de operatie gaat uw kind een tijdje naar de uitslaapkamer om wakker te worden. De uitslaapkamer heet Recovery. 1 ouder mag dan bij uw kind zijn. De zorgmedewerkers controleren het hart, bloeddruk, ademhaling en mogelijke hoofdpijn. Als het nodig is, krijgt uw kind medicijnen tegen de pijn. Als de controles goed zijn, brengt een verpleegkundige uw naar de afdeling Dagbehandeling.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

  • Als uw kind zich goed voelt, mag uw kind na de behandeling meteen naar huis.
  • Uw kind heeft na de operatie een dag rust nodig om te herstellen. Kinderen geven vaak zelf aan of zij zich goed voelen.

Adviezen voor thuis

Als uw kind zich goed voelt, mag uw kind weer naar school of naar het kinderdagverblijf.

Wond

  • 1 dag na de operatie mag u de pleister verwijderen.
  • 1 dag na de operatie mag uw kind weer douchen. Laat uw kind niet in bad of naar het zwembad gaan. Na 2 weken mag uw kind weer zwemmen en in bad.
  • Plak na het douchen een schone pleister over de wond.
  • Na 2 weken hoeft uw kind geen pleister meer te dragen.

Pijnstilling

U bespreekt met de verpleegkundige welke medicijnen uw kind nodig heeft tegen de pijn. Volg de adviezen van de verpleegkundige op. 

Eten en drinken

  • Na de operatie mag uw kind alles weer eten en drinken.
  • Na de operatie willen kinderen vaak wat minder eten. Zorg dat uw kind verspreid over de dag een beetje drinkt en iets eet. De eetlust komt vanzelf terug na een paar dagen.
  • Uw kind kan een paar keer overgeven. Dit is normaal.

Zo gaat het verder

  • De dag na de operatie belt een verpleegkundige van de Dagbehandeling om te horen hoe het met uw kind gaat. 
  • Ongeveer 6 weken na de operatie heeft uw kind een afspraak bij de arts op de polikliniek Chirurgie. 

Wanneer moet u ons bellen?

Elke operatie heeft risico’s. Bij een liesbreukoperatie heeft uw kind een kans op een bloeding of ontsteking.

Soms is er een bloeduitstorting die de huid rond het litteken blauw kleurt. Deze bloeduitstorting zakt langzaam naar de penis en balzak of naar de schaamlippen. Dit kan geen kwaad. De bloeduitstorting verdwijnt binnen een paar weken

Neem meteen contact op met de afdeling Chirurgie als uw kind 1 of meerdere van de volgende klachten heeft:

  • blijven overgeven
  • meer dan 38,5 graden koorts 
  • meer dan 48 uur lang verhoging van 37,5 graden of meer
  • pijn die steeds erger wordt
  • de wond blijft bloeden 
  • rode of warme plek rond de wond
  • pus uit de wond

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen. 

Polikliniek Chirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
chirurgie@olvg.nl

Polikliniek Chirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Chirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: