Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
ICD is de afkorting van Implanteerbare Cardio Defibrillator. Aan een ICD zitten draden naar het hart. Deze draden heten elektroden. Hiermee meet de ICD continu het hartritme. De ICD kan zo nodig het hartritme herstellen.
De arts plaatst de ICD onder de huid. Een ICD heeft geen invloed op het aantal hartritmestoornissen. Wel heeft u met een ICD minder kans om te overlijden aan een hartritmestoornis.
Een ICD heeft verschillende taken:
Er zijn 3 soorten ICD’s. Uw cardioloog bespreekt met u welke ICD het beste bij uw klachten past.
1 of meer elektroden gaan via een ader onder het sleutelbeen naar uw hart. De arts plaatst de ICD linksboven in de borstkas, onder de huid of onder de borstspier. Een transveneuze ICD geeft zo nodig kleine schokjes af (ATP) of een krachtige schok. Ook kan een transveneuze ICD als een pacemaker werken.
De implantatie duurt 1 tot 2 uur.
1 elektrode gaat onder de huid langs het borstbeen naar uw hart. De arts plaatst de ICD links onder uw oksel, net onder de huid. Een subcutane ICD kan alleen een krachtige schok geven.
De implantatie duurt 1 tot 2 uur.
Soms is de knijpkracht van uw hart minder goed omdat de kamers van het hart niet precies tegelijk samenknijpen. Door een extra elektrode op uw linkerhartkamer te plaatsen, kan de knijpkracht verbeteren en mogelijk ervaart u hierdoor minder klachten. Dit heet CRT of cardiale resynchronisatie therapie.
De implantatie duurt 2 tot 3 uur.
De implantatie gebeurt door een cardioloog op de hartkatheterisatiekamer. U krijgt een plaatselijke verdoving. De implantatie duurt 1 tot 3 uur afhankelijk van de soort ICD die u krijgt. Meestal mag u dezelfde dag naar huis. Soms moet u op advies van de cardioloog 1 nacht in het ziekenhuis blijven.
Voor de implantatie krijgt u soms nog onderzoeken zoals:
Als u meer informatie nodig heeft, kunt u een afspraak maken met een ICD-begeleider of technicus. Een ICD-begeleider is een verpleegkundig specialist en/of technicus.
Voor de implantatie van een ICD komt u naar OLVG, locatie Oost.
De implantatie vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer en wordt gedaan door een cardioloog.
Als u van huis komt, meldt u zich bij afdeling A4 of B3 op locatie Oost.
Als u al in het ziekenhuis ligt voor de implantatie, dan brengt de verpleegkundige u naar de behandelkamer.
Een behandeling brengt altijd een risico met zich mee. Onderstaande complicaties zijn mogelijk:
Een ICD, de elektroden en de batterij kunnen slijten of kapot gaan. Daarom heeft u 1 tot 2 keer per jaar een controleafspraak bij de cardiologie-technicus.
De ICD controleert ook zichzelf en geeft een piep of een trilling bij een afwijking. Neem direct contact op als u iets afwijkends voelt of als er een piep of een trilling uit de ICD komt.
De arts bespreekt met u wanneer u weer naar huis kunt. U mag nog niet zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Vraag of iemand u naar huis brengt.
U mag niet autorijden en moet op termijn een nieuw rijbewijs aanvragen. Lees meer hierover bij de veelgestelde vragen.
Ongeveer 2 weken na uw implantatie heeft u een afspraak op de polikliniek Cardiologie voor wondcontrole en controle van de ICD.
1 tot 2 keer per jaar heeft u een controle van uw ICD in het ziekenhuis.
Na de implantatie krijgt u een ICD-pas. Op dit pasje staat in code welke ICD u heeft, waarom u een ICD heeft en waar u een ICD heeft gekregen. Draag het pasje altijd bij u, ook in het buitenland.
Bij een gevaarlijke hartritmestoornis geeft de ICD een stroomstoot die zorgt dat het hartritme weer normaal wordt. Dit heet een schok. De meeste patiënten voelen een ICD-schok als een harde slag of stoot midden op de borst en of tussen de schouderbladen. U raakt hiervan meestal niet buiten bewustzijn.
Iedere ingreep heeft risico’s. Bij het implanteren van een ICD bestaat een kleine kans op een ontsteking of een bloeding.
Bel meteen de polikliniek Cardiologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Shortstay afdeling Cardiologie, locatie Oost, A4
020 599 22 09 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.