home

Hersenschudding bij een kind : een val of een klap op het hoofd

Na een val of harde klap op het hoofd kan uw kind een hersenschudding krijgen. Na de klap is uw kind vaak duizelig of kort bewusteloos. Meestal geneest een hersenschudding vanzelf. Dit kan een paar weken duren. Het is belangrijk dat uw kind rustig aan doet na een hersenschudding.

Over een hersenschudding

Hersenen zitten in de schedel. Bij een harde klap op het hoofd, schudden de hersenen in de schedel heen en weer. Uw kind raakt duizelig of is kort bewusteloos. Dit duurt enkele seconden tot maximaal enkele minuten. Dit heet een hersenschudding of licht traumatisch hersenletsel.

Na de klap kan uw kind verward en angstig zijn en huilen. Een groter kind kan steeds dezelfde vragen stellen. De verwardheid duurt enkele minuten tot soms 24 uur. 
Door de hersenschudding kunnen de hersenen een tijdje niet goed functioneren.

Door de klap weet uw kind vaak niet meer wat er gebeurd is. Dit is normaal. Het is geen reden om ongerust te zijn. 

De klachten verdwijnen meestal vanzelf. Uw kind voelt zich meestal beter na een paar dagen of soms na een paar weken. Bijna alle kinderen zijn binnen 6 maanden helemaal beter.

Klachten

Het duurt een tijdje voor de hersenen hersteld zijn. Een speciale behandeling is meestal niet nodig. Na een val of een klap op het hoofd, kan uw kind 1 of meer van de volgende klachten hebben: 

  • Hoofdpijn 
    Hoofdpijn komt vaak voor na een hersenschudding. Als een kind moe is of stress heeft, kan de hoofdpijn erger worden. Slapen, rusten of een pauze nemen is vaak helpend. De hoofdpijn verdwijnt meestal binnen 1 week maar kan soms ook 6 tot 12 weken duren. Als de hoofdpijn niet weggaat of erger wordt, maak dan een afspraak met uw huisarts. 
  • Duizelig
    Bij een snelle beweging of bij het snel bewegen van het hoofd kan uw kind duizelig worden. Probeer uw kind rustig te houden. De duizeligheid gaat na enkele dagen vanzelf over. Als de duizeligheid na 2 weken niet weg is, maak dan een afspraak met uw huisarts. 
  • Moe
    Een kleine inspanning kan voor uw kind erg vermoeiend zijn. Probeer uw kind langer of vaker te laten slapen.
  • Moeite met aandacht vasthouden
    - Veel kinderen hebben moeite zich te concentreren na een hersenschudding. Laat uw kind niet te lang achter elkaar spelen, lezen of andere dingen waarbij het zich moet concentreren. Laat uw kind tussendoor pauzes nemen. 
    - Belangrijke zaken, zoals een test of toets, kunt u beter uitstellen tot uw kind zich weer fit voelt. 
  • Vergeetachtig
    Veel kinderen kunnen na een hersenschudding minder goed dingen onthouden. Dit is normaal en dat komt vanzelf weer goed. 
  • Onhandig 
    De hersenen verwerken de informatie die via ogen, oren en andere zintuigen binnenkomt. Daarna sturen de hersenen signalen naar de spieren. Na een hersenschudding kan dit minder goed gaan. U merkt dit als uw kind minder handig is, wankel beweegt, zich vaak stoot, valt of iets uit de handen laat vallen. Dit gaat vanzelf weer over. Het helpt als uw kind het wat rustiger aandoet.
  • Traag
    Het denken kan na een hersenschudding wat trager zijn. Een kind kan moeite hebben met het volgen van een gesprek, of met opdrachten uitvoeren en het duurt wat langer voor iets af is.
    - Herhaal indien nodig vaker wat u heeft gezegd of controleer extra of uw kind het goed heeft begrepen. 
    - Geef uw kind de extra tijd die het nodig heeft om taken af te maken. 
    - Vermijd situaties waarin uw kind onder druk komt te staan om dingen snel te doen. 
  • Prikkelbaar
    Na een hersenschudding kan uw kind sneller boos worden of verdrietig zijn. Dit kan lastig zijn voor uw kind, voor uw gezin en voor uw omgeving. Het helpt om prikkels te verminderen en als uw kind het wat rustiger aandoet.
  • Gevoelig voor geluid
    Na een hersenschudding kunnen de hersenen geluiden minder goed filteren. Vraag de mensen in uw omgeving zo weinig mogelijk lawaai te maken. Misschien kunt u broertjes of zusjes een paar dagen ergens anders laten logeren. 
  • Problemen met zien
    Na een hersenschudding ziet uw kind soms wazig of dubbel of is overgevoelig voor fel licht. Het is niet nodig om naar een opticien te gaan, want dit is meestal snel weer over. 

De klachten verschillen per persoon. Sommige kinderen zijn langer moe, hebben langer hoofdpijn of langer moeite om de aandacht ergens bij te houden.

Adviezen voor thuis

  • De hersenen van uw kind hebben tijd nodig om te herstellen. Help uw kind om regelmatig extra pauzes te nemen.
  • Uw kind kan de eerste dagen na de klap pijn hebben. U kunt uw kind paracetamol geven tegen de pijn. Het is belangrijk dat uw kind overdag zo normaal mogelijk mee kan doen en goed slaapt in de nacht. 
  • Vertel mensen in uw omgeving dat uw kind een hersenschudding heeft zodat zij hiermee rekening kunnen houden. 

Naar de opvang of naar school 

Uw kind kan weer naar de opvang of school als hij geen last meer heeft van hoofdpijn, dubbelzien of duizeligheid. Als uw kind nog erg gevoelig is voor licht of geluid, wacht dan nog een paar dagen. Bouw de dagen op de opvang of op school rustig op.

Door de hersenschudding kan uw kind op school nog enige tijd klachten hebben zoals:

  • Uw kind kan zich moeilijk concentreren tijdens de les.
  • Uw kind is minder snel in taken dan normaal, of ziet minder details.
  • Een drukke groep of klas zorgt voor irritaties of vermoeidheid.
  • Uw kind heeft na de opvang of school thuis meer behoefte aan rust.

Bespreek of het mogelijk is dat begeleiders en leerkrachten extra op uw kind kunnen letten en:  

  • Overleg of uw kind meer tijd kan krijgen om taken te maken.
  • Overleg met de school of het mogelijk is om toetsen uit te stellen. 
  • Overleg met de school of het mogelijk is dat uw kind extra pauzes krijgt of de kans om zich even terug te trekken als hij of zij zich overprikkeld voelt. 

Psychologische begeleiding en revalidatie

Als het herstel langer duurt dan verwacht, kan dat erg frustrerend zijn. Soms kan psychologische begeleiding of een revalidatietraject helpen. Wacht niet te lang om uw zorgen te bespreken met uw behandelend arts of de huisarts van uw kind. 

Wat uw kind beter niet kan doen

  • Laat uw kind vooral de eerste 48 uur niet of heel weinig naar een beeldscherm kijken, zoals smartphone, televisie, gameconsole of computer. Veel kijken naar een beeldscherm zorgt voor meer klachten en een trager herstel.
  • Laat uw kind niet de hele dag in bed liggen. In bed liggen helpt uw kind niet om sneller beter te worden. De hersenen moeten actief zijn om te kunnen herstellen. Bouw de tijd in bed rustig af.
  • Neem geen risico en let op met bijvoorbeeld hoge klimrekken. Het is voor uw kind belangrijk om het hoofd niet opnieuw te stoten of op het hoofd te vallen tijdens zijn herstel. 
  • De eerste 2 weken niet sporten zoals voetbal, andere balsporten en vechtsporten. Vraag de sportclub van uw kind om advies. Na 2 weken kan uw kind weer meer sporten als het zich goed voelt.
  • Kinderen jonger dan 18 mogen geen alcohol. En helemaal niet de eerste dagen na een klap. Alcohol en drugs kunnen sufheid geven. Het is dan niet meer te controleren of dit door de klap komt of door de alcohol of drugs. Ook duurt het met alcohol langer voordat uw kind weer helemaal beter is.

Wanneer moet u contact opnemen

Meestal verdwijnen de klachten van een hersenschudding vanzelf. Soms duurt dit een paar dagen. Soms duurt dit een paar weken. In de volgende gevallen moet u direct contact opnemen met de behandelend arts van uw kind: 

  • In de eerste dagen of weken een snelle verslechtering van zijn toestand
  • Forse toename van hoofdpijn 
  • Herhaaldelijk braken 
  • Verwardheid 
  • Sufheid, uw kind is bijvoorbeeld moeilijk te wekken 

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

Spoedeisende Hulp, locatie Oost
020 599 30 16

Spoedeisende Hulp, locatie West
020 510 81 61

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Kindergeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: