home

Hersenbloeding : bloedvat kapot in de hersenen

Bij een hersenbloeding is een bloedvat kapot in of rond de hersenen. Vaak krijgt u een hersenbloeding na een val op uw hoofd. U kunt veel klachten krijgen, zoals een scheve mond of een verlamming in uw arm of been.

Over een hersenbloeding

Een hersenbloeding ontstaat als een bloedvat in of rond de hersenen kapot gaat. Hierdoor raken de hersenen beschadigd. U herstelt langzaam. Vaak duurt het dagen of weken. Soms blijft u klachten hebben na een hersenbloeding. 

Klachten bij een hersenbloeding

Bij een hersenbloeding kunt u veel klachten krijgen. Welke klachten u krijgt, hangt af van in welk deel van de hersenen de hersenbloeding zit. U kunt last krijgen van de volgende problemen:

  • minder gevoel in uw gezicht, arm of been
  • een verlamde arm of een verlamd been
  • scheve mond
  • moeilijk kunnen praten
  • dubbelzien of problemen met zien
  • erge duizeligheid
  • hevige hoofdpijn
  • suf zijn of niet wakker kunnen blijven

Soorten hersenbloedingen

Er zijn verschillende soorten hersenbloedingen. De soorten hersenbloedingen zitten op verschillende plekken in of rond uw hersenen. Om de hersenen heen zitten 3 vliezen. Dit zijn de hersenvliezen. Vaak zit een bloeding na een ongeluk tussen de hersenvliezen.

Intracerebrale bloeding

Als u een hersenbloeding in de hersenen heeft, dan heeft u een intracerebrale bloeding. Vaak krijgt u een intracerebrale bloeding vanzelf, zonder dat u een ongeluk heeft gehad. Mensen met suikerziekte, een hoge bloeddruk en mensen die roken hebben meer kans op een intracerebrale bloeding.  

Epidurale bloeding

Bij een epidurale bloeding heeft u een bloeding tussen de schedel en de buitenste hersenvlies. Een epidurale bloeding gebeurt vaak na een ongeluk waarbij u een klap op het hoofd heeft gehad. Als u een epidurale bloeding heeft kan uw schedel ook gebroken zijn. 

Acute subdurale bloeding

Bij een subdurale bloeding heeft u een bloeding binnen het buitenste hersenvlies. Een subdurale bloeding kan snel of langzaam bloeden. Een snelle bloeding heet ook wel een acute bloeding. Een acute bloeding ontstaat vaak na een val of klap op het hoofd.

Chronische subdurale bloeding

Een langzame bloeding heet ook wel een chronische bloeding. Het duurt lang voordat de bloeding groter wordt. U krijgt dan pas een aantal dagen of weken na de val of klap klachten. Soms krijgt u geen klachten bij een chronische subdurale hersenbloeding. 

Subarachnoïdale bloeding

Bij een subarachnoïdale bloeding heeft u een bloeding tussen het middelste en binnenste hersenvlies. Deze bloeding kan ontstaan na een klap of val op het hoofd. Deze bloeding kan ook ontstaan als een bloedvat in uw hersenen kwetsbaar en is uitgerekt. Dit heet ook wel een aneurysma. De bloedvaten gaan dan sneller kapot. 
U leest hier meer over op de webpagina: Zwakke plek in bloedvat in de hersenen.

Behandeling

Er is meestal geen behandeling voor een hersenbloeding. Meestal lost de bloeding vanzelf op. Wel kan de arts er soms voor zorgen dat de bloeding niet groter wordt:

  • Als u bloedverdunners gebruikt, vraagt de arts u soms om tijdelijk met uw bloedverdunners te stoppen. Stop nooit zomaar met uw medicijnen.
  • U kunt medicijnen krijgen waardoor uw bloedverdunners niet meer werken.
  • Als u een hoge bloeddruk heeft, kunt u medicijnen krijgen om uw bloeddruk te verlagen.
  • Een bloeding drukt op uw hersenen. Hierdoor krijgt u klachten. Als de bloeding te veel op uw hersenen drukt, dan kunt u soms een operatie krijgen. De druk op uw hersenen wordt dan minder. U kunt ook soms een operatie krijgen om de bloeding te stoppen. Deze operatie krijgt u in Amsterdam UMC.
  • Bij een bloeding door een aneurysma moet de arts het aneurysma behandelen.
  • De arts bespreekt met u wat u zelf kunt doen om te zorgen dat u niet nog een hersenbloeding krijgt. 

Verblijf in het ziekenhuis

Na een hersenbloeding blijft u in het ziekenhuis. U kunt verblijven op de acute opname afdeling, afdeling Neurologie of de stroke unit. U krijgt vaak controles. Tijdens de controles meet een verpleegkundige of arts uw bloeddruk en hartslag. Ook kijkt de arts of verpleegkundige hoe goed u kunt spreken, en of u nog gevoel en kracht in uw lichaam heeft.  De arts bespreekt ook met u hoe het gaat. Soms krijgt u ook verschillende onderzoeken om de oorzaak van uw hersenbloeding te vinden.

In het ziekenhuis krijgt u hulp om te herstellen van uw klachten. U krijgt bijvoorbeeld hulp van een fysiotherapeut, ergotherapeut of logopedist. U kunt ook een afspraak krijgen met een revalidatiearts. De revalidatiearts bespreekt met u welke hulp u nodig heeft als u naar huis gaat.

Wanneer moet u ons bellen?

Neem contact op met de polikliniek Neurologie als u merkt dat u iets meer last krijgt van uw klachten.
Neem meteen contact op met 112 als u nieuwe klachten krijgt of als u veel meer last krijgt van de klachten die u al had. Nieuwe klachten die u zou kunnen krijgen zijn:

  • minder gevoel in uw gezicht, uw arm of uw been
  • scheve mond
  • moeilijk kunnen praten
  • dubbel zien of problemen met zien
  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • suf zijn of niet wakker kunnen blijven

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Verpleegafdeling Neurologie, locatie West, route 81
020 510 82 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Acute Opname afdeling, locatie Oost, C5
020 599 2504 (24 uur per dag)

Acute Opname afdeling, locatie West, route 41, B4
020 510 84 34 (24 uur per dag)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neurologie van OLVG. Laatst gewijzigd: