Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Bij glaucoom is er schade aan je oogzenuw doordat de oogdruk te hoog is. Hierdoor kun je steeds minder goed je omgeving zien.
Soms is bij glaucoom de oogdruk normaal. Dit heet normale-druk-glaucoom.
Glaucoom komt veel voor: ongeveer 2 van de 100 mensen boven de 45 jaar hebben glaucoom.
Glaucoom ontstaat meestal langzaam en kan steeds erger worden. Je hebt glaucoom meestal aan allebei je ogen.
Heel soms heeft iemand acuut glaucoom. Dit is zeldzaam. De oogdruk is opeens heel hoog. Dit geeft heftige klachten. Zoals hoofdpijn, misselijk zijn en overgeven, wazig zien en een rood en pijnlijk oog. Acuut glaucoom heb je bijna altijd maar in 1 oog tegelijk.
Bij deze soort glaucoom heb je de eerste jaren meestal geen klachten. Je ziet niet meer alles, maar je merkt dat zelf niet. Dit komt doordat je hersenen de dingen aanvullen die je niet meer ziet.
Bij de meeste mensen wordt glaucoom ontdekt bij een oogonderzoek voor een andere klacht. Of omdat glaucoom in de familie voorkomt.
Door glaucoom ga je steeds minder van je omgeving zien. Dit heet ook wel je gezichtsveld. Het midden van wat je ziet, blijft nog lang goed. Daarom kun je bijvoorbeeld vaak nog wel goed lezen. Door een kleiner gezichtsveld kun je bijvoorbeeld deze klachten krijgen:
Bij acuut glaucoom is je oogdruk veel te hoog. Dit is zeldzaam. Je kunt dan deze klachten hebben:
Heel soms kan glaucoom ervoor zorgen dat je blind wordt.
In deze situaties heb je een grotere kans om glaucoom te krijgen:
Bij de oogarts krijg je deze onderzoeken:
Je krijgt een behandeling om de oogdruk te verlagen. Ook bij normale-druk-glaucoom is dat vaak nodig.
Samen met je arts kies je welke behandeling het beste bij je past:
Je kunt verschillende behandelingen tegelijk of na elkaar krijgen.
Glaucoom kan veel gevolgen hebben voor dingen die je elke dag doet:
Als je steeds minder van de omgeving kunt zien, kan dat problemen geven bij autorijden. Vraag je oogarts of je nog mag blijven autorijden. Bij je rijbewijs vernieuwen heb je een verklaring nodig dat je veilig kunt rijden met glaucoom.
Omgaan met minder goed zienEr zijn organisaties met informatie over hulp bij de dingen die je elke dag doet. Bijvoorbeeld de Oogvereniging, Bartiméus en Visio. Hier vind je ook tips en adviezen over hoe je kunt omgaan met minder goed zien. Bijvoorbeeld door dingen in je huis aan te passen. Zoals je werkplek of het licht in je huis.
Heb je meer hulp nodig om te leren omgaan met slecht zien? Je oogarts kan je doorsturen naar een revalidatie-centrum voor een cursus of een training.
Je krijgt de rest van je leven controles bij de oogarts. Meestal 1 of 2 keer per jaar. Dat hangt af van hoe erg je glaucoom is en hoe goed de behandeling werkt.
Bij een controle krijg je meestal 2 onderzoeken om te zien of je glaucoom erger wordt:
Is je glaucoom op tijd ontdekt en werkt de behandeling goed? Dan blijf je meestal goed zien. Je merkt dan niets of bijna niets van glaucoom. Je blijft de oogdruppels gebruiken en op controle komen.
Je gaat slechter zienIs bij jou glaucoom pas later ontdekt? Of werkt de behandeling niet goed genoeg? Er is dan een kans dat je steeds slechter gaat zien. Heel soms kunnen mensen blind worden van glaucoom.
Je oogarts bekijkt of je behandeling aangepast kan worden. Bijvoorbeeld andere oogdruppels of een andere behandeling met een sterke lichtstraal (laser) of operatie.
Bel direct je huisarts, de huisartsen-spoedpost of je oogarts als je 1 of meer van deze klachten krijgt:
Je hebt dan misschien acuut glaucoom. Hierbij is de oogdruk heel erg hoog. Dit is zeldzaam. Je hebt dan direct behandeling nodig om te zorgen dat je niet meer schade aan je oogzenuw krijgt.
Maak op werkdagen een afspraak met je oogarts als het druppelen met oogdruppels niet goed lukt. Of als je steeds slechter gaat zien.
Ga terug naar de apotheek als je andere oogdruppels hebt gekregen dan die op het recept van de oogarts staan.
Om te kijken of u glaucoom heeft, krijgt u een aantal onderzoeken:
Na deze onderzoeken bespreekt de oogarts met u of u behandeld moet worden. Samen met de oogarts beslist u welke behandeling het best bij u past.
Er zijn verschillende soorten behandelingen die de oogdruk bij glaucoom kunnen verlagen:
Er zijn veel verschillende soorten oogdruppels die de oogdruk kunnen verlagen. U bespreekt met uw oogarts welke oogdruppels voor u het best zijn. Het is belangrijk dat u de oogdruppels op de goede manier gebruikt. De techniek van het oogdruppelen kan in het begin lastig zijn. U moet net zolang doordruppelen totdat u een druppel in uw oog voelt. Blijft het oogdruppelen moeilijk? Dan kunt misschien een hulpmiddel gebruiken. Vraag naar een hulpmiddel bij de doktersassistent of uw apotheek.
Als oogdruppels de oogdruk niet genoeg verlagen, wordt er soms een laserbehandeling gedaan. Bij een laserbehandeling maken we de afvoer van het oogvocht wijder met een lichtstraal.
U kunt meer over deze behandeling lezen op de webpagina: Laserbehandeling van het oog.
Als andere behandelingen niet goed genoeg werken, krijgt u een glaucoom-implant. Dit gebeurt met een operatie.
Met een glaucoom-implant heeft uw oog een extra afvoer voor het oogvocht. Van tevoren kijkt de oogarts hoe groot deze extra afvoer moet zijn.
Soms krijgt u tabletten om de oogdruk te verlagen. U hoort van uw oogarts of u tabletten nodig heeft.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Oogheelkunde, locatie Oost, P3
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Oogheelkunde, locatie West, route 2
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Oogheelkunde, locatie Spuistraat
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.