home

Dotterbehandeling bij dialyse : bij een vernauwing in een shunt 

Als u dialyse krijgt, kan er een vernauwing komen in 1 of meerdere shunts. Door de vernauwing duurt het langer voordat de dialyse klaar is. Ook kan er de shunt verstopt raken door een bloedprop. U krijgt dan een dotterbehandeling. Deze behandeling duurt 60 tot 90 minuten.

Over een dotterbehandeling bij dialyse

De huid van uw shuntarm krijgt een verdoving. De arts brengt een katheter in tot de vernauwing. Een katheter is een dun slangetje. Aan het einde zit een leeg ballonnetje. Door het ballonnetje op te blazen, vermindert de vernauwing.
Een dotterbehandeling heet ook wel Percutane Coronaire Interventie of PCI.  
De dotterbehandeling duurt 60 tot 90 minuten.  

Zo gaat de dotterbehandeling

Voor de behandeling

  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus kan de verpleegkundige medicijnen geven.
  • Probeer te ontspannen en houd uw arm stil.  

De behandeling

Tijdens de behandeling bent u wakker en kunt u gewoon praten met de verpleegkundige of arts. De behandeling gebeurt achter een scherm.  

  • U ligt op de onderzoekstafel.
  • Uw arts verdooft uw huid met een injectie en prikt een gaatje in uw bloedvat. 
  • Via het gaatje schuift uw arts de katheter uw bloedvat in. De arts volgt de katheter op een beeldscherm.
  • Als de katheter op de juiste plek zit, spuit uw arts de contrastvloeistof in uw ader. U kunt hier een warm gevoel van krijgen. Soms krijgt u door de contrastvloeistof pijn op uw borst of voelt u zich benauwd. Vertel dit meteen aan uw verpleegkundige.
  • Door de contrastvloeistof ziet uw arts de binnenkant van het bloedvat op het beeldscherm. De arts kan zo de vernauwing opsporen.
  • De arts maakt een röntgenfoto. 
  • De arts schuift het ballonnetje door de katheter op de plek van de vernauwing. 
  • Door het ballonnetje een aantal keren op te blazen, verdwijnt de vernauwing.
  • Als de dotterbehandeling klaar is, verwijdert de arts de katheter uit uw bloedvat.
  • Als uw arts een bloedvat in uw pols heeft gebruikt, krijgt u een speciaal bandje om uw pols. Dit bandje drukt uw bloedvat dicht.  

Na de behandeling

Na de dotterbehandeling kunt u uw shunt weer gebruiken voor dialyse.
Om te zien wat het resultaat is van de behandeling, volgt bij de volgende dialyse weer een transonicmeting.

Resultaat van de behandeling

De dotterbehandeling kan soms onvoldoende helpen. De arts bespreekt dan een mogelijke oplossing met u.  

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere behandeling heeft risico’s. Bij deze dotterbehandeling is er een hele kleine kans dat de shunt gaat stollen. Als de prikplaats blijft nabloeden, krijgt u een drukverband om uw arm.  

Bel meteen de afdeling Dialyse als u 1 of meer van deze klachten heeft:  

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts. 
  • U verliest veel bloed: het verband is na een uur doorweekt. 
  • U kunt 8 uur of langer niet plassen. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen. 

Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Cardiologie, locatie West, route 4
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Afdeling Dialyse, locatie West
020 510 83 90 (op werkdagen van 07.30 tot 16.00 uur)
dialyse.secretariaat@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: