home

Dotterbehandeling : Percutane Coronaire Interventie of PCI

U krijgt een dotterbehandeling omdat er een vernauwing is in 1 of meer kransslagaders van uw hart. Door de vernauwing kan uw bloed niet goed meer stromen. Op de plek van de vernauwing komt een stent of een ballonnetje om de vernauwing op te rekken. Dit zorgt ervoor dat de kransslagader openblijft. De behandeling duurt 1 tot 3 uur. Meestal kunt u dezelfde dag weer naar huis.

Over een dotterbehandeling

De arts brengt een katheter in via de pols of via de lies. Een katheter is een dun slangetje. Via de katheter kan een stent of ballon ingebracht worden. Door het ballonnetje op te blazen, rekt het bloedvat op waardoor de vernauwing minder wordt. Als dat lukt, komt er ruimte om zo nodig een stent te plaatsen. 

Een stent is een soort balpenveertje van metaal. Een stent houdt het bloedvat open en blijft voor altijd zitten. Na de behandeling moet u een half jaar tot 1 jaar extra bloedverdunners gebruiken. 

Een dotterbehandeling heet ook wel Percutane Coronaire Interventie of PCI. 

Zo bereidt u zich voor

U bereidt zich op de volgende manier voor:

Medicijnen

  • Als u medicijnen of bloedverdunners gebruikt, kunt u deze meestal gewoon blijven gebruiken. 
  • Soms moet u voor het onderzoek tijdelijk stoppen met sommige medicijnen. Als u moet stoppen met een medicijn, leest u dat in de brief die u krijgt voor de behandeling. Deze informatie is belangrijk. Lees daarom deze brief zorgvuldig.
  • Neem uw Actueel Medicatieoverzicht mee. Dit kunt u gratis opvragen bij uw eigen apotheek. 
  • Neem al uw medicatie mee in de originele verpakking. 
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.

Eten en drinken

  • U mag gewoon eten en drinken op de dag van de behandeling.

Kleding

  • Draag makkelijke, wijde kleding. 
  • Metaal kan het onderzoek verstoren. Draag daarom geen kleding met metaal, zoals een beugel-bh of kleren met metalen knopen of een rits. 
  • Soms blijft u na het onderzoek een nacht in het ziekenhuis. Neem daarom een toilettas en pyjama mee en uw mogelijke hulpmiddelen zoals bril, gehoorapparaat, stok of rollator.

Zo gaat de dotterbehandeling

Voor de behandeling

  • U krijgt een intakegesprek met een verpleegkundige. 
  • De verpleegkundige controleert uw bloeddruk en hartslag. 
  • Voor de behandeling is het soms nodig om extra medicijnen te krijgen. De verpleegkundige bespreekt dit met u. 
  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus kan de verpleegkundige medicijnen geven. 

De behandeling

Tijdens de behandeling bent u wakker en kunt u gewoon praten met de verpleegkundige of arts. 

  • U gaat op de onderzoekstafel liggen.
  • Uw arts onderzoekt welk bloedvat het meest geschikt is om te gebruiken. Meestal is dit een slagader in uw pols. Soms is een slagader in uw lies beter.
  • Uw verpleegkundige desinfecteert de huid.
  • Uw arts verdooft uw huid met een injectie en brengt een buisje in uw slagader. 
    Als de katheter via de slagader in uw pols naar uw hart gaat, krijgt u eerst een medicijn. Dit medicijn zorgt ervoor dat uw slagader niet dichtknijpt. Dit kan kort een warm en vervelend gevoel geven in uw arm.  
  • Via het buisje schuift uw arts de katheter in uw slagader. De arts volgt de katheter op een beeldscherm.
  • Via de katheter spuit de arts de contrastvloeistof in de kransslagader. U kunt hier een warm gevoel van krijgen. Soms krijgt u door de contrastvloeistof pijn op uw borst of voelt u zich benauwd. Vertel dit meteen aan uw verpleegkundige.
  • Door de contrastvloeistof ziet uw arts de binnenkant van de kransslagader op het beeldscherm. 
  • Via de katheter brengt de arts een stent of ballonnetje naar de plek van de vernauwing. Hierdoor is het mogelijk de vernauwing te behandelen. Soms krijgt u tijdens het behandelen van de vernauwing pijn op uw borst of voelt u zich benauwd. Vertel dit meteen aan uw verpleegkundige.
  • Als de behandeling klaar is, verwijdert de arts alle materialen uit uw lichaam behalve de stent. 
  • Als uw arts een slagader in uw pols heeft gebruikt, krijgt u enkele uren een drukverband. Als uw arts een slagader in de lies heeft gebruikt, sluit de arts het aanprikgaatje van de slagader meestal met een soort plugje of hechting. De plug of hechting lossen vanzelf op. Soms krijgt u een drukverband in de lies.
  • Soms laat uw arts het buisje in uw lies zitten. 
  • Een arts of een verpleegkundig specialist zal het buisje dan verwijderen op de Lounge dagbehandeling.

De behandeling duurt 1 tot 3 uur.  

Na de behandeling

Na de behandeling via uw pols

U gaat lopend of met een rolstoel terug naar de Lounge Dagbehandeling of de verpleegafdeling. U mag niet op uw pols steunen of kracht of zetten met uw pols.

  • Opname via lounge Dagbehandeling: U blijft meestal 6 uur op de Dagbehandeling. Als het dan goed gaat, mag u naar huis. Uw arts of uw verpleegkundig specialist bespreekt dit met u. 
  • Opname via verpleegafdeling: uw arts of verpleegkundig specialist bespreekt met u wanneer u naar huis mag. 

Na de behandeling via uw lies 

U gaat in uw bed of op een stretcher terug naar de Lounge Dagbehandeling of de verpleegafdeling. U moet 2 tot 4 uur blijven liggen. U mag uw been niet buigen.

  • Opname via lounge Dagbehandeling: U blijft meestal 6 uur op de Dagbehandeling. Als het dan goed gaat, mag u naar huis. Uw arts of uw verpleegkundig specialist bespreekt dit met u. 
  • Opname via verpleegafdeling: uw arts of verpleegkundig specialist bespreekt met u wanneer u naar huis mag. 

U mag weer gewoon eten en drinken. Het is belangrijk om water te drinken. U plast dan de contrastvloeistof sneller uit. 
U krijgt een kan met water van de verpleegkundige. 

Als u vanuit een ander ziekenhuis bent gekomen, blijft u na het onderzoek nog 2 uur in OLVG. Daarna brengt een ambulance u weer terug naar uw eigen ziekenhuis.

Mogelijke complicaties

Tijdens een gesprek met de arts op de polikliniek krijgt u meer uitleg over de complicaties die u kunt krijgen.

Tijdens of na een dotterbehandeling is er een kleine kans op de volgende complicaties:

  • bloedpropje
  • beschadiging of verkramping van de kransslagader
  • inwendige bloeding naar het hartzakje 
  • Zeer zelden leidt een van deze complicaties tot overlijden.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

Wetenschappelijk onderzoek

Het Hartcentrum in OLVG doet veel wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van hartaandoeningen. Uw zorgverlener kan u vragen of u mee wilt doen aan een onderzoek. U leest hier meer over op deze 3 webpagina’s:

1.    https://www.olvg.nl/wetenschap/bezwaar-gebruik-medische-gegevens-en-lichaamsmateriaal/

2.    https://www.olvg.nl/wetenschap/researchbureau-hartcentrum/

3.    https://www.olvg.nl/actueel-wetenschappelijk-onderzoek-hartcentrum/

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Cardiologie, locatie West, route 4
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Cardio Lounge, locatie Oost, B3
020 599 23 02 (op werkdagen van 08.30 tot 17.00 uur)

Cardio Lounge, locatie West, route 36
020 510 82 63 (op werkdagen van 08.00 tot 15.30 uur)

Hartfalenteam, locatie Oost en West
020 599 23 57 (op werkdagen van 08.30 tot 15.30 uur)
hartfalen@olvg.nl

Verpleegafdeling Cardiologie, locatie Oost, B4
020 599 24 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)  

Hartbewaking en Eerste Harthulp (EHH), locatie Oost, A3
020 599 23 05 (dag en nacht)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: