Beschermende maatregelen voor uw naaste : u vrijheidsbeperkende interventies

Uw naaste verblijft in het ziekenhuis. Dit kan moeilijk zijn voor uw naaste of uw naaste kan in de war raken. 
Uw naaste kan onrustig of boos zijn. Hierdoor ontstaan soms onveilige situaties. 
Voorbeelden van onveilige situaties als uw naaste in het ziekenhuis verblijft zijn:

• Uw naaste verwijdert medische hulpmiddelen, zoals een infuus. 
• Uw naaste is agressief tegen zorgverleners of bezoekers.
• Uw naaste heeft grote kans om te vallen. Dit kan als uw naaste erg onrustig of in de war is.

Om uw naaste goed en veilig te behandelen zijn dan beschermende maatregelen nodig. Door deze maatregelen kan uw naaste zich minder vrij bewegen. De maatregelen heten ook wel vrijheidsbeperkende interventies.

Voordat beschermende maatregelen nodig zijn, kijken de arts en verpleegkundige altijd of er andere maatregelen zijn die heftig zijn. 
Andere mogelijkheden zijn:

• Het infuus vervangen door pillen. Er is dan geen gevaar dat uw naaste het infuus verwijdert.
• Het bed laag zetten zodat uw naaste niet uit bed kan vallen.
• Een rollator gebruiken zodat uw naaste minder snel valt.
• Uw naaste krijgt medicatie om rustiger te worden.
• Rooming-in door familie. U leest hier meer over op de webpagina: Rooming-in.

Als de situatie niet veilig is voor uw naaste of anderen, zijn zwaardere maatregelen nodig. Uw naaste kan zich dan minder vrij bewegen.

Om uw naaste goed en veilig te kunnen behandelen zijn soms speciale maatregelen nodig. 
Enkele voorbeelden van beschermende maatregels zijn:

• speciale handschoenen
• banden rond de polsen of enkels 
• een band om het middel
• een apparaat dat een signaal geeft aan de zorgverlener als uw naaste uit bed gaat
• speciale pyjama’s die de patiënt beschermen; dit heet een plukpak.

Extra zorg

De beschermende maatregelen zorgen dat uw naaste minder vrij kan bewegen. Hierdoor kan uw naaste minder goed voor zichzelf zorgen.
De zorgverleners geven uw naaste daarom extra zorg. 

Om beschermende maatregelen te gebruiken, heeft de arts toestemming nodig van uw naaste of van een vertegenwoordiger. Een vertegenwoordiger beslist over uw naaste als uw naaste dat zelf niet kan. 
Een patiënt kan maar 1 vertegenwoordiger hebben.

Volgens de wet mogen de volgende personen vertegenwoordiger zijn:

• echtgenoot, geregistreerd partner of andere levenspartner
• ouder, kind, broer of zus
• schriftelijk gemachtigde
• door de rechter benoemde curator of mentor

Soms is een situatie opeens gevaarlijk. Een arts mag dan zonder toestemming beschermende maatregelen gebruiken. Achteraf vraagt de arts toestemming aan de vertegenwoordiger.

Het kan moeilijk zijn om te zien dat uw naaste minder vrijheid heeft. De zorgverleners van uw naaste kunnen u uitleggen waarom de beschermende maatregelen nodig zijn. U kunt uw naaste helpen zich beter te voelen. 

• Zorg dat er een bekende bij uw naaste aanwezig is.
• Neem stevige schoenen of een rollator en antislip sokken voor uw naaste mee als uw naaste snel valt of niet goed loopt. 
• Neem bekende spullen van thuis mee, zoals foto’s van familie of vrienden, huisdieren of vakanties.
• Laat muziek horen waar uw naaste graag naar luistert.

Iedere dag beoordeelt de arts of de maatregelen nog steeds nodig zijn. Als het veilig is stoppen de beschermde maatregelen.