Behandeling thuis met denosumab : bij osteoporose

• Voor de eerste injectie krijgt u een onderzoek om te weten hoe goed uw nieren werken en hoeveel calcium en vitamine D u in uw bloed heeft. De arts regelt dit.
• Als u injecties van uw eigen apotheek krijgt, dan krijgt u de eerste injectie van een polikliniekmedewerker in OLVG, een doktersassistent van het Jan van Goyen Medisch Centrum of van de assistent van de huisarts. U bespreekt dit met de arts.
• Bij de eerste injectie kunt u leren hoe u de injecties zelf kunt geven. Daarna geeft u elke keer na 6 maanden de injectie zelf. Het is belangrijk dat u de injectie niet uitstelt of overslaat.
• Of u krijgt elke 6 maanden een injectie via de thuiszorg, uw huisarts of uw apotheek.

Na een injectie met denosumab kunt u last krijgen van:

• huiduitslag
• eczeem
• spierpijn of botpijn
• buikpijn of obstipatie
• infecties aan uw luchtwegen of urinewegen

Er is een kleine kans op cellulitis. Dit is een ontsteking van de huid.
In de bijsluiter van het medicijn vindt u alle bijwerkingen voor denosumab. 

Als u denosumab een lange tijd gebruikt, is er een hele kleine kans dat uw kaakbot afsterft of dat u een atypische breuk in uw bovenbeen krijgt. 
Het afsterven van het kaakbot gebeurt vaker als uw gebit niet gezond is, als u rookt of veel alcohol gebruikt. Daarom is het belangrijk dat u regelmatig naar de tandarts gaat. Vertel altijd aan de tandarts dat u denosumab gebruikt.

• Na 1 jaar heeft u een afspraak bij de polikliniek Geriatrie. De arts bespreekt met u hoe het gaat met de injecties. Soms krijgt u ook een dexa-scan en een bloedonderzoek.
• Na 3 jaar heeft u opnieuw een afspraak bij de polikliniek Geriatrie. Samen met de arts beslist u of u doorgaat met de behandeling. Of u doorgaat met de behandeling, hangt af van de dichtheid van uw botten en hoeveel kans u heeft op een botbreuk.
• Bij oudere patiënten kan het verstandig zijn om de behandeling met denosumab niet meer te stoppen maar levenslang door te gaan.
• U kunt niet genezen van osteoporose, maar met een behandeling heeft u wel minder kans dat u een bot breekt.
• Als u stopt met een behandeling, is de kans groot dat uw botten snel slechter worden. U moet dan u 1 jaar een andere behandeling krijgt met bisfosfonaat medicijnen, zoals tabletten met alendroninezuur of een infuus met zoledrolinezuur.
• Als u wilt stoppen met de behandeling met denosumab, moet u daarna een andere behandeling krijgen om ervoor te zorgen dat uw botten niet afbreken. U krijgt dan 1 jaar bisfosfonaat medicijnen. Dit kan met tabletten of via een infuus.

U kunt zelf ook zorgen dat uw botten sterker worden:

• Zorg dat u genoeg calcium en vitamine D inneemt.
• Zorg dat u blijft bewegen. 
• Zorg uw balans goed is en dat uw spieren sterker worden. 
• Drink weinig of geen alcohol.
• Stop met roken.
• Zorg goed voor uw gebit en ga regelmatig naar de tandarts. Vertel de tandarts altijd dat u denosumab gebruikt.

Neem contact op met de polikliniek Geriatrie als u 1 van de volgende klachten heeft:

• U heeft een bot gebroken of u denkt dat u een bot heeft gebroken.
• U heeft nieuwe rugpijn die niet verdwijnt.
• U heeft last van de bijwerkingen van denosumab.