Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Bij artrose van de hand verandert het kraakbeen in één of meer gewrichten in uw hand. Bijvoorbeeld in uw pols, duim of vingers.
Een gewricht verbindt twee botten met elkaar. Op die botten zit een laagje kraakbeen. Dat kraakbeen is normaal glad. Zo kan het gewricht makkelijk buigen, draaien en strekken.
Bij artrose is het kraakbeen dun en niet glad. Daardoor beweegt het gewricht minder makkelijk. Ook is het laagje cellen (slijmvlies) aan de binnenkant van het gewricht steeds ontstoken.
Na een tijd worden de botten ook breder bij de gewrichten. U kunt dat soms ook zien; u krijgt bijvoorbeeld dikke knokkels van de vingers.
Hoe artrose ontstaat, is niet precies bekend.
Wel weten we dat artrose vaker voorkomt:
Soms ontstaat artrose:
Uw huisarts herkent artrose meestal als u over uw klachten vertelt. Ook onderzoekt uw huisarts uw gewricht.
Röntgenfoto's zijn meestal niet nodig. Een foto laat niet goed zien hoe erg uw klachten zijn.
Bij artrose is het belangrijk om te blijven bewegen maar overbelasting te voorkomen. Hieronder leggen we uit hoe u dat doet:
Oefeningen doen
Het is goed om te oefenen met uw pols- en handspieren. Zo worden uw spieren sterker en voorkomt u stijfheid en pijn. U kunt bijvoorbeeld uw polsen buigen en strekken, een vuist maken, en de vingers strekken en spreiden. Of in een zachte bal of spons knijpen. Bij pijn kunt u uw hand in warm water houden terwijl u oefent. Krijgt u na het oefenen extra pijn? Dan doet u de oefening de volgende keer iets korter of met minder kracht.
Heeft u minder kracht in uw hand en kunt u er minder mee doen? Een handtherapeut kan u laten zien welke oefeningen u het beste kunt doen.
In een periode van veel pijn uw hand tijdelijk 'sparen'
Heeft u een periode veel pijn? Doe dan tijdelijk geen dingen waarbij u kracht moet zetten met uw pijnlijke hand. Blijf de hand wel regelmatig losjes bewegen. Wanneer het weer iets beter gaat, kunt u weer doorgaan met de dingen die u normaal doet. Begin dan ook weer met eenvoudige oefeningen.
Brace of spalk
Het dragen van een brace of spalk kan extra steun geven, waardoor u minder pijn heeft bij bepaalde bewegingen. Draag deze alleen bij veel pijn, of tijdens activiteiten die veel pijn doen. Als u een brace te vaak lang draagt kan het gewricht juist stijf worden. Zorg dus wel dat u uw handspieren blijft gebruiken en regelmatig oefent. Het is belangrijk dat een brace goed past. Een brace koopt u bij een thuiszorgwinkel, drogist of apotheek. Een spalk wordt op maat gemaakt. Uw huisarts of een handtherapeut geven u advies hierover.
Leren hoe u gewone dingen kunt blijven doen
Soms kunt u sommige dingen niet meer doen, doordat u te weinig kracht heeft in uw hand. Of omdat u te veel pijn heeft bij het bewegen en kracht zetten.
Een handtherapeut kan u advies geven op welke manier u uw hand het beste kunt gebruiken. Gebruik van hulpmiddelen kan daarbij helpen. Bijvoorbeeld aangepast bestek, een blokje om uw pen vast te houden, of een kraan met een hendel.
Werk of hobby
Soms zijn aanpassingen nodig bij uw werk of hobby. Bijvoorbeeld als u daarbij veel pijn heeft. Of als u te weinig kracht heeft in uw handen. Een ergotherapeut geeft hierover advies. Uw huisarts kan u hiervoor doorsturen.
Neem ook contact op met de bedrijfsarts. Die bespreekt met u hoe u zo goed mogelijk kunt blijven werken.
Is de pijn een tijd erger? Of gaat u iets doen dat bij u vaak extra pijn geeft? Dan kunt u paracetamol gebruiken: 2 pillen (2 keer 500 milligram), 3 of 4 keer per dag. Slik deze hoeveelheid nooit langer dan 4 weken achter elkaar.
Als dit niet genoeg helpt, kunt u er een NSAID bij gebruiken: ibuprofen, naproxen of diclofenac.
Dit medicijn is er als pillen en als gel die u op het gewricht smeert.
Bent u ouder dan 60 jaar? Heeft u een andere ziekte dan artrose? Of gebruikt u al andere medicijnen? Vraag aan uw huisarts of apotheker of u een NSAID mag gebruiken.
De huisarts spreekt met u af wanneer u voor controle komt.
Als u een spalk heeft gebruikt en dit niet heeft geholpen, dan stopt u daar nu mee.
Helpt de spalk wel, dan kunt u die blijven gebruiken. Dit doet u alleen tijdens bezigheden die veel pijn geven of bij extra veel pijn.
Soms stuurt de huisarts u door naar een handtherapeut voor advies over oefenen en bewegen, gebruik van hulpmiddelen, een brace of een spalk.
Hebben uw klachten te maken met uw werk, neem dan ook contact op met de bedrijfsarts.
Heeft u ineens extra veel pijn, dan kan een prik in het gewricht tijdelijk helpen tegen de pijn. In de prik zit een hormoon dat ontstekingen remt (corticosteroïd).
De prik heeft ook nadelen:
Bij ernstige artrose kan een operatie soms helpen. Bijvoorbeeld als u veel pijn houdt of belangrijke dingen niet meer kunt doen. De huisarts kan u dan doorsturen naar het ziekenhuis. Soms is het bijvoorbeeld mogelijk om stukjes aangegroeid bot weg te halen, het gewricht vast te zetten of te vervangen door een kunstgewricht.
Kijk voor adviezen bij pijn die langer blijft (chronische pijn).
We hebben deze informatie gemaakt met
Kijk voor meer informatie over artrose bij:
Op Hulpmiddelenwijzer.nl staan adviezen over hulpmiddelen om dingen te blijven doen. Bijvoorbeeld om te werken, het huishouden te doen of om uzelf goed te verzorgen.
Op Regelhulp.nl van het ministerie van VWS staat informatie over zorg regelen, mantelzorg en hulp bij de dingen die u elke dag doet.
U bespreekt uw klachten met de plastisch chirurg. Daarna onderzoekt de arts uw hand.
Om de slijtage te kunnen zien, krijgt u ook altijd een röntgenfoto.
Welke behandeling het best bij u past ligt onder andere aan de ernst van de artrose. De arts bespreekt met u welke behandeling voor u het beste is.
U kunt een behandeling krijgen zodat u uw hand weer beter kunt gebruiken. De volgende behandelingen zijn mogelijk:
U krijgt een injectie met een ontstekingsremmer in het versleten gewricht. De ontsteking en pijn zijn daarna niet meteen weg, maar worden minder. Soms is nog een tweede injectie nodig.
Het gipsverband of de brace zorgt ervoor dat het gewricht waar het kraakbeen gesleten of weg is niet meer kan bewegen. De pijnklachten worden dan minder. Een handtherapeut begeleidt u hierbij.
U krijgt oefeningen en begeleiding van een handtherapeut. Deze oefeningen zijn belangrijk om uw hand goed te kunnen blijven gebruiken.
Als u meer pijn krijgt, kunt u kiezen voor een operatie.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar verpleegafdeling B5.
Verpleegafdeling Plastische Chirurgie, locatie Oost, B5
020 599 25 03 (dag en nacht bereikbaar)
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.