home

Antibioticadrank bij een pasgeboren baby : thuis uitbehandelen

Vanwege de verdenking op een bacteriële infectie, gaat u uw baby thuis uitbehandelen met antibioticadrank. Als uw baby mee naar huis gaat, krijgt u een medicatieschema mee.

Antibioticadrank

  • Uw baby krijgt om de 8 uur, dus 3 maal per dag de antibioticadrank. Volgt de dosering zoals in het ziekenhuis door de kinderarts is voorgeschreven. Het beste geeft u de antibioticadrank voor een voeding. U moet de antibioticadrank schudden voor gebruik.
  • Als uw baby veel spuugt binnen 30 minuten na de voeding, kunt u de antibioticadrank opnieuw geven. Een keer of enkele keren een klein mondje spugen is niet erg.
  • Op het medicatieschema vult u 3 keer per dag in dat uw kind de antibioticadrank heeft gekregen: in de ochtend, middag en avond of nacht.

Bewaar de antibioticadrank in de koelkast.

Bijwerkingen

Uw baby kan bijwerkingen hebben van de antibioticadrank zoals diarree en darmkrampen. De ontlasting van een jonge baby is over het algemeen nog wisselend. Het is niet altijd duidelijk of diarree en darmkrampen het gevolg zijn van de antibiotica. Deze klachten hebben geen langetermijngevolgen.

Meet de temperatuur van uw baby 3 keer per dag via de anus. Meet de temperatuur de derde keer na de laatste antibioticadrank van die dag.

Als u in de weken na de antibioticakuur het idee heeft dat uw baby zich niet lekker voelt of mogelijk koorts heeft, meet dan de temperatuur.

MijnOLVG BabyThuis

Omdat u uw baby thuis uitbehandeld met antibiotica volgt het ziekenhuis de zorg via MijnOLVG BabyThuis.

Als de antibioticakuur is afgrond, krijgt u via MijnOLVG het verzoek om een vragenlijst in te vullen. U vult gegevens in over de temperatuur en het gewicht van uw baby tijdens de kuur.

Als de vragenlijst is ingevuld, krijgt u overdag een telefoontje van een zorgverlener van de afdeling Kindergeneeskunde. De zorgverlener bespreekt met u hoe het afronden van de antibioticakuur is gegaan. Ook stelt de zorgverlener u vragen over hoe gaat met uw baby, of uw baby last heeft gehad van bijwerkingen en of uw baby mogelijk nog last heeft van de antibiotica.

Wanneer moet u ons bellen?

U moet contact opnemen met uw verloskundige of huisarts als uw baby 1 of meer van deze klachten heeft:

  • Meer dan 38 graden koorts, of bij een temperatuur minder dan 36 graden.
  • Als uw baby niet wil drinken of de antibioticadrank niet wil innemen.
  • Bij toenemend spugen.
  • Als uw baby suf is. Een baby slaapt meestal veel maar moet rondom de voedingsmomenten wel goed wakker worden om te drinken.
  • Als u denkt dat uw kind ernstige bijwerkingen heeft van de antibiotica.

Als het nodig is, neemt de verloskundige of huisarts contact op met de kinderarts van OLVG.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Verpleegafdeling Neonatologie, locatie Oost, R2
020 599 62 00 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neonatologie van OLVG. Laatst gewijzigd: