Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Als u slecht hoort, hoort u dingen minder hard of bent u juist gevoelig voor harde geluiden. Ook kan het zijn dat u dingen anders hoort, moeilijker kunt bepalen waar geluid vandaan komt of meer last heeft van omgevingsgeluid. Voor de verschillende soorten gehoorverlies bestaan verschillende oplossingen en hulpmiddelen.
Om te onderzoeken wat voor soort gehoorverlies u heeft krijgt u een gehooronderzoek. Dit onderzoek bestaat uit verschillende testen. De arts bespreekt daarna met u wat u het beste kan helpen. Soms is dat een operatie. Meestal kan een hoortoestel of een ander hoorhulpmiddel u helpen. Een hoortoestel zal nooit zo goed werken als een oor dat normaal hoort.
Een hoortoestel (= gehoorapparaat) is een apparaatje waarmee u beter kunt horen. Het hoortoestel maakt de geluiden harder.
Door moderne techniek kan een hoortoestel sommige geluiden harder laten klinken dan andere.
Er zijn verschillende soorten hoortoestellen voor slechthorendheid door ouder worden:
Een hoortoestel is meestal nuttig als u een gehoorverlies heeft van 35 decibel of meer. Het aantal decibel geeft aan hoe hard een geluid is.
Of een hoortoestel bij u werkt, hangt af van waardoor u slecht hoort. Gehoorverlies door ouder worden komt het meest voor. Bij deze vorm van slechthorendheid kan een hoortoestel helpen.
Het hoortoestel wordt aangepast aan uw gehoor. Zo kan het bepaalde toonhoogtes bijvoorbeeld harder laten klinken dan andere.
Hoortoestellen helpen vaak goed wanneer u met één persoon praat. Als er meer geluiden zijn, kan het ook met een hoortoestel moeilijk zijn om iemand te verstaan, bijvoorbeeld:
Wacht niet te lang met het uitproberen van een hoortoestel. Het wordt lastiger om met een hoortoestel te leren omgaan, als u ouder wordt.
Voor een hoortoestel gaat u naar een audicien.
Als u voor een hoortoestel naar de audicien gaat, kunt u zich hierop voorbereiden. Tips voor het bezoek aan de audicien:
Bij de audicien doet u eerst een hoortest (audiometrie). Samen bespreekt u daarna welk hoortoestel het beste bij u past. De audicien maakt een afdruk voor het oorstukje.
U kunt het hoortoestel altijd eerst een tijdje op proef dragen. Daarna kunt u besluiten of u het toestel wilt kopen. Houd er rekening mee dat u enkele weken moet wennen aan het geluid. U kunt regelmatig terug naar de audicien om het hoortoestel bij te regelen.
Lukt het niet om uw hoortoestel goed passend te maken? Dan kan de huisarts of de audicien u doorsturen naar een kno-arts of een audiologisch centrum. Zij kunnen uw gehoor nog preciezer meten en adviezen geven voor uw hoortoestel.
Voor de vergoeding van een hoortoestel kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeraar. Ook de audicien kan u hierover informatie geven.
Naast hoortoestellen zijn er andere hulpmiddelen die u kunnen helpen als u slecht hoort. Een paar voorbeelden:
Voor deze hoorhulpmiddelen kunt u terecht bij een audicien of audiologisch centrum.
Een audiologisch centrum kan ook andere hulp en begeleiding bieden, zoals cursussen of gesprekken met een maatschappelijk werker. Dit kan bijvoorbeeld helpen als u door de slechthorendheid onzeker of somber bent. U kunt ook leren liplezen. Er is veel mogelijk. Kijk voor een overzicht van hulpmiddelen op Hoorwijzer.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO), locatie Oost, P4
020 599 30 40 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kno@olvg.nl
Polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO), locatie West, route 12
020 510 88 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kno@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.