Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Bij een delier raakt iemand in de war. Dit kan onverwachts in een paar uur of een paar dagen gebeuren.
Meestal komt een delier door een ziekte, na een operatie, of door medicijnen.
Een delier komt vaker voor bij oudere mensen, bij mensen die problemen hebben met hun geheugen en bij mensen vlak voor hun overlijden.
Ook jongere mensen kunnen een delier krijgen, bijvoorbeeld als ze erg ziek zijn.
Een delier kan een paar dagen of een paar weken duren. Het kan het ene moment erger zijn dan het andere.
Iemand met een delier gedraagt zich opeens anders dan u gewend bent. De persoon kan last hebben van verschillende dingen:
Het gedrag is bij iedereen anders en kan ook wisselen. Iemand met een delier is het ene moment vaak erg rustig en het andere moment juist erg onrustig.
Een delier ontstaat vaak door:
Sommige mensen hebben meer kans om een delier te krijgen. Bijvoorbeeld:
Bel de huisarts. De huisarts kan uitzoeken wat de oorzaak van het delier is.
Vaak is het moeilijk om goed te reageren op iemand met een delier. Het is dan goed om te weten dat iemand met een delier ziek is. De persoon kan er niets aan doen dat die zich zo gedraagt.
Hiermee kunt u iemand met een delier helpen:
Het is belangrijk dat een arts de oorzaak van het delier vindt. Als de oorzaak wordt behandeld, verdwijnt het delier vaak.
Hoe het delier wordt behandeld hangt af van de oorzaak:
Soms vindt de arts de oorzaak van het delier niet. Of de oorzaak kan niet goed worden behandeld. Soms is iemand met een delier zo bang of in de war dat de arts daar extra medicijnen voor geeft.
MedicijnenAls iemand met een delier erg in de war is krijgt die daar een medicijn voor. Meestal is dat het medicijn haloperidol. Hierdoor wordt iemand minder verward.
Soms geeft de arts slaappillen (benzodiazepinen) om te zorgen dat iemand met een delier minder bang is of om rustig te worden. Deze pillen kunnen ook helpen bij mensen die een delier krijgen als ze in 1 keer zijn gestopt met alcohol.
De huisarts belt regelmatig om te bespreken hoe het gaat. Spreek van tevoren met de huisarts af wie de contactpersoon is.
Soms moet iemand voor een korte tijd in het ziekenhuis worden opgenomen. Bijvoorbeeld als de oorzaak van het delier verder onderzocht of behandeld wordt. Of als het thuis niet veilig is voor de persoon met een delier.
Hoe lang een delier duurt, hangt af van de oorzaak. Als de oorzaak bijvoorbeeld een blaasontsteking is, kan die snel worden behandeld. Een delier verdwijnt dan binnen een paar dagen.
Bij ouderen (70 jaar of ouder) kan het soms lang duren voordat ze helemaal beter zijn. Soms blijft iemand in de war of vergeetachtig. Deze persoon moet dan langer medicijnen tegen verwardheid slikken.
Na een delier weten sommige mensen niet meer dat ze een delier hebben gehad. Anderen herinneren het zich juist als een hele nare periode. Dat verschilt per persoon.
Als het delier voorbij is, is het goed om nog eens met de huisarts en de persoon die het delier heeft gehad te bespreken wat er is gebeurd. Hoe is het delier ontstaan? Kwam het bijvoorbeeld door uitdroging of ondervoeding? Als de oorzaak bekend is, kan de huisarts vertellen waar u op moet letten om te zorgen dat een delier niet terugkomt, of om de klachten al vroeg te herkennen.
Bel direct de huisarts of huisartsenpost:
Hoe eerder een delier wordt ontdekt, hoe beter.
Bel ook de huisarts als het te zwaar wordt om de persoon met een delier thuis te verzorgen en als u meer hulp nodig heeft.
We hebben deze tekst gemaakt met:
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.
Een delier kan risico’s voor de veiligheid geven. Voorbeelden van onveilige situaties als uw naaste in het ziekenhuis verblijft zijn:
Om uw naaste goed en veilig te behandelen zijn dan beschermende maatregelen nodig. Door deze maatregelen kan uw naaste zich minder vrij bewegen. Er is toestemming nodig van uw naaste of een vertegenwoordiger van uw naaste om deze maatregelen te gebruiken.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Geriatrie, locatie Oost, P2
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Geriatrie, locatie West, route 34
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.
OLVG, locatie Oost
020 599 91 11
OLVG, locatie West
020 510 89 11
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.