home

Acute verwardheid : als uw naaste ineens in de war is

Uw naaste verblijft in het ziekenhuis door een ziekte, ongeluk of voor een operatie. Soms gebeurt het dat uw naaste ineens in de war raakt of zich anders gedraagt. Dit heet een delier. Een delier kan ontstaan door bijvoorbeeld een ziekte, operatie of door sommige medicijnen. Een delier komt vooral voor bij ouderen.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is een delier?

Bij een delier raakt iemand in de war. Dit kan onverwachts in een paar uur of een paar dagen gebeuren. 

Meestal komt een delier door een ziekte, na een operatie, of door medicijnen. 
Een delier komt vaker voor bij oudere mensen, bij mensen die problemen hebben met hun geheugen en bij mensen vlak voor hun overlijden. 
Ook jongere mensen kunnen een delier krijgen, bijvoorbeeld als ze erg ziek zijn.

Een delier kan een paar dagen of een paar weken duren. Het kan het ene moment erger zijn dan het andere. 

Wat merk ik als iemand een delier heeft?

Iemand met een delier gedraagt zich opeens anders dan u gewend bent. De persoon kan last hebben van verschillende dingen:

  • in de war zijn en onduidelijk praten 
  • de aandacht niet kunnen vasthouden
  • niet goed logisch kunnen nadenken
  • gedachten hebben die niet waar zijn (wanen)
  • dingen zien, horen of ruiken die er niet zijn (hallucinaties)
    Iemand kan daardoor personen of situaties niet vertrouwen. 
  • niet weten waar die is en personen niet herkennen
  • heel rustig zijn
  • afwezig zijn, voor zich uitkijken, mensen niet aankijken
  • niet reageren zoals u gewend bent
  • onrustig zijn
    Als de persoon met een delier in het ziekenhuis ligt kan deze bijvoorbeeld trekken aan een infuus of katheter. Iemand die in bed ligt kan aan de lakens trekken of proberen uit bed te komen.
  • snel boos of agressief worden
  • snel van emoties en gevoelens wisselen
  • overdag slapen en ’s nachts juist wakker zijn

Het gedrag is bij iedereen anders en kan ook wisselen. Iemand met een delier is het ene moment vaak erg rustig en het andere moment juist erg onrustig.

Hoe ontstaat een delier?

Een delier ontstaat vaak door:

  • een ziekte of ontsteking, bijvoorbeeld een blaasontsteking of diabetes (suikerziekte) die niet goed onder controle is
  • een ziekte in de hersenen
  • een operatie
  • de verdoving bij een operatie
  • een ongeluk, bijvoorbeeld een gebroken heup
  • pijn
  • uitdroging
  • problemen met de blaas, zoals het niet goed leeg kunnen plassen van de blaas
  • bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld de pijnstiller morfine en sommige medicijnen voor de ziekte van Parkinson
  • stoppen met alcohol drinken, roken of kalmerende middelen

Sommige mensen hebben meer kans om een delier te krijgen. Bijvoorbeeld:

  • mensen die eerder een delier hebben gehad
  • mensen die problemen hebben met hun geheugen, bijvoorbeeld door dementie
  • mensen die minder goed kunnen horen, zien of ruiken
  • ouderen (70 jaar of ouder)
  • mensen die een slechte conditie hebben, erg zwak zijn en niet meer eten of drinken
  • mensen die niet lang meer te leven hebben

Adviezen bij een delier

Bel de huisarts. De huisarts kan uitzoeken wat de oorzaak van het delier is.

Vaak is het moeilijk om goed te reageren op iemand met een delier. Het is dan goed om te weten dat iemand met een delier ziek is. De persoon kan er niets aan doen dat die zich zo gedraagt.

Hiermee kunt u iemand met een delier helpen:

  • Zorg voor rust.
  • Zorg als dat kan dat de persoon in zijn of haar vertrouwde omgeving is. Daar voelt die persoon zich vaak het veiligst. 
  • Laat de persoon zo weinig mogelijk alleen. Zorg dat er altijd een vertrouwd iemand bij is, en dat er niet te veel mensen tegelijk zijn.
  • Laat vertrouwde voorwerpen zien, zoals foto’s van mensen van wie de persoon veel houdt.
  • Gebruik de eigen klok en kalender van de persoon.
  • Vertel als het nodig is steeds welke dag het is, hoe laat het is, wie u bent en waar u bent.
  • Praat in korte, simpele zinnen en stel duidelijke, makkelijke vragen.
  • Probeer de persoon te begrijpen als deze iets denkt te zien wat u niet ziet. Zeg niet dat het onzin is, maar leg rustig uit wat u ziet of denkt.
  • Gedraag u zoals u gewend bent. Doe bijvoorbeeld niet opeens kamers op slot omdat u bang bent dat de persoon met een delier rare dingen gaat doen.
  • Heeft de persoon een bril of een gehoorapparaat? Zorg dat de persoon deze gebruikt.
  • Zorg voor goed licht en lampen (overdag gordijnen open en 's nachts een bedlampje).
  • Zorg voor een normaal dagprogramma en nachtprogramma: ’s nachts slapen en overdag opstaan.
  • Zorg dat de persoon genoeg drinkt, gezond eet en medicijnen goed gebruikt.

Behandeling van een delier

Oorzaak

Het is belangrijk dat een arts de oorzaak van het delier vindt. Als de oorzaak wordt behandeld, verdwijnt het delier vaak.
Hoe het delier wordt behandeld hangt af van de oorzaak:

  • Bij een ontsteking krijgt iemand antibiotica, bijvoorbeeld bij een blaasontsteking.
  • Bij pijn krijgt iemand pijnstillers, bijvoorbeeld bij een gebroken heup.
  • Bij verstopping krijgt iemand middelen om beter te kunnen poepen.
  • Bij een delier door medicijnen moet iemand stoppen met die medicijnen.

Soms vindt de arts de oorzaak van het delier niet. Of de oorzaak kan niet goed worden behandeld. Soms is iemand met een delier zo bang of in de war dat de arts daar extra medicijnen voor geeft.

Medicijnen

Als iemand met een delier erg in de war is krijgt die daar een medicijn voor. Meestal is dat het medicijn haloperidol. Hierdoor wordt iemand minder verward.

Soms geeft de arts slaappillen (benzodiazepinen) om te zorgen dat iemand met een delier minder bang is of om rustig te worden. Deze pillen kunnen ook helpen bij mensen die een delier krijgen als ze in 1 keer zijn gestopt met alcohol.

Hoe gaat het verder bij een delier?

De huisarts belt regelmatig om te bespreken hoe het gaat. Spreek van tevoren met de huisarts af wie de contactpersoon is.

Soms moet iemand voor een korte tijd in het ziekenhuis worden opgenomen. Bijvoorbeeld als de oorzaak van het delier verder onderzocht of behandeld wordt. Of als het thuis niet veilig is voor de persoon met een delier.

Hoe lang een delier duurt, hangt af van de oorzaak. Als de oorzaak bijvoorbeeld een blaasontsteking is, kan die snel worden behandeld. Een delier verdwijnt dan binnen een paar dagen.
Bij ouderen (70 jaar of ouder) kan het soms lang duren voordat ze helemaal beter zijn. Soms blijft iemand in de war of vergeetachtig. Deze persoon moet dan langer medicijnen tegen verwardheid slikken.

Na een delier weten sommige mensen niet meer dat ze een delier hebben gehad. Anderen herinneren het zich juist als een hele nare periode. Dat verschilt per persoon.
Als het delier voorbij is, is het goed om nog eens met de huisarts en de persoon die het delier heeft gehad te bespreken wat er is gebeurd. Hoe is het delier ontstaan? Kwam het bijvoorbeeld door uitdroging of ondervoeding? Als de oorzaak bekend is, kan de huisarts vertellen waar u op moet letten om te zorgen dat een delier niet terugkomt, of om de klachten al vroeg te herkennen.

Wanneer moet ik bellen bij een delier?

Bel direct de huisarts of huisartsenpost:

  • als iemand opeens in de war is of andere klachten krijgt van een delier 
  • als iemand die al langer een beetje in de war is (bijvoorbeeld door dementie) ineens veel erger verward raakt

Hoe eerder een delier wordt ontdekt, hoe beter.

Bel ook de huisarts als het te zwaar wordt om de persoon met een delier thuis te verzorgen en als u meer hulp nodig heeft. 

Over deze tekst

We hebben deze tekst gemaakt met:

Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Behandeling in OLVG

Een delier kan risico’s voor de veiligheid geven. Voorbeelden van onveilige situaties als uw naaste in het ziekenhuis verblijft zijn:

  • Uw naaste verwijdert medische hulpmiddelen, zoals een infuus. 
  • Uw naaste is agressief tegen zorgverleners of bezoekers.
  • Uw naaste heeft grote kans om te vallen. Dit kan als uw naaste erg onrustig of in de war is.

Om uw naaste goed en veilig te behandelen zijn dan beschermende maatregelen nodig. Door deze maatregelen kan uw naaste zich minder vrij bewegen. Er is toestemming nodig van uw naaste of een vertegenwoordiger van uw naaste om deze maatregelen te gebruiken.

Behandelingen

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Geriatrie, locatie Oost, P2
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Geriatrie, locatie West, route 34
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Geriatrie van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.