home

Aanvullend onderzoek van de kransslagaders : tijdens of na hartkatheterisatie

Soms is er extra onderzoek van uw kransslagaders nodig. Dat gebeurt als uw cardioloog meer informatie nodig heeft over uw aandoening. Het onderzoek duurt maximaal 1,5 uur.

Over het onderzoek

Als u problemen heeft met uw kransslagaders, is er soms een onderzoek nodig. Vaak krijgt u dan een hartkatheterisatie. Bij een hartkatheterisatie plaatst de arts een katheter in uw kransslagader. Dit is een dunne slang. Via de katheter spuit de arts contrastvloeistof in de kransslagader. Zo kan de arts aandoeningen opsporen.
Soms zijn er andere onderzoeken nodig tijdens of na een hartkatheterisatie zoals:

  • Druk-meting
    Bij een druk-meting meet de arts de bloeddruk in de kransslagader voor en na het verwijden van de kransslagader. Zo kan de arts de vernauwing van uw kransslagader zien.
  • OCT
    Bij een OCT gebruikt de arts een speciale katheter om de binnenkant van de kransslagaders zichtbaar te maken.
  • IVUS
    Bij een IVUS maakt de arts via een speciale katheter een echo van de binnenkant van uw kransslagader.

De arts bespreekt met u welke onderzoeken u krijgt.  
Het onderzoek duurt 45 minuten. U bent 1 tot 1,5 uur op de katheterisatiekamer. 

 

Zo bereidt u zich voor

Begeleider

Na het onderzoek mag u nog niet autorijden of fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Zorg daarom dat iemand u naar huis brengt na het onderzoek. 

Medicijnen

  • Neem alle medicijnen die u gebruikt mee in de bijbehorende doosjes. 
  • Neem een Actueel Medicatieoverzicht mee. Dit kunt u gratis opvragen bij uw apotheek.
  • U krijgt een brief met informatie over welke medicijnen u kunt blijven gebruiken of met welke medicijnen u moet stoppen voor het onderzoek. 

Kleding

  • Draag kleding die u makkelijk uit en aan kunt trekken.
  • Draag geen kleding met metaal, zoals metalen ritsen, knopen of sieraden. Metaal houdt de straling tegen. Het onderzoek kan mislukken als u kleding met metaal draagt. 

Onderzoeken na het onderzoek met de katheter

Hartkathererisatie

Lees meer hierover op de webpagina Hartkatheterisatie 

Druk-meting

  • De arts heeft al een buisje in uw pols- of liesslagader geplaatst.
  • Door dit buisje is ook al een katheter ingebracht.
  • Via de katheter brengt de arts een speciale druk-draad in uw kransslagader.
  • De arts kan de draad bewegen en sturen.
  • Als de draad op de juiste plaats zit, krijgt u via de katheter een medicijn. Dit medicijn maakt de kransslagaders wijder en maakt uw hartslag hoger. 
  • Als u pijn op de borst, hartkloppingen of hoofdpijn krijgt, meldt dit bij de arts of de verpleegkundige. 
  • Via de draad meet de arts de drukken in de kransslagader. Dit duurt 2 tot 3 minuten. Soms is het nodig om de meting te herhalen.
  • De arts bespreekt de uitslag meteen met u. 

OCT

  • De arts heeft al een buisje in uw pols- of liesslagader geplaatst.
  • Door dit buisje is ook al een katheter ingebracht.
  • Via de katheter brengt de arts een speciale katheter in uw kransslagader. 
  • Deze speciale katheter maakt de binnenwand en eventuele vernauwingen van uw kransslagaders gedetailleerd zichtbaar. 
  • De verpleegkundige spuit contrastvloeistof in de kransslagader.
  • Via een beeldscherm bekijkt de arts uw kransslagaders.
  • De arts bespreekt de uitslag meteen met u. 

IVUS

  • De arts heeft al een buisje in uw pols- of liesslagader geplaatst.
  • Door dit buisje is ook al een katheter ingebracht.
  • Een speciale echo-katheter maakt de vaatwand en eventuele vernauwingen van de kransslagaders gedetailleerd zichtbaar. 
  • Via een beeldscherm bekijkt de arts uw kransslagaders.
  • De arts bespreekt de uitslag meteen met u. 

Na het onderzoek

Na een katheter in uw lies

  • Na het onderzoek brengt de verpleegkundige u naar de verpleegafdeling of de lounge.
  • Na het onderzoek blijft u 4 tot 6 uur in het ziekenhuis. Soms moet u langer blijven. Dit hangt af van uw persoonlijke situatie.
  • Voor het onderzoek gebruikt de arts een buisje. Na het onderzoek wordt het buisje uit uw lies gehaald. Het is dan nodig om de wond stevig dicht te drukken. Dit kan wat gevoelig zijn.
  • Soms is na het verwijderen van het buisje een drukverband nodig. U houdt dit drukverband dan 4 uur om.
  • U mag uw been niet bewegen. 
  • Een zorgverlener controleert telkens uw lies. 
  • Als het drukverband eraf is en alles gaat goed, mag u voorzichtig uit bed.

Adviezen voor thuis

U mag de eerste 4 dagen niet in bad. De huid moet eerst dicht zijn. Douchen kan wel.

Dag 1

  • Verwijder de pleister.
  • Geef uw lies rust en beweeg niet te veel. 
  • Loop de dag zo weinig mogelijk. Alleen kleine stukjes in en om het huis, maar geen lange afstanden.
  • Probeer zo min mogelijk trappen te lopen. Als u op de trap loopt, zet dan eerst uw ‘goede’ been op de volgende trede. Houd het been met het wondje recht en ‘trek’ het been er voorzichtig bij.
  • U mag niet zwaar tillen.
  • U kunt gewoon douchen. Maak de huid schoon met water. Droog de lies voorzichtig af.
  • U mag nog niet autorijden of (brom)fietsen. 

Dag 2

  • Doe het rustig aan en geef uw lies rust. 
  • U mag niet zwaar tillen.
  • U kunt gewoon douchen. Maak de huid schoon met water. Droog de lies voorzichtig af.
  • U kunt de pleister verwijderen. 
  • U mag nog niet autorijden of (brom)fietsen. 

Vanaf dag 3

  • U mag weer beginnen met uw gewone dagelijkse bezigheden.
  • U mag weer autorijden of (brom)fietsen.
  • Til nog geen zware dingen.

Na 1 week

U mag weer sporten en zware lichamelijke activiteiten doen. U mag ook weer in bad gaan.

Na een katheter in uw pols

  • Na het onderzoek brengt de verpleegkundige u naar de verpleegafdeling of de lounge.
  • U mag meteen op een stoel zitten.
  • U mag niet op uw pols steunen of uw pols niet gebruiken.

Adviezen voor thuis

U mag de eerste 4 dagen niet in bad. De huid moet eerst dicht zijn. Douchen kan wel.

Dag 1

  • Verwijder de pleister.
  • Maak niet te veel bewegingen met uw pols. 
  • Geef uw pols voldoende rust. 
  • Schud geen handen en leun niet op uw pols.
  • Til geen zware dingen.
  • U kunt gewoon douchen. Maak de huid schoon met water. Droog de pols voorzichtig af. 
  • U mag nog niet autorijden of (brom)fietsen. 

Dag 2

  • Geef uw pols voldoende rust. 
  • U kunt weer lichte werkzaamheden en uw dagelijkse activiteiten doen. 
  • Til geen zware dingen.
  • U kunt gewoon douchen maar nog niet in bad. 
  • U mag nog niet autorijden of (brom)fietsen. 

Vanaf dag 3

  • U mag weer beginnen met uw gewone dagelijkse bezigheden.
  • U mag weer autorijden of (brom)fietsen.
  • Til nog geen zware dingen.

Na 1 week

U mag weer sporten en zware lichamelijke activiteiten doen. U mag ook weer in bad gaan.

  • De verpleegkundige controleert uw hart, bloeddruk, de doorbloeding van uw been of arm en de plek waar de katheter zat. 
  • Als u pijn (op de borst) heeft, meldt dit meteen bij de verpleegkundige.
  • Het is belangrijk dat u goed drinkt en veel plast. Zo plast u de contrastvloeistof uit. 

Terug naar uw eigen ziekenhuis

Als u uit een ander ziekenhuis komt, dan blijft u ongeveer 2 uur na het onderzoek in OLVG. Daarna brengt een ambulance u naar uw eigen ziekenhuis.

Naar huis

 Als u zich goed voelt, mag u na het onderzoek naar huis. U mag nog niet autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Zorg dat iemand u naar huis brengt. 

Zo gaat het verder

Na het onderzoek bespreekt de verpleegkundig specialist op de afdeling de uitslag met u. 
Ook krijgt u een controle-afspraak bij uw eigen cardioloog mee naar huis. Als u uit ander ziekenhuis komt, kunt u zelf bij uw eigen cardioloog een afspraak maken. 

Behandeling na het onderzoek

Soms is een behandeling nodig. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk, zoals:

  • medicijnen
  • dotterbehandeling
  • operatie

De verpleegkundig specialist bespreekt met u welke behandeling het beste bij uw klachten past. 

Risico's

Er zijn een aantal risico’s bij een onderzoek aan de kransslagaders. 

  • Bloeduitstorting. U heeft een kleine kans op een blauwe plek na uw onderzoek. Heel soms krijgt u een bloeding onder uw huid. Er is dan heel soms een behandeling nodig om de bloeding te stoppen.
  • Hartritmestoornis.
  • Verkramping of beschadiging van de kransslagader.
  • Klachten door de contrastvloeistof. Door de contrastvloeistof kunt u pijn op de borst krijgen of kortademig worden. Dit gaat vaak vanzelf weg. 
  • Trombose. Door het onderzoek kunt u een propje bloed in uw ader krijgen. Hierdoor kan bloed niet meer goed stromen. Dit kan ernstige gevolgen hebben. 
  • Er is een hele kleine kans dat een patiënt overlijdt.

Onderzoeken

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Cardiologie, locatie Oost, P2
020 599 30 32 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Verpleegafdeling Cardiologie, locatie Oost, B4
020 599 24 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)  

Cardio Lounge, locatie Oost, B3
020 599 23 02 (op werkdagen van 08.30 tot 17.00 uur)

Shortstay afdeling Cardiologie, locatie Oost, A4
020 599 22 09 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Hartcentrum van OLVG. Laatst gewijzigd: