Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Zieke longen kunnen niet genoeg zuurstof opnemen. Zieke longen kunnen ook minder goed koolzuurgas uit het bloed verwijderen. Koolzuurgas is een afvalstof. Daarom kan het nodig zijn om de functie van de longen tijdelijk over te nemen met ECLS.
De ECLS-machine zorgt dat er genoeg zuurstof in het bloed komt en verwijdert koolzuurgas uit het bloed. Omdat de longen nu rust krijgen, krijgen ze de kans om te herstellen. Meestal wordt de patiënt ook beademd. Als de longen genoeg hersteld zijn, stopt de ECLS. Beademing is vaak nog wel even nodig.
Als het hart niet goed bloed kan rondpompen, kan ECLS de functie van het hart tijdelijk overnemen. Omdat het hart nu rust krijgt, krijgt het de kans om te herstellen. De arts kan dan kijken of er een behandeling voor het hart mogelijk is.
De ECLS-machine pompt het bloed van de patiënt rond. Om het bloed rond te kunnen pompen, krijgt de patiënt 2 slangetjes in het lichaam. De arts beslist op welke plek in het lichaam en in welke bloedvaten de slangetjes komen. Meestal komen de slangetjes in de hals of bij de liezen. Soms komen de slangetjes bij het borstbeen. Het plaatsen van de slangetjes gebeurt op de Intensive Care of op de operatiekamer.
De zorgverlener sluit de slangetjes aan op de ECLS-machine. De ECLS-machine zorgt dat het bloed door de slangetjes stroomt. De machine voegt zuurstof aan het bloed toe en verwijdert koolzuurgas. Het bloed stroomt via de ECLS-machine weer terug naar de aderen.
Soms moet een patiënt even naar een andere afdeling. Bijvoorbeeld naar de afdeling Radiologie voor een CT-scan. We nemen de ECLS-machine dan mee.
Iedere behandeling heeft risico’s. De arts bespreekt de risico’s. Natuurlijk letten we goed op de patiënt.
ECLS heeft de volgende risico’s:
We proberen er natuurlijk voor te zorgen dat de patiënt geen pijn heeft. Het kan voor familieleden moeilijk zijn om de patiënt aan de ECLS-machine te zien. Er is altijd een verpleegkundige aanwezig om de patiënt te verzorgen en familieleden te steunen.
De arts bespreekt regelmatig met de familieleden hoe het met de patiënt gaat. Er is een kans dat de patiënt overlijdt.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? De vertegenwoordiger of contactpersoon van de patiënt kan de Intensive Care altijd bellen.
Intensive Care, locatie Oost
020 599 30 07 (dag en nacht bereikbaar)
Intensive Care, locatie West, route 26
020 510 87 19 (dag en nacht bereikbaar)