Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Woord vooraf: Ieder mens gaat op zijn eigen manier om met heftige gebeurtenissen. Bij kanker hangt dat ook af van je vooruitzichten. Als het doel van de behandeling is dat je geneest ga je een ander mentaal proces door dan wanneer je weet dat je niet meer beter wordt. Wel zien we dat mensen die een behandeling krijgen die als doel heeft je te genezen vaak dezelfde emotionele fases doorlopen.
Carla begeleidt als casemanager mensen met kanker, tijdens en na hun behandeling. Ze ziet en bespreekt alle fases rond verwerking met patiënten: ‘De diagnose en behandeling van kanker hebben impact op je lichaam en geest. Emotioneel is de periode na de behandeling vaak het zwaarst. Dat bespreek ik al tijdens de behandeling. Zodat mensen weten dat het niet gek is als ze zich niet goed voelen als de behandeling erop zit. Patiënten kunnen tot een jaar na hun behandeling bij mij en andere casemanagers terecht voor vragen. Of om te praten over hoe ze zich voelen. Juist omdat we weten dat er zoveel gebeurt na je behandeling is het belangrijk dat mensen ons kunnen bereiken.’
Wat zijn de verschillende fases die veel mensen met kanker doorlopen? Carla zet ze op een rij.
‘Die eerste fase gaat gepaard met veel stress. Je hersenen beoordelen de diagnose als een levensbedreigende of schokkende gebeurtenis. Ons oerbrein is het oudste deel van ons brein en is bedoeld om je te laten overleven. Die kan daar op verschillende manieren op reageren: vechten, vluchten of bevriezen. Daarom zeggen mensen in die periode soms dingen als: ‘ik ga ervoor’ of ‘Ik ga vechten’. Het oerbrein kiest er dan voor om te vechten en iemand voelt zich strijdlustig. Sommige mensen gaan juist in ontkenning, die bevriezen. Allemaal normale reacties op een abnormale gebeurtenis.
In deze fase hebben mensen vooral behoefte aan structuur en houvast. Dat probeer ik te geven. Ik leg uit dat wat iemand voelt normaal is. En probeer zoveel mogelijk duidelijkheid te geven over wat je te wachten staat, wat de gevolgen van een behandeling zijn en wat je zelf kunt doen in die periode. En natuurlijk dat ze altijd bij mij terecht kunnen voor vragen.’
‘De meeste mensen verwerken de eerste schok redelijk goed. Vaak begint de behandeling al snel. Je oerbrein is nog steeds actief, maar je stresslevels zijn lager. Je komt in een soort overlevingsstand. Je wordt zieker door de behandeling, maar je probeert het vol te houden.
In deze periode hangt wat we noemen een paraplu van zorg over je heen: afspraken in het ziekenhuis, familie en vrienden die nauw betrokken zijn bij je ziekteproces. In die tijd is er weinig ruimte in je hoofd om te verwerken wat er allemaal met je gebeurt. Veel mensen voelen zich in die tijd emotioneel verdoofd.
Het is een fase waarin je de controle uit handen geeft. Dat kan niet anders, maar dat is niet altijd een fijn gevoel. Ik praat met mensen over wat je zelf kunt doen om je lichaam en geest te ondersteunen. Bijvoorbeeld sporten, wandelen of yoga. Of je gevoelens van je afschrijven in een dagboek. Loopt iemand vast, dan kijken we samen of extra hulp nodig is. Bijvoorbeeld van een psycholoog. We hebben psychologen in OLVG met veel kennis over kanker. Tijdens je behandeling kun je daar terecht voor psychische begeleiding.’
‘Na de behandeling is er vaak eerst een gevoel van opluchting: “Het zit erop, ik kan weer verder met m’n leven”. Lichamelijk gaat het meestal beter, maar juist deze periode is emotioneel vaak zwaar. De zorgparaplu van het ziekenhuis en mensen in je omgeving valt weg. Voor het eerst is er tijd om te voelen wat er met je is gebeurd. Het besef daalt in en de emotionele verwerking begint. Je wilt vaak terug naar je oude ik, maar je bent niet meer dezelfde persoon.
Veel mensen ervaren een zwart gat, een soort niemandsland. Wie let er op mij, bij wie kan ik terecht als ik het zelf even niet weet? Als casemanager heb ik na de behandeling meerdere contactmomenten om te bespreken hoe het gaat. En waar mensen op dat moment behoefte aan hebben. Soms is het genoeg om erover te praten, met mij of iemand in je eigen omgeving. Maar je kunt ook na je behandeling hulp krijgen van een psycholoog of andere zorgverlener als je daar behoefte aan hebt.’
‘In deze fase voelen de meeste mensen zich langzaam beter. Vaak zit er een emotionele dip rond een controlemoment. Daar hoor je of de ziekte weg is gebleven. Maar over het algemeen ervaar je emotioneel een stijgende lijn. Fysiek gaat het beter, je hebt meer energie. Dat werkt ook door in hoe je je mentaal voelt.
Je stevent af op een nieuwe versie van jezelf. Vaak zijn dingen blijvend veranderd door wat je hebt meegemaakt. Sommige mensen hebben beslissingen genomen over werk, of een relatie verbroken waarin ze zich niet goed voelde. Veel mensen kunnen beter hun grenzen aangeven, hun energie doseren. Ze hebben reëlere verwachtingen van zichzelf en uiten dit ook naar hun omgeving. En ze hebben geleerd meer zelf de regie en controle over hun leven te houden. Sommigen mensen ontdekken nieuwe kanten van zichzelf. Verwerken hun ervaringen bijvoorbeeld in kunst of schrijven het op.
Veel mensen ervaren deze 2.0 versie van zichzelf als beter dan wie ze waren voor ze ziek waren. Je hebt sinds de diagnose een lange weg afgelegd met veel dips en uitdagingen. Maar meestal hervind je jezelf. Of kom je er sterker uit.’
Carla is gespecialiseerd (oncologie)verpleegkundige bij OLVG Oncologisch Centrum. Ze is als casemanager vast aanspreekpunt voor vrouwen met borstkanker en gynaecologische kanker. Ze begeleidt patiënten vanaf het moment dat ze een operatie krijgen en het eerste jaar daarna. Zij kunnen met vragen over hun ziekte of behandeling altijd bij haar terecht.