home

Toegekende subsidies 2024

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek OLVG stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek dat in OLVG plaatsvindt. Dit zijn de winnaars van 2024.

Overeenstemming over acceptabele en haalbare zorgactiviteiten die familieparticipatie op de intensive care kunnen stimuleren: een Delphi studie

Hoofdaanvrager: Isha Verkaik, verpleegkundig onderzoeker i.o. en IC-verpleegkundige, Intensive Care

Een opname op de intensive care (IC) is stressvol en kan leiden tot gevoelens van angst en machteloosheid bij zowel patiënten als hun naasten. Betrekken van naasten bij essentiële zorgactiviteiten kan de stress bij patiënten én naasten tijdens een verblijf op de IC verminderen. Onderzoeken naar familieparticipatie op de intensive care laten wisselende resultaten zien. Dit kan deels liggen aan de verschillen in zorgactiviteiten die worden onderzocht. Deze zorgactiviteiten variëren van verbreden van bezoektijden en het aanbieden van informatiefolders tot het actief betrekken van familie bij zorg van de patiënt en het betrekken van familie bij de artsenvisite. Daarnaast zien we ook dat veel interventies die wetenschappelijk zijn onderzocht uiteindelijk niet worden uitgevoerd in de praktijk.

Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat IC-verpleegkundigen sceptischer zijn ten aanzien van familieparticipatie dan verpleegkundigen op reguliere verpleegafdelingen. Daarnaast maakt de complexe omgeving van de IC, door het continu monitoren, complexe procedures en apparatuur, het ook een unieke en uitdagende omgeving voor familieparticipatie. Met de verkregen subsidie willen wij in kaart brengen welke zorgactiviteiten zorgprofessionals, IC-patiënten en hun naasten acceptabel vinden om uit te voeren. Dit gaan wij doen door een Delphi studie uit te voeren. Hiervoor zal een panel van zorgprofessionals, IC-patiënten en hun naasten een zorgvuldig ontworpen vragenlijst voorgelegd krijgen. Hier kan in meerdere rondes op gestemd worden om te kijken of we zo tot overeenstemming kunnen komen.

Communicatie over behandelbeperkingen met ouderen met een migratie-achtergrond en hun mantelzorgers; een kwalitatieve studie

Hoofdaanvrager: Floor van Deudekom, geriater, Geriatrie.

Levenseindezorg bij oudere patiënten met een migratie-achtergrond is in OLVG aan de orde van de dag, en de communicatie rondom dit thema is voor onze medewerkers vaak een uitdaging. Uit de (beperkte) literatuur, maar ook uit ervaring, weten wij dat dit lastige gesprekken kunnen zijn, waarbij de wensen en opvattingen van ouderen met een migratie-achtergrond en diens mantelzorgers vaak niet overeenkomen met die van de behandelaar. Er is echter zeer weinig onderzoek gedaan naar de beleving van en de wensen en behoeften voor deze gesprekken door deze doelgroep.

Met de verkregen subsidie hebben wij als doel om erachter te komen hoe patiënten, mantelzorgers en artsen deze gesprekken ervaren en op welke wijze wij, als zorgprofessionals, hiervan kunnen leren en verbeteren. Deze uitkomst kunnen we dan bijvoorbeeld gebruiken om de ziekenhuisbrede scholing te verbeteren.

Het betreft een in OLVG uitgevoerde kwalitatieve studie met semi-gestructureerde interviews. Hierbij zullen we de opgenomen patiënten op de afdeling Geriatrie, bij wie een behandelcodegesprek heeft plaatsgevonden, samen met de mantelzorgers interviewen over de ervaringen met dit gesprek. Ook wordende betrokken artsen geïnterviewd. Een pilotstudie vond reeds plaats in de eerste helft van 2024. De studie wordt uitgevoerd door de afdeling Geriatrie en Medische psychologie in samenwerking met onder andere het Leerhuis en Geestelijke verzorging.

De samenhang en het beloop van stemmingsklachten en overgangsklachten – MOPP studie

Hoofdaanvrager: Marijn Schipper, PhD kandidaat, Psychiatrie en Medische Psychologie

Tijdens de overgang ervaart 80% van de vrouwen klachten zoals opvliegers, slaapproblemen en stemmingswisselingen. Deze overgangsklachten kunnen het dagelijks leven flink verstoren en leiden bij één op de drie vrouwen tot problemen op het werk. Daarnaast is het risico op depressieve episodes tijdens de overgang vijf keer hoger dan normaal. Maar hoe hangen deze klachten precies samen? Lokken overgangsklachten een depressie uit, of gebeurt het andersom?

Ons onderzoek richt zich op de complexe wisselwerking tussen stemmingsklachten en overgangsklachten. We maken gebruik van een innovatieve analysetechniek (Dynamic Time Warp) om deze dynamiek over de tijd beter te begrijpen. Specifiek kijken we naar vrouwen die al eerder stemmingsklachten hebben gehad in samenhang met hormonale veranderingen, zoals premenstruele klachten (PMS of PMDD) of perinatale depressie. Ook onderzoeken we hoe hormoontherapie stemmingsklachten kan beïnvloeden.

Het doel is om te ontdekken welke vrouwen het meeste baat hebben bij hormonale behandeling. Met deze kennis hopen we de levenskwaliteit van vrouwen in deze levensfase te verbeteren en zorgprofessionals handvatten te bieden voor een effectievere en persoonlijkere behandeling.

Tot slot draagt dit onderzoek bij aan praktische implementaties voor betere begeleiding en zorg voor vrouwen in de overgang, en benadrukt het onderzoek het belang van een multidisciplinaire aanpak zoals we die in onze innovatieve Multidisciplinaire Overgangs Problematiek Polikliniek (MOPP) in OLVG toepassen.

De CLIMB studie: beademing is meer dan lucht alleen

Hoofdaanvrager: Henrik Endeman, intensivist, Intensive Care.

Op het moment dat een patiënt ernstig ziek wordt, kan het gebeuren dat de long uitvalt. Dit noemen we Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS). De patiënt moet dan ondersteund worden met een beademingsmachine. Hiervan wordt de patiënt zelf niet beter, eerder slechter. Er kan longschade ontstaan door de beademing, dit noemen we VILI (ventilator-induced lung injury). Deze VILI kan de ARDS verder verergeren. De situatie kan zo ernstig worden dat de patiënt op de buik moet worden beademd. Zo ver wil je het niet laten komen. Tijdens beademing is alles erop gericht om verdere schade te voorkomen, bijvoorbeeld door de long zo goed mogelijk open te houden. Open betekent lucht, en die lucht heb je nodig voor gaswisseling. Echter, een long is geen ballon, want naast lucht zitten er in de long ook bloedvaten. Ook deze heb je nodig voor de gaswisseling. Dat is waar het kan gaan wringen; blaas je de long op, dan gaan de bloedvaten dicht, maar blaas je de long niet genoeg op, dan zijn er bloedvaten, maar geen lucht.

Er is veel onderzoek gedaan naar hoe we de long zo goed mogelijk kunnen opblazen, maar dan doen we eigenlijk alsof de bloedvaten niet bestaan. Dat is waar de CLIMB studie over gaat: hoe kan je de ballon zo opblazen dat er zowel genoeg lucht als open bloedvaten in zitten. Wij doen dit door verschillende meetmethoden te combineren. Uiteindelijk denken we zo de manier van beademing te kunnen verbeteren, zodat we de patiënt minder lang hoeven te beademen. 

Lever- en colonchirurgie in dagbehandeling

Hoofdaanvrager: Benjamin Verboeket, arts niet in opleiding tot specialist, Heelkunde.

Darmkanker is een veelvoorkomende ziekte in Nederland, ook bij jongere mensen. Meestal wordt deze ziekte behandeld met een operatie. De afgelopen decennia zijn er veel ontwikkelingen geweest, zoals kijkoperaties, operatierobots en maatregelen rondom operaties om patiënten sneller te laten herstellen na een operatie. Al jaren zorgen we ervoor dat patiënten zo fit mogelijk een operatie ingaan, en door het kiezen van de juiste medicijnen en het coachen van patiënten neemt de opnameduur snel af. Dit betekent dat patiënten vaak steeds korter in het ziekenhuis blijven zodat ze eerder thuis aan hun herstel kunnen werken. Thuis herstellen heeft veel voordelen, zoals minder kans op ziekenhuisinfecties, beter slapen, meer steun van de familie en eigen dieet. Ook voor ziekenhuizen is dit belangrijk omdat ziekenhuizen steeds minder bedden hebben en het aantal patiënten met kanker toeneemt.

In OLVG hebben we al veel ervaring opgedaan met operaties waarbij patiënten nog dezelfde dag naar huis gaan, bijvoorbeeld bij operaties waarbij de maag wordt verkleind. Dit is succesvol gebleken: patiënten kunnen veilig naar huis en waren tevreden met deze aanpak. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat patiënten na een lever- of dikke darmoperatie vaak al na één dag naar huis kunnen. Ook hebben we onderzocht welke patiënten een hogere kans hebben om snel met ontslag te gaan. Door deze onderzoeken te combineren kunnen we lever- en dikke darmoperaties in dagbehandeling gaan uitvoeren, zodat ook die patiënten sneller thuis aan hun herstel kunnen werken, in eigen vertrouwde omgeving. Tijdens het onderzoek meten we niet alleen de uitkomsten rondom de operatie, maar gaan we ook met patiënten in gesprek en nemen we enquêtes af om de patiënttevredenheid voor deze groep in kaart te brengen.