Ziekte van Alzheimer : een vorm van dementie

Dementie en de ziekte van Alzheimer zijn niet hetzelfde.
De ziekte van Alzheimer is een vorm van dementie.
De meeste mensen met dementie hebben de ziekte van Alzheimer.

In een gezond lichaam zorgen eiwitten ervoor dat de hersenen goed werken. Bij de ziekte van Alzheimer klonteren de eiwitten samen. Hierdoor werken uw hersenen niet meer goed.

De ziekte van Alzheimer is niet te genezen.
De ziekte van Alzheimer is een ernstige ziekte met veel gevolgen voor u en voor de mensen in uw omgeving.
Mensen leven gemiddeld nog 8 tot 13 jaar nadat de ziekte bij hen is ontdekt.
De ziekte van Alzheimer komt vooral voor bij oudere mensen.

• U vergeet steeds meer dingen.
• U vergeet eerst vooral nieuwe dingen. U vergeet bijvoorbeeld waar u iets heeft neergelegd of wat u gisteren gegeten heeft.
• Later vergeet u ook dingen die al langer geleden zijn gebeurd.

Andere klachten kunnen zijn:

• U heeft moeite om iets te onthouden.
• U vergeet waar u bent of welke dag het is.
• U heeft moeite met dingen zoals koffiezetten, koken of uzelf aankleden.
• U heeft moeite met taal. U begrijpt woorden niet en u heeft moeite om de goede woorden te vinden.
• U heeft moeite om overzicht te houden.
• U heeft moeite om gezichten of voorwerpen te herkennen.
• Uw karakter of gedrag verandert.

Hoe langer u de ziekte van Alzheimer heeft, hoe erger de klachten worden.
Goed voor uzelf zorgen, wordt steeds moeilijker. Mensen verhuizen uiteindelijk vaak naar een verpleeghuis.

Als uw arts denkt dat u de ziekte van Alzheimer heeft, kan uw arts dat op de volgende manieren onderzoeken:

• U praat met uw arts over uw klachten en veranderingen die u merkt.
• Naasten uit uw omgeving praten met uw arts over uw klachten en veranderingen die zij bij u merken.
• Uw arts onderzoekt met verschillende testen uw geheugen, aandacht, taal en begrip.
• Uw arts onderzoekt uw hersenen. Om uw hersenen in beeld te brengen krijgt u een onderzoek met een CT-scan of met een MRI-scan.
• Soms krijgt u een EEG om de activiteit van uw hersenen te onderzoeken.
• Soms krijgt u een neuropsycholoigsch onderzoek om uw denken te onderzoeken.
• Soms krijgt u een ruggenprik. Dit heet ook wel lumbaalpunctie.
  Via een ruggenprik kan uw arts hersenvocht onderzoeken.

Als de uitslag van de verschillende onderzoeken bekend is, weet de arts of u ziekte van Alzheimer heeft. 

De ziekte van Alzheimer is niet te genezen.
De behandeling bij de ziekte van Alzheimer bestaat uit het verminderen van uw klachten.
Verschillende dingen kunnen helpen uw klachten te verminderen.

Medicijnen

Sommige medicijnen zorgen dat uw hersenen minder snel beschadigen door de ziekte. In het begin heeft u dan minder problemen met uw geheugen.
De medicijnen werken niet bij iedereen.
De medicijnen helpen niet bij alle klachten en hebben soms vervelende bijwerkingen.

Regelmatig leven

Een regelmatig leven helpt vaak bij het verminderen van uw klachten. Zorg voor een vaste invulling van de dag en van de week.

Vertrouwde omgeving

Het is vaak goed om zo lang mogelijk in uw eigen huis te blijven wonen. Met hulp van uw naasten en thuiszorg. Een vertrouwde omgeving en regelmatig leven kunnen ervoor zorgen dat uw klachten niet erger worden. Bij lange ziekteduur of ernstige klachten is het soms niet meer veilig om thuis te wonen.