home

VMP : 75 jaar en ouder

Deze informatie gaat over het behandelschema van de chemotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen. Lees de informatie goed door.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit 6 kuren. 
  • Elke 5 weken (35 dagen) start een nieuwe kuur. 
  • De kuur bestaat uit de medicatie Bortezomib, Melfalan en Prednison. U krijgt het medicijn Bortezomib op dag 1, 8, 15 en 22 via een onderhuidse (subcutaan) injectie in uw dijbeen, bovenarm of buik toegediend. En u krijgt de medicijnen Melfalan en prednison in tabletvorm.
  • Behandeltijd: ongeveer 30 minuten.
  • Start op dag 1 van de kuur thuis met de tabletten Melfalan en Prednisolon. 
  • Voor elke volgende kuurcyclus wordt u bij de arts of verpleegkundig specialist verwacht op de polikliniek. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat en worden uw vragen zo goed als mogelijk beantwoord. Tot slot wordt er een behandelplan gemaakt.
  • Belangrijk is om voorafgaand aan deze poli afspraak bloed te prikken. Dit kan dezelfde dag minimaal een uur voor de poli afspraak of een dag eerder.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

Laat voor elke controle-afspraak uw bloed controleren

  • U moet voor de controle-afspraak uw bloed laten controleren. Doe dit tussen 1 en 24 uur voor de controle-afspraak. 
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname. U kunt ook op een andere locatie terecht.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.

Behandelschema

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet gebruikt.

Dag

Melfalan, tabletten

Prednisolon, tabletten

Bortezomib, injectie

1 + + +
2 + + -
3 + + -
4 + + -
5 - - -
6 - - -
7 - - -
8 - - +
9 - - -
10 - - -
11 - - -
12 - - -
13 - - -
14 - - -
15 - - +
16 - - -
17 - - -
18 - - -
19 - - -
20 - - -
21 - - -
22 - - +
23 - - -
24 - - -
25 - - -
26 - - -
27 - - -
28 - - -
29 - - -
30 - - -
31 - - -
32 - - -
33 - - -
34 - - -
35 - - -

Ondersteunende medicatie

Dag en tijd

Medicijn

Wat is het en hoe vaak gebruikt u het?

Dag 1  t/m 35

08.00 en 17.00 uur

's morgens met ontbijt

Valaciclovir Anti viraal middel: 2 x per dag 500 mg

Dag 1  t/m 35

08.00 en 17.00 uur

's morgens met ontbijt

Levofloxacine Antibiotica: 1x per dag 500mg 

Zo nodig medicatie

Dag

Medicijn

Wanneer en hoe vaak gebruikt u het?

Dag 1 tot 35 Metoclopramide Bij misselijkheid: zo nodig 3x per dag 10 mg

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door chemotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Beschadiging van zenuwen, bijwerkingen diabetes, opgejaagd gevoel

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Botontkalking

Bijwerkingen die soms voorkomen

Vermoeidheid, bloedarmoede, diarree, verstopping (obstipatie), droge en gevoelige huid, grieperig gevoel /  spierpijn, huiduitslag, irritatie van de ogen, longinfectie, maagklachten, menstruatiestoornis, misselijkheid en braken, pijnlijke injectieplaats, smaakverandering of smaakvermindering, verandering in seksualiteit,  verminderde eetlust, vermindering bloedplaatjes (trombopenie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie), Herpes Zoster infectie

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het? 

  • De uiteinden van de zenuwen van handen en voeten kunnen beschadigd worden. Dit heet neuropathie. Klachten kunnen zijn een doof/slapend, tintelend of branderig gevoel in vingertoppen, vingers en tenen. 
  • U kunt ook moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen als het dichtknopen van kleding. 
  • Soms treden deze klachten tijdelijk op en verdwijnen dan weer binnen enkele dagen. 
  • In het eerste anderhalf jaar na de behandeling kunnen de klachten verminderen en verdwijnen dan meestal volledig. Zijn er daarna nog neuropathieklachten, dan zullen deze blijvend zijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. 
  • Heeft u klachten? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te passen. 

Wat is het? 

  • Door het gebruik van het medicijn dexamethason en/of prednison kunnen de bloedsuikers ontregeld raken. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Controleer de bloedsuiker de eerste 3 dagen na de kuur. 
  • Volg de instructie van de diabetesverpleegkundige op.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voorafgaand aan de behandeling verwijzen wij u door naar de diabetesverpleegkundige

Wat is het? 

  • Door het gebruik van het medicijn prednisolon kunt u een opgejaagd gevoel krijgen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; slapeloosheid, euforie, stemmingswisselingen en een blozend gezicht.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem het medicijn prednisolon ’s morgens in.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen

Wat is het? 

  • Door het gebruik van prednisolon en door uw ziekte heeft u een verhoogd risico op botontkalking. 
  • U heeft daardoor meer kans op botbreuken en het inzakken van wervels. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het is belangrijk om voldoende te bewegen, bijvoorbeeld 5x per week een half uur fietsen of wandelen.
  • Gebruik voldoende zuivelproducten; met gemiddeld 2 tot 3 porties melk en melkproducten en 1 à 2 plakken kaas per dag.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Om uw botten sterker te maken krijgt u 1x per 3 maanden gedurende twee jaar het middel zoledroninezuur per infuus toegediend.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • De behandeling kan uw huid droger en/of schilferig maken.
  • Gedurende de behandeling kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Smeer uw gezicht en andere delen van uw lichaam die in de zon komen in met minimaal factor 30 en vermijd zonnebaden.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen. 
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden. 

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de dermatoloog.

Wat is het? 

  • Het grieperige gevoel begint enige uren na de toediening en kan 1 tot 2 dagen aanhouden. 
  • Klachten die hiermee samen gaan zijn; spierpijn, botpijn, hoofdpijn en een verminderde eetlust krijgen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik ter bestrijding van de hoofdpijn, spierpijn en botpijn 1000 mg paracetamol.
  • De inname van paracetamol mag u, indien nodig, uitbreiden tot maximaal 3 keer per dag 1000 mg.
  • Heeft u na 2 dagen nog steeds klachten? Dan is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het?

  • Een herpes zoster infectie is een virale infect, veroorzaakt door het varicella zoster virus. Het varicella zoster virus veroorzaakt ook de kinderziekte waterpokken.
  • U kunt last krijgen van een plotseling, optredende huidreactie.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn jeukende of pijnlijke vlekjes en blaasjes.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem volgens voorschrift van uw arts of verpleegkundig specialist preventief Valaciclovir in.
  • Heeft u ondanks de inname van Valaciclovir klachten? Neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het? 

  • Huiduitslag is een verandering van de huid, waarbij roodheid, schilfering, vlekken en bultjes kunnen ontstaan. De rode huid zorgt vaak voor jeuk.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik voor het wassen een zeep met een lage PH.
  • Vermijd felle zon. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen.
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het hoornvlies of doordat de traanklieren onvoldoende traanvocht produceren. Hierdoor worden de ogen droog.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; irritatie, roodheid, pijn en tranen van de ogen.
  • Ook kunt u last krijgen van wazig zien. Dit gaat vanzelf over. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Vermijd het gebruik van lenzen als uw ogen te gevoelig zijn. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij aanhoudende klachten kan uw arts of verpleegkundig specialist oogdruppels voorschrijven.

Wat is het?

  • Er bestaat een verhoogd risico op een longinfectie vooral bij patiënten met een verminderd immuunsysteem.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; benauwdheid, koorts, droge niet productieve hoest, pijn op de borst

Wat kunt u zelf doen?

  • Neem volgens voorschrift van uw arts of verpleegkundig specialist preventief cotrimoxazol in.
  • Heeft u ondanks de inname van cotrimoxazol klachten? Neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het?

  • Maagklachten kunnen ontstaan door inname van hoge dosering prednisolon.
  • Klachten die hiermee samen gaan zijn; zuurbranden en oprispingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem volgens voorschrift van uw arts of verpleegkundig specialist preventief Pantoprazol in.
  • Heeft u ondanks de inname van Pantoprazol klachten? Neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het? 

  • Er kan een verandering optreden in de menstruatie. Dit kan samengaan met een onregelmatige cyclus. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes vermindert de stolling van het bloed waardoor de menstruatie heviger kan zijn.
  • De menstruatie kan ook stoppen. U kunt hierdoor tijdelijk of blijvend in de overgang komen. Dit is mede afhankelijk van uw leeftijd.
  • Gemiddeld komt u door chemotherapie 5 jaar eerder in de overgang. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige overgangsklachten kunnen wij u doorverwijzen naar de gynaecoloog.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het? 

  • Tijdens het toedienen van de medicijnen kan op de plaats van de injectie een zwelling ontstaan of kan de huid (rood) verkleuren. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Krijgt u deze klachten tijdens het toedienen van de medicijnen, waarschuw dan de verpleegkundige.
  • Als deze klachten thuis op treden dan kan koelen van de injectieplaats helpen.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • De injecties iedere keer op een andere plaats toedienen.

Wat is het? 

  • Uw smaak kan veranderen. Eten wat u eerst lekker vond, smaakt nu niet meer. Eten dat u normaal gesproken niet lekker vond, smaakt u nu misschien juist wel.
  • Na de behandeling herstelt de smaak zich weer.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtiste.

Wat is het? 

  • Chemotherapie kan invloed hebben op uw seksuele gevoelens. 
  • Door een operatie, bestraling en/of haarverlies kan een veranderd zelfbeeld ontstaan.
  • Het is mogelijk dat u minder zin heeft om te vrijen.
  • De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. 
  • Vrouwen kunnen last krijgen van vaginale droogte.
  • Mannen kunnen last hebben van erectiestoornissen en/of ejaculatieproblemen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het bespreekbaar maken van seksuele problemen is belangrijk.
  • Door erover te praten met uw partner leert u elkaar beter te begrijpen. 
  • Ook met uw zorgverleners kunt u problemen rond seksualiteit bespreken.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als u problemen ervaart met uw seksualiteit dan kunnen we u verwijzen naar een seksuoloog. 

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is het? 

  • Verstopping (obstipatie) kan ontstaan door gebruik van medicatie om misselijkheid te voorkomen en door bepaalde chemotherapie. 
  • Klachten van verstopping zijn; harde en droge ontlasting buikpijn en krampen, opgezette buik en een verminderde eetlust door een vol gevoel. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Wanneer u bovenstaande klachten langer dan 4 dagen heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: