home

Vleesboom : myoom

De baarmoeder bestaat voor een groot deel uit spierweefsel. Soms groeien de cellen in dit spierweefsel te snel. Er ontstaat dan een soort bal. Dit heet een vleesboom of myoom. Een vleesboom is niet gevaarlijk en vaak heeft u geen klachten. Als u wel klachten heeft, kunt u een behandeling krijgen. Bijvoorbeeld met medicijnen of een kijkoperatie.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is een vleesboom?

Een vleesboom is soort bal van spiercellen en bindweefsel. Deze groeit in de spierlaag van de baarmoeder.

Een vleesboom kan aan de binnenkant, in de wand of aan de buitenkant van de baarmoeder zitten. 

Een vleesboom kan klein blijven of heel langzaam groeien. 
Soms kan een vleesboom groeien tot een gewicht van een kilo. 

Vleesbomen komen veel voor: bijna de helft van de vrouwen jonger dan 50 jaar heeft een vleesboom. 

Wat merk ik van een vleesboom?

U merkt meestal niks van een vleesboom. 

Soms geeft een vleesboom wel klachten:

  • veel bloedverlies als u ongesteld bent
  • pijn als u ongesteld bent
  • bloedarmoede. Dit kunt u krijgen als u lange tijd veel bloed verliest als u ongesteld bent. Bloedarmoede kan moeheid geven. 

Dit zijn klachten die weinig voorkomen: 

  • een zwaar gevoel of pijn in de buik
  • vaker moeten plassen 
  • pijn met vrijen

Hoe ontstaan vleesbomen?

Een vleesboom groeit door vrouwelijke hormonen (oestrogeen en progesteron). Daarom komen vleesbomen vooral voor bij vrouwen jonger dan 50, als ze vruchtbaar zijn.

In deze situaties kunnen vleesbomen ook groter worden:

  • Als u zwanger bent. Dat komt door veranderingen in hormonen.
    Na de zwangerschap worden ze weer kleiner.
  • Bij sommige behandelingen met hormonen, zoals tegen klachten in de overgang. 

Na de overgang worden ze meestal kleiner. U heeft dan namelijk minder vrouwelijke hormonen. 

Kan een vleesboom kwaad?

Vleesbomen zijn geen kanker. De kans dat ze kanker worden is heel klein.

Vleesbomen geven meestal geen problemen om zwanger te worden.
Ook tijdens een zwangerschap geven ze meestal geen problemen.

Hoe weet ik dat ik een vleesboom heb?

Meestal worden vleesbomen toevallig ontdekt bij een onderzoek voor iets anders. 

Als de huisarts denkt dat u een vleesboom heeft, krijgt u meestal een echo via uw vagina. Daarop is te zien waar de vleesboom zit en hoe groot deze is. 

Behandeling bij een vleesboom

Als u geen klachten heeft, hoeft er niets aan de vleesboom gedaan te worden.

Bij klachten zijn er verschillende behandelingen mogelijk.

  • Bij veel bloedverlies helpen medicijnen vaak.
  • Bij veel of grote vleesbomen is een operatie een mogelijkheid.

Welke behandeling het beste bij uw situatie past, hangt af van uw klachten, hoeveel vleesbomen u heeft, waar ze zitten en hoe groot ze zijn. Ook uw leeftijd en of u (nog) zwanger wilt worden zijn belangrijk.

De keuzehulp over vleesbomen kan u helpen bij de keuze voor een behandeling. De keuzehulp is voor vrouwen die nog niet in de overgang zijn.

Behandeling veel bloedverlies

Als de vleesboom veel bloedverlies geeft, dan kunt u kiezen tussen:

  • een medicijn dat ontstekingen remt, zoals naproxen of ibuprofen
  • pillen tranexaminezuur (3 keer per dag 1000 milligram):
    • Dit helpt bij het hard worden (de stolling) van het bloed.
    • Al na enkele uren verliest u minder bloed.
    • Gebruik dit medicijn alleen als u ongesteld bent, op de 3 dagen dat u het meeste bloed verliest.
    • Dit middel is niet geschikt als u trombose, een hartinfarct, beroerte of longembolie heeft gehad.
  • de pil
  • een hormoonspiraal

Deze medicijnen kunnen goed helpen. U verliest minder bloed en u heeft minder pijn.
De vleesbomen blijven. Soms worden ze iets kleiner.

Helpen de medicijnen niet genoeg? Dan kunt u met uw huisarts bespreken of een operatie mogelijk is. Uw huisarts kan u dan doorsturen naar een gynaecoloog.

Operaties bij vleesbomen
  • de vleesboom weghalen:
    • Vleesbomen in de baarmoeder of onder het slijmvlies haalt de gynaecoloog weg met een operatie met een kijkbuis via de vagina.
    • Vleesbomen aan de buitenkant van de baarmoeder of in de wand haalt de gynaecoloog weg met een operatie via kleine sneetjes in de buikwand of door een grote snee in de buik.
  • de vleesboom laten krimpen: 
    • De radioloog kan een bloedvat naar de vleesboom dichtspuiten. Dit gebeurt via een slangetje in de slagader van de lies.
      Er kan daarna geen bloed meer naar de vleesboom. Daardoor krimpt de vleesboom in een aantal maanden.
      Na deze operatie kunt u misschien niet meer zwanger worden. Daarom is deze operatie alleen geschikt als u geen kinderen (meer) wilt.
  • de baarmoeder weghalen:
    • De gynaecoloog kan de baarmoeder weghalen. Dit gebeurt meestal met een operatie door een grote snee in de buik. Hierna kunt u niet meer zwanger worden.

Meer informatie over vleesbomen

Wij hebben de informatie over vleesbomen gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over bloedverlies uit de vagina.

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Onderzoek in OLVG

Vaak ziet de arts dat u een vleesboom heeft wanneer u een onderzoek krijgt voor een andere reden. Dit komt omdat u vaak geen klachten heeft van een vleesboom. 
Als u wel klachten heeft, doet de arts een inwendig onderzoek. De arts kijkt dan via de vagina naar de baarmoeder. Voor inwendig onderzoek gebruikt de arts een speculum. Dit is een hulpmiddel voor de arts om beter naar uw baarmoeder te kijken. Een speculum heet ook wel een eendenbek.
Soms ziet de arts geen vleesboom bij het inwendig onderzoek. U kunt dan andere onderzoeken krijgen, zoals:

  • echo via de buik of via de vagina
  • gel-echo
  • hysteroscopie: kijken naar de baarmoeder met een camera via de vagina
  • laparoscopie: kijken naar de baarmoeder via een snee in de buik
  • MRI-scan

Soms bekijkt de arts hoeveel ijzer u in uw bloed heeft. Als u weinig ijzer in uw bloed heeft, kunt u erg moe worden. 

Behandeling bij een vleesboom

Als u geen klachten heeft, is een behandeling niet nodig. 
Als u wel klachten heeft, bespreekt de arts met u welke behandeling bij u past. Er zijn verschillende behandelingen bij vleesbomen. 

Behandeling met medicijnen

Bij een behandeling met medicijnen kunt u minder last krijgen van uw klachten. U kunt kiezen tussen medicijnen met hormonen en zonder hormonen. 
Vaak worden de vleesbomen iets kleiner door de medicijnen, maar de vleesbomen verdwijnen niet. Als de vleesbomen erg groot zijn, kunnen uw klachten blijven. 
Als u stopt met de medicijnen kunnen uw klachten terugkomen. 

Verwijderen van een vleesboom

De arts kan een vleesboom ook verwijderen. Er zijn verschillende manieren om een vleesboom te verwijderen:

  • Via de vagina. Dit heet een hysteroscopie.
  • Via kleine sneetjes in de buik. Dit heet een laparoscopie. 
  • Via een operatie met een snee in de buik. Dit heet een laparotomie.
  • Dearts bespreekt met u welke behandeling het beste bij u past.

Kapot maken van een vleesboom

De arts kan ook de vleesboom kapot maken. De vleesboom verdwijnt dan niet, maar vaak krijgt u wel minder klachten. Er zijn verschillende manieren om een vleesboom kapot te maken. Bijvoorbeeld door te zorgen dat de vleesboom geen zuurstof meer krijgt, door de bloedvaten naar de vleesboom af te sluiten. Dit gebeurt via de bloedvaten in de liezen. Dit heet embolisatie.

Verwijderen van uw baarmoeder

Als u veel klachten heeft kan de arts uw baarmoeder verwijderen. Dit heet een hysterectomie. Een hysterectomie gebeurt vaak met een kijkoperatie en soms met een snee in de buik. 
Als de arts uw baarmoeder verwijdert, kunt u niet zwanger worden. U wordt ook niet meer ongesteld. 
Als de arts vleesbomen verwijdert, kunnen er nieuwe vleesbomen ontstaan. Soms is het dan alsnog nodig om uw baarmoeder te verwijderen. De arts bespreekt dit met u. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Gynaecologie, locatie Oost, P1
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie Spuistraat
020 599 91 11 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Gynaecologie van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.