home

Schouder uit de kom : schouderluxatie

Een schouder uit de kom heet ook wel een schouderluxatie. Als uw schouder uit de kom is, zet de arts op de Spoedeisende Hulp uw schouder weer goed in de schouderkom. Dit vermindert de pijn meestal. Na een korte periode van rust start u met oefeningen. Door uw spieren te oefenen maakt u de kans dat de schouder weer uit de kom gaat kleiner. Ook helpt oefenen tegen pijn en stijfheid van de schouder. Het herstel duurt ongeveer 6 weken.

Over een schouderluxatie

Rondom de schouder zitten spieren en banden. Als de schouder uit de kom is geweest, zijn deze spieren en banden opgerekt.
Een schouderluxatie herstelt vaak goed. Als een schouder uit de kom is geweest, is het risico dat dit nog een keer gebeurt groter.

Virtual Fracture Care app

U kunt voor informatie over het herstel van deze breuk ook de app Virtual Fracture Care gebruiken. U vindt deze app in de App Store (iPhone) of Google Play Store (Android).

Behandeling

Om de beschadiging van de schouders en spieren rond de schouder te laten herstellen, is rust belangrijk. U krijgt een draagband voor uw arm. Dit heet een sling. Een sling geeft rust aan de schouder. Ook zorgt een sling ervoor dat u geen verkeerde beweging kan maken.

U mag nadat uw schouder uit de kom is geweest uw arm niet omhoog doen. Ook draaien met de onderarm of schouder mag in het begin niet.
Op de eerste werkdag nadat u op de Spoedeisende Hulp was, neemt een arts contact met u op. U bespreekt dan met de arts het plan voor de verdere behandeling.

  • Is uw schouder voor de eerste keer uit de kom gegaan? Dan is controle op de polikliniek Traumachirurgie meestal niet nodig.
  • Als uw schouder voor de tweede keer uit de kom is gegaan, krijgt u een telefonische afspraak met een arts over 8 weken.
  • Als uw schouder vaker dan 2 keer uit de kom is gegaan, krijgt u voor verdere behandeling een verwijzing naar de polikliniek Orthopedie.

Instructies per week

  • In bed hoeft u de sling niet te dragen. Zorg er dan wel voor dat de arm tegen uw lichaam rust door bijvoorbeeld een strak shirt te dragen.
  • Als u de onderarm vaak laat hangen, kan uw arm dikker worden door vocht. Draag daarom de eerste weken de arm in de sling.
  • Tijdens het douchen mag de sling even af. Zorg er dan wel voor dat u de arm tegen uw lichaam houdt.
  • Maak regelmatig een vuist en beweeg de vingers afzonderlijk. Dit helpt tegen vocht in de arm.
  • Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk begint met veilig bewegen en oefenen van de schouder. Zo houdt u de schouder soepel.
  • Beweeg de eerste 3 weken rustig, want door verkeerde bewegingen kan de schouder opnieuw uit de kom schieten.

Week 1

  • Rust
  • Draag de arm in een sling.
  • Start met de oefeningen voor week 1.
  • Draai de arm niet naar buiten, naar achteren of naar voren. Kam bijvoorbeeld niet zelf uw haren. Dit soort bewegingen kunnen ervoor zorgen dat de schouder opnieuw uit de kom gaat.

Week 2

  • Draag de arm in een sling.
  • Doe de oefeningen van week 2. Herhaal deze oefeningen 3 tot 4 keer per dag. Doe ze steeds 10 tot 15 keer achter elkaar.
  • Tijdens het oefenen mag de sling af.
  • Draai de arm niet naar buiten, naar achteren of naar voren. Deze beweging kan ervoor zorgen dat de schouder opnieuw uit de kom gaat.

Week 3

  • U hoeft de sling in principe niet meer te dragen.
  • Doe de oefeningen van week 3. Herhaal deze oefeningen 3 tot 4 keer per dag. Doe ze steeds 10 tot 15 keer achter elkaar.
  • Tijdens het oefenen mag de sling af.
  • Draai de arm niet naar buiten, naar achteren of naar voren. Deze beweging kan ervoor zorgen dat de schouder opnieuw uit de kom gaat.

Week 4 en 5

  • Doe de oefeningen van week 4 en 5. Herhaal deze oefeningen 3 tot 4 keer per dag. Doe ze steeds 10 tot 15 keer achter elkaar.
  • U mag alleen bewegingen maken met uw arm tot schouderhoogte. Begin voorzichting.
  • Wissel de oefeningen met elkaar af.

Week 6

  • U mag alle bewegingen met uw schouder weer maken. Begin voorzichtig.
  • Doe alleen lichte werkzaamheden waarbij u niet te veel kracht hoeft te zetten.
  • U kunt weer sporten zonder lichamelijk contact. Begin pas met contactsporten toegestaan als de schouder weer volledig hersteld is.

Adviezen en aandachtspunten

Wilt u sporten? Bespreek de mogelijkheden met een fysiotherapeut. De fysiotherapeut kan beoordelen wanneer uw schouder weer voldoende stabiel is.

Pijn

Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol. Wacht niet totdat u te veel pijn heeft. Neem paracetamol verspreid over de dag in. U kunt maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol innemen op vaste tijden.

Oefeningen

Door uw spieren te oefenen, maakt u de kans dat de schouder weer uit de kom gaat kleiner. Ook maakt u de kans op pijn en stijfheid van de schouder kleiner.
Belangrijk: bouw het oefenen rustig op. Pijn kan een teken zijn dat u teveel doet. Als u pijn voelt, stop dan met oefenen. U mag wel vermoeidheid of spierpijn voelen.

Week 1

Oefening 1: Beweeg de vingers en hand in de sling door 10 tot 15 keer per dag een vuist te maken.

Oefening 2: Ga iets gebukt voorover staan en maak kleine cirkelbewegingen met de elleboog. Dit heet een pendelbeweging.

Week 2

Herhaal oefening 2: Pendelbeweging.

Oefening 3. Druk uw onderarm tegen de buik. Houd dit een paar seconden vol en laat los.

Oefening 4: Druk uw bovenarm tegen de zijkant van uw borstkas. Beweeg daarna uw onderarm tegen uw buik aan. Houd dit een aantal seconden vol en beweeg uw arm weer terug naar de zijkant.  

Bespreek met uw fysiotherapeut of uw schouder stabiel genoeg voor extra oefeningen. Soms moet u de oefeningen aan uw persoonlijke situatie aanpassen.

 

Week 3

Oefening 5: Druk uw gestrekte arm tegen de zijkant van uw lichaam. Houd dit een aantal seconden vol en laat los.

Oefening 6: Ga iets gebukt voorover staan. Laat uw arm gestrekt naar beneden hangen. Maak kleine cirkelbewegingen linksom en rechtsom.

Oefening 7: Buig en strek de elleboog, terwijl u gebukt voorover staat.

Week 4 en 5

Oefening 8: Beweeg met de hand over uw borstkas naar de gezonde schouder en probeer het schouderblad aan te tikken. Ondersteun uw elleboog met uw andere hand.

Oefening 9: Plaats uw handen tegen elkaar voor uw borstkas en zet ze tegen elkaar. U voelt de spieren aan de voorkant van uw schouder aanspannen.

Oefening 10: Strek uw arm. Breng uw arm naar voren en til omhoog tot de hoogte van uw schouder.

Oefening 11: Til uw gestrekte arm naar opzij tot de hoogte van uw schouder. U kunt met uw andere arm tegen een muur leunen voor steun.

Oefening 12: Beweeg de arm rustig met een gestrekte of gebogen elleboog naar achteren.

Vanaf week 6

  • Blijf de oefeningen van week 5 doen tot u voelt dat de schouder weer hetzelfde kan als voordat uw schouder uit de kom ging.
  • Zwemmen is een goede oefening om de functie van de schouder te verbeteren.

Als u de oefeningen niet goed kunt doen doordat u weinig kracht heeft of last van pijn houdt, adviseren wij u naar een fysiotherapeut te gaan. De fysiotherapeut kan u dan begeleiden. U kunt naar een fysiotherapeut gaan met of zonder verwijzing van de huisarts.

Wanneer moet u ons bellen?

Bel de Spoedeisende Hulp bij de volgende complicaties:

  • Abnormale zwelling van de hand en/of onderarm
  • Huidverkleuring
  • Toename van de pijn
  • (Tijdelijk) een doof gevoel van de huid van bovenarm

Ga meteen naar de Spoedeisende Hulp als uw schouder opnieuw uit de kom gaat. Als de schouder voor langere tijd uit de kom is, kan het lastig zijn om deze weer terug te plaatsen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: