home

Operatie bij een verzakking : verzakking van de bekkenbodemorganen

Als de spieren in de bekkenbodem zwakker worden, kunnen de organen in de bekkenbodem verplaatsen. Dit heet een verzakking. Er zijn verschillende behandelingen bij een verzakking. Als andere behandelingen niet helpen of als uw verzakking heel erg is, kunt u een operatie krijgen. De arts bespreekt dit met u.

Soorten operaties

Als andere behandeling niet helpen, kunt u een operatie krijgen voor uw verzakking. De meeste operaties zijn via de vagina. Soms krijgt u een operatie via de buik. 
De arts bespreekt met u welke operatie bij u past.

Operatie aan de voorkant van uw vagina

Als u een verzakking van de blaas heeft, kunt u een operatie krijgen aan de voorkant van uw vagina. De arts gebruikt hechtingen om uw blaas weer op de goede plek vast te zetten. Deze hechtingen lossen niet op. Zo blijft uw blaas op de goede plek. 

Operatie aan de achterkant van uw vagina

Als u een verzakking heeft van de endeldarm, kunt u een operatie krijgen aan de achterkant van uw vagina. De arts gebruikt hechtingen om de ingang van uw vagina kleiner te maken. U heeft dan minder last van uw verzakking.

Vastzetten van de baarmoeder of vagina

Soms zet de arts uw vagina of baarmoeder vast met hechtingen aan uw bekken. Hierdoor heeft u minder last van uw verzakking.     

Sacrocolpopexie: matje in uw bekkenbodem 

Bij een sacrocolpopexie maakt de arts 4 sneetjes in uw buik. Via de sneetjes in uw buik plaatst de arts een matje in uw bekkenbodem. Hierdoor blijven uw organen op de juiste plek. 

Manchester Fortergill: bandjes rond de baarmoeder

Als de bandjes aan de baarmoeder zijn uitgerekt, maakt de arts deze tijdens de operatie korter en vast aan de baarmoeder. De arts verwijdert een deel van de baarmoederhals, zodat deze korter wordt.

Verwijderen van de baarmoeder

Soms is het nodig om uw baarmoeder of een deel van uw baarmoeder te verwijderen. De arts verwijdert uw baarmoeder via de vagina. 

Colpocleisis: dichtmaken van de vagina

Als andere behandelingen niet genoeg helpen, kunt u een colpocleisis krijgen. Bij een colpocleisis maakt de arts uw vagina dicht. U kunt dan geen seks meer hebben via de vagina. 

Na de operatie

In het ziekenhuis

  • Meestal blijft u 1 nacht in het ziekenhuis.
  • Vertel het de verpleegkundige als u pijn heeft. U kunt dan pijnstillers krijgen.
  • Vertel het de verpleegkundige als u misselijk bent. U krijgt dan medicijnen tegen de misselijkheid. 
  • Het is belangrijk dat u goed eet na de operatie. De verpleegkundige verwijdert uw infuus als u weer goed kunt eten. 
  • Het is belangrijk dat u blijft bewegen. Als het lukt, helpt de verpleegkundige u om uit bed te komen.
  • Tijdens sommige operaties plaatst de arts een soort tampon in uw vagina. De verpleegkundige verwijdert de tampon de ochtend na de operatie.
  • De verpleegkundige verwijdert uw katheter de ochtend na de operatie. Als u goed uw blaas leeg kunt plassen, mag u naar huis. 
  • Soms neemt u de katheter mee naar huis. 

Risico’s

  • Tijdens de operatie kunnen de blaas en endeldarm beschadigd raken. De arts herstelt dit tijdens de operatie. U blijft dan langer in het ziekenhuis. 
  • U kunt veel bloed via de vagina verliezen. Soms is nog een operatie nodig.
  • U kunt een blaasontsteking krijgen na de operatie. U merkt dan pijn bij het plassen. U moet ook vaker plassen. Voor een blaasontsteking krijgt u antibiotica. 
  • U kunt moeite hebben met het leeg plassen van uw blaas. Dit komt doordat de blaas en plasbuis op een nieuwe plek liggen. Als u hier last van heeft, krijgt u een katheter of leert u hoe u zelf een katheter kan plaatsen. Vaak gaan de klachten vanzelf weg.
  • Soms kunt u uw plas niet ophouden. Soms kunt u bekkenbodemoefeningen of een bandje onder de plasbuis krijgen. 

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij een operatie bestaat een kleine kans op een blaasontsteking, bloeding of ongewild urineverlies.

Bel meteen de polikliniek Gynaecologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • U verliest bloed via de vagina, meer dan u gewend bent als u ongesteld bent.
  • U heeft veel pijn.

Behandelingen

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Gynaecologie, locatie Oost, P1
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie Spuistraat
020 599 91 11 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Bekkenbodemcentrum Amsterdam van OLVG. Laatst gewijzigd: