home

Obinutuzumab en Venetoclax

Deze informatie gaat over het behandelschema van de immunotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen. Lees de informatie goed door!

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit 12 kuren.
  • Elke 4 weken (28 dagen) start u met een nieuwe kuur. 
  • De medicatie Obinutuzumab krijgt u via het infuus toegediend en Venetoclax zijn tabletten. 

Kuur 1

  • De Obinutuzumab krijgt u op dag 1, 8 en 15 toegediend.
  • De Venetoclax slikt u 1x per dag op dag 22 tot en met dag 28. 
  • De eerste kuur wordt Obinutuzumab langzaam toegediend vanwege een kans op een allergische reactie. 
  • Er wordt extra bloed gecontroleerd 6-8 uur en 24 uur na het innemen van Venetoclax 20 mg tabletten. U wordt hier (mogelijk) voor opgenomen op afdeling A6 OLVG West. Dit zal de arts beoordelen en met u bespreken.
  • Behandeltijd dag 1: U wordt een dag opgenomen op afdeling A6 in OLVG, locatie West.
  • Behandeltijd dag 22: U wordt (mogelijk) een dag opgenomen op afdeling A6 in OLVG, locatie West.
  • Behandeltijd dag 8 en 15: 4 uur.

Kuur 2

  • De Obinutuzumab krijgt u op dag 1 toegediend.
  • De Venetoclax slikt u 1x per dag volgens een opbouwschema, namelijk:
    • Dag 1 t/m 7: 50 mg oraal.
    • Dag 8 t/m 14: 100 mg oraal.
    • Dag 15 t/m 21: 200 mg oraal.
    • Dag 22 t/m 28: 400 mg oraal.
  • Behandeltijd dag 1: 4 uur.
  • Er wordt extra bloed gecontroleerd 6-8 uur en 24 uur na het innemen van Venetoclax 50 mg tabletten. U wordt hier (mogelijk) voor opgenomen op afdeling A6 OLVG West. Dit zal de arts beoordelen en met u bespreken.
  • Alleen tijdens kuur 2 is het belangrijk om op dag 7 (voorafgaand aan dag 8), op dag 14 (voorafgaand aan dag 15) en op dag 21 (voorafgaand aan dag 22) voor 10.30 uur extra bloed af te nemen. 
  • De arts beoordeelt de bloeduitslagen en laat u weten of u de volgende dag mag starten met de hogere dosering Venetoclax. 

Kuur 3 tot en met 6

  • De Obinutuzumab krijgt u op dag 1 toegediend.
  • De Venetoclax slikt u 1x per dag op dag 1 tot en met dag 28. 
  • Behandeltijd dag 1: 4 uur.

Kuur 7 tot en met 12

  • De Venetoclax slikt u 1x per dag op dag 1 tot en met dag 28. 
  • Op dagen dat Venetoclax en Obinutuzumab beiden gegeven worden, wordt eerst de Venetoclax ingenomen.
  • Voorafgaand en tijdens de behandeling is het belangrijk om ten minste 2 liter water per dag te drinken. 
  • Voor de toediening op dag 1 van elke volgende kuur, komt u op controle bij uw arts of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat, en hoe de behandeling is gegaan.
  • Belangrijk is om voorafgaand aan deze poli afspraak bloed te prikken. Dit kan dezelfde dag minimaal een uur voor de poli afspraak of een dag eerder.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling. Dit is afhankelijk van 
    uw persoonlijke omstandigheden.

Laat voor uw afspraak uw bloed controleren

  • U moet voor de afspraak op de polikliniek uw bloed laten controleren. Doe dit tussen 1 en 24 uur voor de afspraak. 
  • Laat bij kuur 2 op dag 7, op dag 14 en op dag 21 voor 10.30 uur ook uw bloed controleren.
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname. U kunt ook op een andere locatie terecht.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.
  • Afhankelijk van de uitslagen beoordeelt de arts of de behandeling door kan gaan.

Behandelschema kuur 1

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt of krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet gebruikt of krijgt toegediend.

Dag

Obinutuzumab, infuus

Venetoclax 20 mg, tabletten

1 + -
2 - -
3 - -
4 - -
5 - -
6 - -
7 - -
8 + -
9 - -
10 - -
11 - -
12 - -
13 - -
14 - -
15 + -
16 - -
17 - -
18 - -
19 - -
20 - -
21 - -
22 - +
23 - +
24 - +
25 - +
26 - +
27 - +
28 - +

Premedicatieoverzicht kuur 1

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 paracetamol
cetirizine
dexamethason 
1x per dag 1000 mg
1x per dag 10 mg
1x per dag 20 mg (infuus)
Medicatie meenemen naar OLVG.
Medicatie meenemen naar OLVG.
U krijgt dit in OLVG.
8 paracetamol
cetirizine
1x per dag 1000 mg
1x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.
15 paracetamol
cetirizine
1x per dag 1000 mg
1x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.

Ondersteunende medicatie kuur 1

Dag

Medicijn

Wat is het en hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

19 tot en met 28 Allopurinol Orgaanbeschermer: 1x per dag 300 mg 's Morgens met ontbijt. 

Zo nodig medicatie kuur 1

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Waarvoor?

1 tot en met 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid.

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Behandelschema kuur 2

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt of krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet gebruikt of krijgt toegediend.

Dag

Obinutuzumab, infuus

Venetoclax 50 mg, tabletten

Venetoclax 100 mg, tabletten

Venetoclax 200 mg, tabletten

Venetoclax 400 mg, tabletten

1 + + - - -
2 - + - - -
3 - + - - -
4 - + - - -
5 - + - - -
6 - + - - -
7 - + - - -
8 - - + - -
9 - - + - -
10 - - + - -
11 - - + - -
12 - - + - -
13 - - + - -
14 - - + - -
15 - - - + -
16 - - - + -
17 - - - + -
18 - - - + -
19 - - - + -
20 - - - + -
21 - - - + -
22 - - - - +
23 - - - - +
24 - - - - +
25 - - - - +
26 - - - - +
27 - - - - +
28 - - - - +

Premedicatieoverzicht kuur 2

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 paracetamol cetirizine 1x per dag 1000 mg
1x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.

Ondersteunende medicatie kuur 2 

Dag

Medicijn

Wat is het en hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 tot en met 28 Allopurinol Orgaanbeschermer: 1x per dag 300 mg 's Morgens met ontbijt. 

Zo nodig medicatie kuur 2 

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Waarvoor?

1 tot en met 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid.

 

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Behandelschema kuur 3 tot en met 6

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt of krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet gebruikt of krijgt toegediend.

Dag

Obinutuzumab, infuus

Venetoclax 400 mg, tabletten

1 + +
2 - +
3 - +
4 - +
5 - +
6 - +
7 - +
8 - +
9 - +
10 - +
11 - +
12 - +
13 - +
14 - +
15 - +
16 - +
17 - +
18 - +
19 - +
20 - +
21 - +
22 - +
23 - +
24 - +
25 - +
26 - +
27 - +
28 - +

Premedicatieoverzicht kuur 3 tot en met 6

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 paracetamol
cetirizine
1x per dag 1000 mg
1x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.

Zo nodig medicatie kuur 3 tot en met 6

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Waarvoor?

1 tot en met 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid.

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Behandelschema kuur 7 tot en met 12

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn gebruikt. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet gebruikt.

Dag

Venetoclax 400 mg, tabletten

1 +
2 +
3 +
4 +
5 +
6 +
7 +
8 +
9 +
10 +
11 +
12 +
13 +
14 +
15 +
16 +
17 +
18 +
19 +
20 +
21 +
22 +
23 +
24 +
25 +
26 +
27 +
28 +

Zo nodig medicatie kuur 7 tot en met 12

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Waarvoor?

1 tot en met 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid.

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door immunotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Bijwerkingen diabetes

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Diarree, vermoeidheid, misselijkheid en braken, hoofdpijn, overgevoeligheid/allergische reactie, koorts, longklachten, verstopping (obstipatie), haaruitval

Bijwerkingen die soms voorkomen

Huidproblemen (jeuk), bloedarmoede (jeuk), bloedarmoede (anemie), vermindering bloedplaatjes (trombopenie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie)

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het? 

  • Door het gebruik van het medicijn dexamethason en/of prednison kunnen de bloedsuikers ontregeld raken. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Controleer de bloedsuiker de eerste 3 dagen na de kuur. 
  • Volg de instructie van de diabetesverpleegkundige op.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voorafgaand aan de behandeling verwijzen wij u door naar de diabetesverpleegkundige

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het?

  • Hoofdpijn kan ontstaan door de chemotherapie en door de medicatie om misselijkheid en 
    braken te voorkomen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; een overgevoeligheid voor prikkels als licht en 
    geluid.

Wat kunt u zelf doen?

  • Vermijd een prikkelende omgeving. Zorg voor een rustige ruimte eventueel verduisterd.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Neem 3 keer per dag 1000 mg paracetamol.
  • Houdt de hoofdpijn aan, neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

 

Wat is het?

  • De medicatie die u toegediend krijgt kan door het lichaam als een lichaamsvreemde stof 
    (antigeen) gezien worden en daardoor kan een allergische reactie optreden.
  • Een allergische reactie treedt meestal op tijdens de toediening.
  • Het kan samengaan met roodheid, huiduitslag, jeuk over het hele lichaam, beklemmend 
    gevoel op de borst, rillen, opgezet gezicht, kortademigheid, duizeligheid of gevoel van 
    onrust.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt niets doen om dit te voorkomen.
  • Krijgt u deze klachten tijdens het inlopen van de medicijnen, waarschuw dan de 
    verpleegkundige.
  • Als deze klachten thuis optreden, neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Als er bij u kans op een allergische reactie bestaat, houdt de verpleegkundige u 
    nauwlettend in de gaten tijdens het inlopen van de medicijnen.
  • Bij een allergische reactie wordt de toediening van de medicijnen gestopt. Indien nodig 
    krijgt U medicijnen om de reactie tegen te gaan. Meestal verdwijnen de klachten dan 
    snel. De behandeling kan daarna voortgezet worden in overleg met uw arts. 

Wat is het?

  • Er kan verhoging of koorts ontstaan.
  • De koorts verdwijnt spontaan binnen 24 uur na de toediening.
  • Door de koorts en het zweten, verliest u meer vocht dan gewoonlijk. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Drink voldoende: 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers).
  • Gebruik ter bestrijding van de koorts 1000 mg paracetamol
  • Is de koorts na 24 uur nog niet verdwenen? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het?

  • Er bestaat een verhoogd risico op een longinfectie vooral bij patiënten met een verminderd immuunsysteem.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; benauwdheid, koorts, droge niet productieve hoest, pijn op de borst

Wat kunt u zelf doen?

  • Neem volgens voorschrift van uw arts of verpleegkundig specialist preventief cotrimoxazol in.
  • Heeft u ondanks de inname van cotrimoxazol klachten? Neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het? 

  • Verstopping (obstipatie) kan ontstaan door gebruik van medicatie om misselijkheid te voorkomen en door bepaalde chemotherapie. 
  • Klachten van verstopping zijn; harde en droge ontlasting buikpijn en krampen, opgezette buik en een verminderde eetlust door een vol gevoel. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Wanneer u bovenstaande klachten langer dan 4 dagen heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het?

  • Meestal begint het haarverlies geleidelijk, 2 tot 3 weken na de eerste chemokuur.
  • Haaruitval kan samengaan met een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid, te vergelijken met 
    haarpijn (pijn in de wortels).
  • Naast uw hoofdhaar kunnen ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel, lichaams- en 
    schaamhaar uitvallen. Dit is niet altijd het geval. En meestal gebeurt dit later dan het 
    hoofdhaar.
  • Ongeveer een maand na afloop van de behandeling begint uw haar weer te groeien. De 
    snelheid waarmee dit gebeurt, is per persoon verschillend. Meestal is er na enkele 
    maanden weer een goed herstel van de haargroei. 

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.
  • Heeft u vragen over de vergoeding of betaling van een haarwerker? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Wij geven u een pruikmachtiging.

Wat is het? 

  • Huiduitslag is een verandering van de huid, waarbij roodheid, schilfering, vlekken en bultjes kunnen ontstaan. De rode huid zorgt vaak voor jeuk.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik voor het wassen een zeep met een lage PH.
  • Vermijd felle zon. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen.
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid, kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: