home

Narcose bij een kind : verdoving voor een operatie of onderzoek voorbereiden

Als uw kind een operatie of onderzoek krijgt, is soms narcose nodig. Narcose is een soort verdoving waarbij uw kind slaapt. Uw kind voelt door de narcose niets van de operatie of het onderzoek. Een goede voorbereiding is heel belangrijk, anders kan de operatie of het onderzoek niet doorgaan.

Zo bereiden jullie je voor

OLVG wil graag alles doen om het onderzoek of de operatie van uw kind zo prettig mogelijk te laten zijn.
U kunt daarbij helpen door u zo goed mogelijk voor te bereiden op het onderzoek en de operatie.

De voorbereiding start in MijnOLVG, met een vragenlijst.
Het is belangrijk dat u de vragenlijst zo snel mogelijk invult.
Als u de vragenlijst heeft ingevuld, kan uw kind sneller geholpen worden.

MijnOLVG

U en uw kind kunnen de narcose van uw kind meestal helemaal online voorbereiden. We informeren en begeleiden u via MijnOLVG. Hiervoor heeft uw kind een account nodig.

  • Kinderen vanaf 12 jaar kunnen zelf in MijnOLVG. Ze kunnen eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. De MijnOLVG-app is te downloaden in de App Store of Google Play Store. Inloggen kan ook via de website mijnolvg.nl.
  • Bent u ouder of verzorger van een kind tot 12 jaar en wilt u MijnOLVG van uw kind maken of inzien? U kunt dit aanvragen met dit aanvraagformulier.

Vragenlijst

U vult een vragenlijst over de gezondheid van uw kind in op MijnOLVG. Deze vragenlijst vindt u in MijnOLVG door naar ‘Berichtenverkeer’ te gaan. Daarna klikt u op ‘Postvak’.
Op basis van uw antwoorden hoort u hoe de voorbereiding verder gaat. Dit kan op 3 verschillende manieren:

  1. U bereidt zich helemaal online voor op de operatie of het onderzoek van uw kind.
    U heeft geen afspraak bij de afdeling Anesthesiologie nodig.
    U spreekt de anesthesioloog op de dag van de operatie.
  2. U krijgt een telefonische afspraak met de anesthesioloog of met een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
  3. U krijgt een afspraak op de afdeling Anesthesiologie. Deze afspraak is in het ziekenhuis.

Voorbereiding online

Als u zich online voorbereidt op de verdoving van uw kind, krijgt u tijdens het invullen van de vragenlijst informatie over narcose en nuchter zijn.
Als de anesthesioloog de gegevens van uw kind bekeken heeft, krijgt u een brief met instructies van de afdeling Anesthesiologie. U ontvangt deze brief in MijnOLVG.
In de brief met instructies staat nog een keer welke verdoving uw kind krijgt. Dit is bijna altijd narcose. In de brief staat ook vanaf wanneer uw kind nuchter moet zijn. Dit betekent dat uw kind een tijdje voor de operatie niet mag eten en drinken.
Soms krijgt u ook instructies over het gebruik van medicijnen rond het onderzoek of de operatie.

Voorbereiding met een telefonische afspraak

De anesthesioloog of een medewerker van de afdeling Anesthesiologie belt u. U bespreekt samen de narcose en hoe u uw kind daarop voor moet bereiden.

Medicijnen

Als uw kind veel verschillende medicijnen gebruikt, belt een medewerker van de apotheek van OLVG u. Meestal is dit via een anoniem nummer.
Zorg dat u uw medicijnen of uw actueel medicatieoverzicht klaar heeft liggen.
Een actueel medicatieoverzicht is een lijst waarop alle medicijnen staan die uw kind de afgelopen 3 maanden heeft gebruikt.
U kunt uw actueel medicatieoverzicht gratis opvragen bij uw eigen apotheek.
Op uw actueel medicatieoverzicht moeten ook de medicijnen staan die uw kind niet op recept gebruikt.

Voorbereiding met een afspraak in het ziekenhuis

  • U bespreekt met een medewerker van de afdeling Anesthesiologie de verdoving. Soms krijgt uw kind narcose en ook nog een plaatselijke verdoving. Als dit voor uw kind nodig is, bespreekt de medewerker van de afdeling Anesthesiologie dit met u.
  • U maakt afspraken met de medewerker van de afdeling Anesthesiologie over nuchter zijn en het innemen van medicijnen op de operatiedag.
  • Na uw afspraak met de medewerker van de afdeling Anesthesiologie krijgt u een brief met instructies via MijnOLVG. In deze brief staat alle belangrijke informatie over de operatiedag.
  • De anesthesioloog die uw kind narcose geeft, is vaak een andere dan de medewerker die u over de voorbereiding spreekt.

Datum en tijd van het onderzoek of de operatie

De operatieplanner belt u om te vertellen op welke dag en hoe laat uw kind het onderzoek of de operatie heeft. 

Over een verdoving bij een kind

Meestal krijgt uw kind als verdoving narcose. Als uw kind een operatie krijgt, komt er soms ook een regionale verdoving bij.

Narcose

Narcose is een soort verdoving. Uw kind gaat door de narcose diep slapen. Narcose zorgt dat uw kind niets voelt van een onderzoek of operatie. Uw kind krijgt narcose van een anesthesioloog.
Narcose bij een kind kan met een kapje of via een infuus.

Narcose met een kapje

Een kind tot 6 jaar krijgt eerst een kapje over hun mond en neus. Uw kind ademt de medicijnen in en valt in slaap. Daarna krijgt uw kind een buisje in de arm. Dit buisje heet een infuus.

Fotoboek: Naar de Dagbehandeling: narcose via een kapje

Narcose via een infuus

Een kind ouder dan 6 jaar krijgt een pleister die de huid verdooft. Daarna krijgt uw kind een buisje in de arm. Dit buisje heet een infuus. De medicijnen gaan via het infuus en uw kind valt in slaap.

Fotoboek: Naar de Dagbehandeling: narcose via een infuus

Risico’s van een narcose

  • Er is een kleine kans dat uw kind na de narcose misselijk is of moet overgeven. De anesthesioloog kan uw kind medicijnen tegen de misselijkheid geven.
  • Uw kind kan een zere keel hebben of hees zijn. Deze klachten verdwijnen na 1 of 2 dagen meestal vanzelf.
  • Als uw kind een buisje in de mond krijgt om zuurstof te geven tijdens een onderzoek of de operatie, kan er schade ontstaan aan de tanden. Dit gebeurt bijna nooit.
  • Uw kind kan een allergische reactie op de medicijnen krijgen. Dit komt heel weinig voor.

 

Regionale verdoving bij een operatie

Als uw kind een operatie krijgt, geeft de anesthesioloog soms narcose en ook nog een regionale verdoving. Een regionale verdoving zorgt dat een deel van het lichaam extra goed verdoofd is. Uw kind heeft dan minder of helemaal geen pijn na de operatie.

Caudaal blok

Een caudaal blok is een regionale verdoving bij operaties aan het lichaam onder de navel. Een caudaal blok is geschikt voor kinderen tot ongeveer 6 jaar.
Als uw kind narcose heeft gekregen, spuit de anesthesioloog een verdovend medicijn in. Dit gebeurt onder in de rug, net boven het stuitje.
Een caudaal blok is veilig en zorgt er vaak voor dat uw kind minder pijnstillers nodig heeft die vaak voor misselijkheid, jeuk en een slaperig gevoel zorgen.

Risico’s van een caudaal blok
  • De benen kunnen een beetje zwaar voelen. Dit gaat vanzelf over.
  • Heel soms is plassen wat moeilijker. Uw kind krijgt dan tijdelijk een katheter om de blaas leeg te maken.
  • Soms krijgt de huid waar het medicijn is ingespoten een andere kleur. Dit verdwijnt binnen een paar dagen.
  • Bij minder dan 1 op 100.000 kinderen ontstaat er schade aan een zenuw.

Plexusblokkade

Heel soms krijgt een kind een plexusblokkade tegen de pijn. Een plexusblokkade heet ook wel zenuwblokkade. Uw kind krijgt dan een injectie om 1 of meer zenuwen te verdoven.
U leest hier meer over op de webpagina: Zenuwblokkade voor een operatie.

Nuchter zijn: niet eten en drinken

Voor de veiligheid moet uw kind voor de operatie of het onderzoek nuchter zijn. Nuchter zijn betekent dat uw kind niets mag eten en drinken vanaf een bepaald moment tot aan de operatie of het onderzoek.
Als uw kind niet nuchter is, kan er eten in de keel of longen komen tijdens de operatie. Dit kan gevaarlijk zijn.

Vaak mag uw kind nog wel heldere vloeistoffen drinken tot 1 uur voor de operatie of het onderzoek. Lees de instructies hieronder om te zien wat voor uw kind geldt:

Tot 00.00 in de nacht voor uw onderzoek of operatie

Uw kind mag alles eten.
Uw kind mag alles drinken.

Vanaf 00.00 in de nacht tot 1 uur voor uw onderzoek of operatie

Uw kind mag niets meer eten.

Uw kind mag alleen nog drinken:

  • helder appelsap
  • aanmaaklimonade
  • thee
  • water

Laat uw kind vooral heldere dranken met suiker drinken. Heldere dranken zijn dranken waar u doorheen kunt kijken, bijvoorbeeld aanmaaklimonade of helder appelsap.
Door heldere dranken met suiker te drinken, voelt uw kind zich voor én na het onderzoek of de operatie beter. Ook is de kans kleiner dat uw kind misselijk is na het onderzoek of de operatie.
Laat uw kind voor u thuis weggaat een glas aanmaaklimonade of helder appelsap drinken.

Vanaf 1 uur voor uw onderzoek of operatie

Uw kind mag niets meer eten.
Uw kind mag niets meer drinken.

Als uw kind medicijnen moet innemen, mag dit met een slokje water.

 

Nuchter zijn bij borstvoeding of flesvoeding

Tot 6 uur voor de operatie of het onderzoek, mag uw kind borstvoeding of flesvoeding.
Tot 4 uur voor de operatie of het onderzoek mag uw kind borstvoeding.

De dag van het onderzoek of de operatie

Voor de operatie

  • Bij kinderen jonger dan 16 jaar moet er altijd 1 ouder of verzorger mee naar het ziekenhuis.
  • Neem het paspoort, de ID-kaart of het vreemdelingendocument van uw kind mee naar het ziekenhuis.
  • Neem een pyjama mee naar het ziekenhuis.
  • Uw kind mag geen sieraden of piercings dragen.
  • Uw kind mag geen make-up, bodylotion of huidolie gebruiken. Nagellak, gel of kunstnagels mogen wel.
  • Soms geeft de verpleegkundige uw kind in het ziekenhuis een beetje limonade of appelsap. Dit is zodat uw kind zich beter voelt voor en na de operatie.
  • Zorg dat u als ouder of verzorger zelf in de ochtend heeft gegeten.

In de operatiekamer

  • 1 ouder of verzorger mag mee naar de operatiekamer. U mag blijven tot uw kind slaapt.
  • Is uw kind tanden of kiezen aan het wisselen? Of is er iets anders met het gebit? Vertel dit aan de anesthesioloog. Als u nog vragen, heeft kunt u die op dit moment ook stellen.
  • Het operatieteam controleert alle belangrijke informatie. 
  • De anesthesioloog gaat nu uw kind de verdoving geven.
  • Als uw kind slaapt, gaat u samen met een zorgverlener uit de operatiekamer.

Na de operatie

  • Na de operatie of het onderzoek gaat uw kind even naar de uitslaapkamer om goed wakker te worden. Deze kamer heet Recovery. 1 ouder of verzorger mag dan al bij het kind.
  • Soms krijgt uw kind in de uitslaapkamer nog wat zuurstof.
  • Soms kan de arts die de operatie doet geen pleister plakken. U kunt dan een beetje bloed zien. Dit is niet erg.
  • De verpleegkundige bespreekt met u hoe het met uw kind gaat. U kunt al uw vragen stellen.
  • Als uw kind zich na de verdoving niet lekker voelt in de uitslaapkamer, bespreek dit dan met de verpleegkundige. De verpleegkundige kan bijvoorbeeld helpen met extra medicijnen tegen pijn of misselijkheid.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Veelgestelde vragen over narcose bij een kind

Als u een oproep krijgt voor een vaccinatie van uw kind op een dag dicht bij de operatie, kunt u de vaccinatie beter uitstellen.

Het advies is:

  • DKTP, HIB en Meningokokken-C vaccinaties niet binnen 2 dagen voor de operatie en niet binnen 2 dagen na de operatie.
  • Acellulaire kinkhoest (aK) en hepatitis A niet binnen 2 dagen voor de operatie en niet binnen 2 dagen na de operatie.
  • BMR vaccinatie: niet binnen 14 dagen vóór de operatie.

Als uw kind naar huis mag, bespreekt de verpleegkundige met u wat u thuis kunt doen als uw kind pijn heeft.
Zorg dat u voor de operatie al paracetamol in huis heeft. Dit kunnen tabletten of zetpillen zijn.
Als de arts of anesthesioloog denken dat uw kind andere pijnstillers nodig heeft, krijgt u een recept.

De gezondheid van uw kind moet zo goed mogelijk zijn op de dag van de operatie. Als uw kind koorts heeft of als u denkt dat uw kind ziek is, neem dan contact op met de afdeling van de arts die uw kind gaat opereren.

Na de voorbereiding kunnen er dingen veranderen. Uw kind heeft bijvoorbeeld andere klachten gekregen. Of uw kind is bij een andere arts geweest en heeft medicijnen gekregen. Of uw was op vakantie en uw kind moest naar het ziekenhuis.
Bel altijd voor de operatie of het onderzoek  de polikliniek Anesthesiologie als er iets is veranderd sinds de voorbereiding.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Anesthesiologie, locatie Oost, P4
020  510 81 07 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
polikliniekanesthesiologie-oost@olvg.nl

Polikliniek Anesthesiologie, locatie West, route 5
020  510 81 07 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
polikliniekanesthesiologie-west@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Anesthesiologie van OLVG. Laatst gewijzigd: