Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
MS is een ziekte van het centrale zenuwstelsel. Dit zijn de zenuwen in de hersenen en het ruggenmerg. Deze zenuwen sturen en ontvangen signalen naar en van het hele lichaam.
Om de zenuwen ligt een beschermende laag. Dit is de myelinelaag.
Bij MS beschadigt de myelinelaag door ontstekingen. Later kunnen ook de zenuwen zelf beschadigen.
Door de beschadigingen van de myelinelaag en de zenuwen werken de zenuwen minder goed. De zenuwen kunnen dan geen signalen sturen of ontvangen.
U kunt bijvoorbeeld minder goed signalen naar uw armen of benen sturen. Hierdoor werken uw spieren of zenuwen minder goed.
Het is ook mogelijk dat u met 1 oog minder goed kan zien en pijn heeft bij het bewegen van een oog. De zenuw naar het oog is dan beschadigd.
MS is een chronische ziekte. Dit betekent dat u niet kunt genezen van MS. U kunt wel behandelingen krijgen om minder klachten te hebben.
De klachten bij MS verschillen per persoon. Welke klachten u krijgt, hangt af van welke zenuwen beschadigen.
Klachten kunnen zijn:
• Moeite met zien, meestal met 1 oog
• U ziet dubbel
• U heeft moeite met praten
• U heeft moeite met slikken
• Minder kracht in uw spieren
• Krampen in uw spieren
• Minder gevoel of tintelingen in uw lichaam
• U bent erg moe
• U kunt uw plas moeilijk ophouden
• U kunt uw armen en benen moeilijk controleren
• Pijn in het gezicht
• Pijn in de armen of benen
• Seksuele problemen, omdat u minder goed voelt
• Psychische klachten, zoals somber zijn
• Maatschappelijke problemen, bijvoorbeeld doordat u minder kunt werken
De precieze oorzaak van MS is onbekend. MS is niet erfelijk, maar erfelijke factoren spelen wel een rol. Als 1 van uw ouders MS heeft, dan heeft u een iets grotere kans om MS te krijgen dan mensen zonder MS in de familie.
Waarschijnlijk bepalen meerdere dingen of iemand MS krijgt. Een virusinfectie kan een rol spelen. Ook eetgewoonten kunnen een rol spelen of een tekort aan vitamine D.
Roken zorgt ook voor een hogere kans op het krijgen van MS. Als u MS heeft en rookt, heeft u ook meer kans op klachten.
Veel klachten van MS lijken op klachten van andere ziektes. Er is geen test om te bewijzen dat u MS heeft. Uw arts onderzoekt daarom of een andere ziekte de oorzaak kan zijn van uw klachten. Als u geen andere ziekte heeft, komen uw klachten waarschijnlijk door MS.
Uw arts bespreekt met u uw klachten en onderzoekt u. U krijgt 1 of meer van deze onderzoeken:
Een MRI-scan is een onderzoek van de binnenkant van het lichaam. Een MRI brengt organen en weefsels laag voor laag in beeld. Dit onderzoek gebeurt met een krachtige magneet, radiogolven en een computer. Een MRI veroorzaakt geen schade aan uw lichaam of omgeving. Soms krijgt u voor de MRI-scan contrastmiddel. Met contrastmiddel zijn beschadigingen en bloedvaten nog beter te zien. U krijgt contrastmiddel via een infuus of als drankje. U plast dit contrastmiddel vanzelf weer uit. Op de beelden van de MRI-scan ziet uw arts of u ontstekingen heeft aan uw zenuwen.
Om uw hersenen en ruggenmerg zit vocht. Dit heet hersenvocht. Uw arts prikt met een naald tussen uw wervels. Via de naald neemt uw arts een beetje hersenvocht af. Een laborant onderzoekt of er eiwitten in het hersenvocht zitten die bewijzen dat er ontstekingen in het centrale zenuwstelsel zit.
Een laborant onderzoekt uw bloed om te zien of een andere ziekte de oorzaak kan zijn van uw klachten.
Deze vorm komt het meest voor. U krijgt dan MS-aanvallen. Een MS-aanval betekent dat u nieuwe klachten van MS krijgt die u langer dan 24 uur houdt.
Het lichaam kan de schade aan de myelinelaag en de zenuwen in het begin van de ziekte herstellen. Hierdoor gaan de klachten meestal vanzelf over. Dit kan soms wel dagen tot maanden duren.
Het ontstaan en weer weggaan van klachten heet relapsing remitting MS.
Er zijn verschillende medicijnen om minder aanvallen te krijgen.
De meeste mensen met MS hebben eerst relapsing remitting MS. Later gaat de ziekte vaak over in een andere vorm, de secundair progressieve MS. U heeft dan bijna geen aanvallen meer. Wel worden uw klachten langzaam erger. Het is niet duidelijk hoe snel uw klachten erger worden.
Er zijn minder medicijnen voor secundair progressieve MS. De arts bespreekt dit met u.
Bij sommige mensen begint MS met klachten die blijven. Dit heet primair progressieve MS.
Het lichaam kan dan vanaf het begin van de ziekte de schade aan de myelinelaag en zenuwen niet herstellen.
De klachten die u krijgt gaan bij deze vorm van MS niet meer weg.
Meestal krijgt u steeds meer klachten. U heeft geen aanvallen.
Er is geen behandeling om MS te genezen. Er zijn wel medicijnen om uw klachten te verminderen en om minder aanvallen te krijgen.
Om uw activiteiten in het dagelijks leven zo veel mogelijk te blijven doen, kunt u therapie krijgen. U bespreekt met uw arts of dit voor u nodig is. De zorgverleners die u helpen zijn een revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopediste, maatschappelijk werker en psycholoog.
Als u veel last heeft van een MS-aanval in uw dagelijks leven, bespreekt u dit met uw arts of physician assistant. U kunt het medicijn methylprednisolon krijgen. Dit medicijn krijgt u 3 dagen achter elkaar in het ziekenhuis via een infuus. Als u het medicijn al vaker heeft gehad en geen bijwerkingen heeft, kunt u ook pillen krijgen voor thuis. De medicijnen zorgen dat uw MS-aanval minder lang duurt.
U kunt ook medicijnen krijgen tegen pijn of krampen. Bespreek dit met uw arts of physician assistant.
Als u MS heeft, krijgt u soms extra zorg via MijnOLVG. Bij het zorgplan MS krijgt u verschillende taken over uw aandoening:
Bij elke taak krijgt u een e-mail. Als u de app van MijnOLVG gebruikt, kunt u ook pushmeldingen krijgen. U kunt ook een herinnering krijgen voor uw taken. Voor uw behandeling is het belangrijk dat u goed oplet of u nog taken heeft. U krijgt taken die goed bij uw behandeling passen.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)
Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)
Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)