Maaghevel : sonde bij gastroparese of ileus

• Voedsel gaat van de maag naar de darmen. De maag mengt het voedsel met maagsappen. Zo is het voedsel zacht en makkelijk te vervoeren. De darmen verteren het voedsel en maken ontlasting. De maagspieren en darmen vervoeren het voedsel door het lichaam. 
• Bij gastroparese werken de maagspieren slecht. Hierdoor gaat het voedsel niet naar de darmen. De maagsappen en het voedsel blijven dan in de maag. 
• Bij een ileus zijn de darmen afgesloten. Hierdoor kan voedsel niet meer verteerd worden en kan ontlasting het lichaam niet verlaten. De maag blijft dan vol met maagsappen en voedsel. 

Bij gastroparese of een ileus kunt u 1 of meer van de volgende klachten ervaren:

• hikken
• boeren
• bolle buik
• overgeven
• waterdunne diarree
• geen ontlasting hebben

Als u last heeft van gastroparese of een ileus, krijgt u soms een maaghevel. Dit is een slangetje dat via de neus en de keel naar de maag loopt. Een maaghevel heet ook een sonde. Aan het uiteinde van het slangetje zit een zakje  . De maagsappen stromen dit zakje in. 
Een maaghevel geeft uw maag en darmen rust. Door de maagsappen af te voeren wordt u minder misselijk en hoeft u minder over te geven. 

Slokjesdieet

• Bij een maaghevel volgt u een slokjesdieet. U neemt dan 1 slokje water per uur om uw mond en keel vochtig te houden.
• Tijdens het slokjesdieet mag u niet eten en drinken. Door te eten en drinken vult uw maag. Hierdoor kunt u gaan overgeven. Ook is het niet goed meetbaar of uw maagspieren weer werken als u drinkt. 
• U krijgt een infuus met vocht zodat u niet uitdroogt. 
• Als u de maaghevel langer dan 2 tot 3 dagen heeft, bespreekt u uw voeding met de arts.

Adviezen

• Als u misselijk bent, geef dit aan bij de verpleegkundige. U krijgt dan een medicijn tegen misselijkheid. Soms haalt de verpleegkundige via de maaghevel extra maagsap uit uw maag. 
• De maaghevel zit vast aan uw neus met een pleister. Controleer elke dag of de pleister nog goed vastzit. Ook kan de pleister te strak op uw neus zitten. U kunt dan een drukplek krijgen. Als u een te strakke of te losse pleister heeft, geef dit aan bij de verpleegkundige. 
• Als u een droge mond heeft, geef dit aan bij de verpleegkundige. De arts bekijkt dan of u uitgedroogd bent.
• Poets minstens 2 keer per dag uw tanden. Hierdoor krijgt u geen mondzweren of stinkende adem.

• Door niet te eten en drinken, gaan de maagspieren en darmen vanzelf weer werken. De verpleegkundige controleert de hoeveelheid maagsap dat in de zak is gestroomd en vraagt of u nog klachten heeft. 
• Als er minder dan 300 ml maagsap in 24 uur is weggestroomd, haalt de verpleegkundige het zakje weg. De verpleegkunidge sluit de sonde met een dopje. U mag  dan weer drinken.
• Na 4 uur bekijkt de verpleegkundige hoeveel maagsap er in uw maag zit met een spuit. Als er minder dan 250 milliliter maagsap in de maag zit, dan mag u blijven drinken. Als er meer dan 250 milliliter maagsap in de maag zit, dan werken de maagspieren nog niet goed en mag u niet meer drinken. U krijgt dan weer een zakje aan de maaghevel.
• Na 4 uur kijkt de verpleegkundige weer. Als u weer minder dan 250 milliliter maagsap in uw maag heeft, dan mag de maaghevel worden verwijderd.
• Als u tijdens het drinken weer klachten krijgt, dan werken uw maag en darmen nog niet goed. U mag dan niet meer drinken. Ook krijgt u weer een zakje aan de maaghevel.