home

Klinisch geïsoleerd syndroom of CIS : ontsteking van het centrale zenuwstelsel

Bij een klinisch geïsoleerd syndroom heeft u langer dan 24 uur problemen met 1 of meerdere delen van uw lichaam. Dit merkt u bijvoorbeeld door verlies van kracht of gevoel. Of doordat u opeens slecht ziet met 1 oog.

Over klinisch geïsoleerd syndroom of CIS

Als delen van uw lichaam langer dan 24 uur niet goed functioneren en als er ontstekingen te zien zijn op de MRI scan, kan dit een klinisch geïsoleerd syndroom zijn. In het Engels heet dit Clinically Isolated Syndrome. De afkorting hiervan is CIS.
CIS ontstaat door een ontsteking van het centrale zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.

Klachten

Bij CIS kunt u de volgende klachten hebben:

  • plotseling moeite met zien, meestal met 1 oog
  • dubbelzien
  • minder of geen gevoel in 1 of meer armen of benen
  • tintelingen in 1 of meer armen of benen
  • moeite met lopen
  • problemen met het sturen van de armen of benen
  • moeite met het houden van evenwicht
  • verlies van kracht in 1 of meer armen of benen

De klachten bij CIS lijken erg op de klachten van Multiple Sclerose, ook wel MS genoemd). Bij CIS heeft u 1 keer een ontsteking met klachten. Bij MS heeft u vaker een ontsteking met klachten.
Of het CIS of MS is, hangt ook af van de plaats van de afwijkingen en of er ontstekingsactiviteit op de MRI-scan te zien is.
U kunt meer over MS lezen op de webpagina: multiple sclerose.

Oorzaak van de klachten

In de hersenen en het ruggenmerg zitten zenuwen. Om de zenuwen zit een laagje ter bescherming. Door een ontsteking kan dit laagje beschadigen of verdwijnen. Als dit gebeurt kunnen de zenuwen signalen van de hersenen moeilijker doorgeven aan uw lichaam. Hierdoor kunt u ineens problemen hebben. Vaak herstelt het centrale zenuwstelsel zichzelf, waardoor de klachten verdwijnen.

De oorzaak van CIS is niet bekend. Virusinfecties, de ziekte van Pfeiffer, eetgewoontes, roken en te weinig zonlicht kunnen zorgen voor een grotere kans op CIS verhogen. Welke en hoeveel invloed deze zaken hebben is niet bekend.

Onderzoek

  • Als u klachten heeft die bij CIS of MS passen, krijgt u op de afdeling Neurologie een neurologisch onderzoek.
  • Vaak krijgt u ook een MRI-scan van de hersenen en het ruggenmerg.
    Een MRI-scan is een onderzoek van de binnenkant van het lichaam. Een MRI brengt organen en weefsels laag voor laag in beeld. Dit onderzoek gebeurt met een krachtige magneet, radiogolven en een computer. Een MRI veroorzaakt geen schade aan uw lichaam of omgeving.
    Soms is extra onderzoek nodig, zoals een ruggenprik of bloedonderzoek.

Kans op MS

  • Als op de MRI-scan geen CIS-afwijking te zien is die bij MS past, is de kans dat u in de komende 5 jaar MS krijgt 20 procent.
  • Als op de MRI-scan wel een CIS-afwijking te zien is die bij MS past, is de kans dat u in de komende 5 jaar MS krijgt 80 procent.

Behandeling van CIS

Als u CIS heeft, kunt u medicijnen krijgen die bij MS worden voorgeschreven. Door deze medicijnen kunt u een kleinere kans hebben dat u MS krijgt.
Soms krijgt u het advies om niet meteen te starten met MS-medicijnen. U krijgt dan regelmatig een MRI. De neuroloog kijkt steeds naar de uitslag en bespreekt met u wat de beste behandeling is.

Aandoeningen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neurologie van OLVG. Laatst gewijzigd: