home

Gebroken sleutelbeen : claviculafractuur

Het sleutelbeen is het bot tussen uw schouder en uw borstbeen. Een gebroken sleutelbeen heet ook een claviculafractuur. Afhankelijk van het type sleutelbeenbreuk kunt u een sling of een operatie krijgen. Samen met de arts kiest u welke behandeling het beste is.

Over het gebroken sleutelbeen

Het sleutelbeen is het bot tussen uw schouder en uw borstbeen.

Als uw sleutelbeen breekt, krijgt u vaak een bobbel op de plek van de breuk. Er zijn 3 verschillende breuken van het sleutelbeen:

  1. Een laterale breuk. Dit is een breuk aan het einde van het sleutelbeen, dicht bij uw schouder.
  2. Een midschachtbreuk. Dit is een breuk in het midden van het sleutelbeen.
  3. Een mediale breuk. Dit is een breuk aan het begin van het sleutelbeen, dicht bij uw borstbeen.

Zo gaat de behandeling op de Spoedeisende Hulp

Als uw sleutelbeen gebroken is, krijgt u op de Spoedeisende Hulp een sling. Een sling is een draagband voor uw arm. Als u een sling draagt, krijgt uw sleutelbeen rust. Zorg dat u de sling op de goede hoogte draagt. Uw elleboog maakt dan een hoek van ongeveer 90 graden. Uw hand hangt in deze stand iets hoger dan uw elleboog.  

Het is belangrijk dat u uw hand, pols en elleboog blijft bewegen. Uw arm wordt dan niet stijf. U kunt bijvoorbeeld een vuist maken en uw vingers en elleboog strekken. Zo blijft het bloed door uw arm goed stromen. Uw arm wordt dan minder dik en stijf. Voor het slapen kunt u de sling afdoen.

Bekijk het filmpje om te zien hoe u de sling omdoet. De arts vertelt u welke sling u heeft.

Als u een dubbel-loop-sling nodig heeft, bekijk het filmpje hieronder:

Als u een singel-loop-sling nodig heeft, bekijk dan het filmpje hieronder:

Na de Spoedeisende Hulp

De arts belt u op de eerste werkdag nadat u op de Spoedeisende Hulp bent geweest. Samen met de arts kiest u dan een behandeling. U kunt kiezen tussen een operatie of een behandeling met een sling en kinesiotape.

Behandeling met sling

Bij een behandeling zonder operatie, draagt u 1 week een sling.
Soms krijgt u ook kinesiotape. Dit is een speciale tape om uw schouder te ondersteunen. U draagt kinesiotape voor maximaal 3 weken. Meer informatie over kinesiotape leest u op de webpagina: Kinesiotape.  

Na 1 week belt de arts u om te kijken hoe het gaat. Samen met de arts maakt u een behandelplan.

Na de afspraak gaat u de sling minder dragen. De arts geeft u advies hierover. Als u de sling minder draagt, kunt u beginnen met het bewegen van uw schouder. Zo wordt uw schouder minder stijf. Oefenen met uw schouder kan een beetje pijn doen, maar mag niet te veel pijn doen.
Elke week kunt u beginnen met nieuwe oefeningen voor uw schouder. In de Virtual Fracture Care app ziet u oefeningen die u kunt doen.

In de eerste 6 weken mag u niet zwaar tillen, veel kracht zetten, of sporten als u uw schouder gebruikt.
Na 6 weken kunt u uw arm meestal weer gebruiken voor dagelijkse activiteiten. Probeer in totaal 3 maanden rustig aan te doen met uw schouder.
Meestal kunt u na 6 tot 8 weken uw arm weer volledig bewegen.

8 weken nadat u uw sleutelbeen heeft gebroken, komt u naar het ziekenhuis om een röntgenfoto te laten maken. De arts belt u daarna met de uitslag.
Soms is de breuk na 8 weken nog niet goed genezen. Uw behandeling duurt dan langer. De arts bespreekt de behandeling met u.
Als het nodig is, krijgt u een verwijzing voor fysiotherapie.

Voordelen en nadelen van een behandeling met sling

Voordelen

  • Uw arm beweegt even goed als na een operatie.
  • U heeft niet de risico’s van een operatie, zoals een bloeding of een ontsteking.  

Nadelen

  • Op de plek van de breuk kan een harde bobbel ontstaan. Deze bobbel ontstaat door extra bot. Extra bot ontstaat als de stukken sleutelbeen niet goed tegen elkaar aan liggen. De botten groeien dan niet goed aan elkaar vast. Soms is dan alsnog een operatie nodig.
  • Als u een breuk in het midden van uw sleutelbeen heeft, duurt het herstel met een sling langer dan met een operatie. U moet dan langer wachten voordat u uw arm weer helemaal kunt gebruiken.

Behandeling met een operatie

Bij een operatie zet de arts de stukken sleutelbeen weer aan elkaar vast. Dit gebeurt binnen 2 weken na de breuk. De arts gebruikt hier een metalen plaatje en schroeven voor.

  • Tot de operatie krijgt u een sling van de Spoedeisende Hulp of Gipskamer.
  • De operatie is meestal in dagbehandeling.

Voordelen en nadelen van een operatie

Voordelen

  • Bij een operatie zet de arts de stukken sleutelbeen goed tegen elkaar. Hierdoor geneest uw sleutelbeen vaak sneller en beter. U heeft dan minder kans op een harde bobbel op de plek van de breuk.
  • Na de operatie mag u uw arm meteen bewegen.

Nadelen

  • Bij een operatie is er een kleine kans op een nabloeding of een ontsteking.
  • U krijgt een litteken tussen 2 en 15 centimeter. De grootte van het litteken hangt af van de soort breuk en de
  • U kunt last krijgen van een doof gevoel rond de wond. Dit gaat meestal over, maar het kan ook blijven.
  • Als u pijn krijgt op de plek van het litteken, heeft u soms een tweede operatie nodig om het plaatje en de schroeven te verwijderen.
  • Er is een kleine kans dat de stukken sleutelbeen toch niet goed aan elkaar groeien. U kunt hier last van krijgen. Soms heeft u dan een tweede operatie nodig.

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Na de operatie

  • Na de operatie heeft u soms wat minder gevoel in de huid rond de wond. Dit is niet pijnlijk. Soms komt het gevoel in de huid weer terug.
  • U krijgt een litteken op de plek van de breuk.
  • Na de operatie krijgt u 1 week een sling. U mag de arm meteen bewegen, maar dit zal in het begin nog pijnlijk zijn.
  • U mag 6 weken lang niet zwaar tillen of veel kracht zetten.
  • U mag 2 weken na de operatie starten met fysiotherapie.
  • 2 weken na de operatie heeft u een afspraak met de arts. Deze afspraak is telefonisch of in het ziekenhuis.
  • Ongeveer 7 weken na de operatie krijgt u via MijnOLVG een vragenlijst hoe het met uw herstel gaat. Heeft u geen MijnOLVG? Maak dan een account aan.
    De arts bekijkt uw antwoorden. De arts bepaalt dan of u een telefonische afspraak of een afspraak in het ziekenhuis krijgt. Soms krijgt u ook nog een afspraak voor een röntgenfoto. 
    Als u geen Mijn OLVG heeft of de vragenlijst niet invult, krijgt u een telefonische afspraak.

Pijnstilling

Als u pijn heeft, kunt u pijnstilling gebruiken. Gebruik niet meer dan 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Als u te veel pijn heeft, bespreek dan met de arts wat u nog meer kunt doen om minder pijn te krijgen.

Oefeningen

Het is belangrijk om snel te beginnen met oefeningen. Oefen met het bewegen van uw schouder en uw arm. Zo wordt uw arm niet stijf. Oefenen met uw arm kan een beetje pijn doen, maar mag niet te veel pijn doen.
Oefeningen voor uw schouder en uw arm kunt u vinden in de Virtual Fracture Care App.
Soms heeft u ook fysiotherapie nodig. De arts bespreekt dit met u.

Virtual Fracture Care app van OLVG

U kunt voor informatie over het herstel van deze breuk ook de app Virtual Fracture Care gebruiken. U vindt deze app in de App Store (iPhone) of Google Play Store (Android).

Wanneer moet u ons bellen?

Elke operatie heeft risico's. Bel direct de polikliniek Traumachirurgie als u 1 of meer van deze klachten geeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • De wond blijft bloeden. Het is normaal als een wondje een beetje bloedt in de eerste 3 dagen na operatie. 
  • U denkt dat de wond ontstoken is. De wond is dan rood en warm. De plek rond de wond is dik. Er kan ook pus uit de wond komen.
  • U heeft heel erge pijn. De pijn gaat niet weg en pijnstilling werkt niet.
  • U heeft opnieuw pijn op de plek van de operatie na een val of verkeerde beweging.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: