home

Epcoritamab

Deze informatie gaat over het behandelschema van de immunotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit meerdere kuren.
  • Elke 28 dagen (4 weken) start een nieuwe kuur.

Kuur 1

  • Het medicijn epcoritamab wordt op dag 1, 8, 15 en 22 via een injectie toegediend.
  • Behandeltijd van dag 1 is 1 uur.
  • Bij de toediening van epcoritamab op dag 15 bestaat een kleine kans op een reactie. U blijft om die reden dan 2 dagen opgenomen in OLVG.
  • Behandeltijd van dag 8 en 22 is 30 minuten

Kuur 2 en 3

  • Het medicijn epcoritamab wordt op dag 1, 8, 15 en 22 via een injectie toegediend.

Kuur 4 t/m 9

  • Het medicijn epcoritamab wordt op dag 1 en 15 via een injectie toegediend.

Kuur 10 en verder

  • Het medicijn epcoritamab wordt op dag 1 via een injectie toegediend.

Alle kuren

  • Behandeltijd van alle andere dagen is 30 minuten
  • Voor elke volgende kuurcyclus wordt u bij de arts of verpleegkundig specialist verwacht op de polikliniek. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat en worden uw vragen zo goed als mogelijk beantwoord. Tot slot wordt er een behandelplan gemaakt. 
  • Belangrijk is om voorafgaand aan deze poli afspraak bloed te prikken. Dit kan dezelfde 
    dag minimaal een uur voor de poli afspraak of een dag eerder.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

Laat voor uw afspraak uw bloed controleren

  • U moet voor de afspraak op de polikliniek uw bloed laten controleren. Doe dit tussen 1 en 24 uur voor de afspraak. 
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname. U kunt ook op een andere locatie terecht.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.
  • Afhankelijk van de uitslagen beoordeelt de arts of de behandeling door kan gaan.

Behandelschema

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet krijgt toegediend.

Kuur 1 t/m 3

Dag

Epcoritamab,
injectie

1 +
2 t/m 7 -
8 +
9 t/m 14  -
15 +
16 t/m 21 -
22 +
23 t/m 28 -

Kuur 4 t/m 9

Dag

Epcoritamab,
injectie

1 +
2 t/m 14 -
15 +
16 t/m 28 -

Kuur 10 en verder

Dag

Epcoritamab,
injectie

1 +
2 t/m 28 -

Medicatieoverzicht kuur 1 

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

Dexamethason 1x per dag 16 mg Medicatie meenemen naar OLVG
Levocetirizine 1x per dag 5 mg
Paracetamol 1x per dag 1000 mg
2 t/m 4 Dexamethason 1x per dag 16 mg 's Morgens met ontbijt.
8 Dexamethason 1x per dag 16 mg Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.
Levocetirizine 1x per dag 5 mg
Paracetamol 1x per dag 1000 mg
9 t/m 11 Dexamethason 1x per dag 16 mg 's Morgens met ontbijt.
15 Dexamethason 1x per dag 16 mg Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.
Levocetirizine 1x per dag 5 mg
Paracetamol 1x per dag 1000 mg
16 t/m 18 Dexamethason 1x per dag 16 mg 's Morgens met ontbijt.
22 Dexamethason 1x per dag 16 mg Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen.
Levocetirizine 1x per dag 5 mg
Paracetamol 1x per dag 1000 mg
23 t/m 25 Dexamethason 1x per dag 16 mg 's Morgens met ontbijt.

Zo nodig

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 t/m 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid

Ondersteunende medicatie

Dag

Medicijn

Wat is het en hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 t/m 28 Co-trimoxazol Antibioticum: 1x per dag 480 mg 's Morgens met ontbijt.

Medicatieoverzicht alle overige kuren

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 t/m 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door immunotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Ontstekingen

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Klachten van het zenuwstelsel, pijn in spieren of gewrichten, vermoeidheid

Bijwerkingen die soms voorkomen

Bloedarmoede (anemie), diarree, hoofdpijn, huiduitslag, longklachten, misselijkheid en braken, pijnlijke injectieplaats, verminderde eetlust, vermindering bloedplaatjes (trombopenie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie)

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het?

  • In de eerste weken van de behandeling kunt u last krijgen van een uitgebreide ontstekingsreactie in het lichaam, met ernstige ontstekingen als gevolg.
  • Dit wordt ook wel het cytokine release syndroom ('CRS') genoemd.
  • CRS wordt veroorzaakt doordat bepaalde ontstekingsstoffen worden vrijgelaten door ontstekingscellen in het lichaam. Deze ontstekingsstoffen worden ‘cytokines’ genoemd.
  • De klachten kunnen verschillen van milde griepachtige klachten tot ernstige klachten.
  • U kunt last krijgen van: 
    • koorts en koude rillingen
    • een snelle hartslag
    • benauwd zijn
    • duizelig voelen
    • in de war zijn
    • hoofdpijn
    • lage bloeddruk
    • spierpijn
    • misselijkheid

Wat kunt u zelf doen?

  • Drink voldoende vocht (minimaal 2 tot 3 liter) in de 24 uur voor elke toediening en nog eens 2 tot 3 liter in de 24 uur na de toediening.
  • Neem geen medicatie tegen een hoge bloeddruk in de 24 uur voor de toediening.
  • Neem de tabletten in zoals ze zijn voorgeschreven.
  • Meld klachten direct bij uw arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten krijgt u een infuus om extra vocht toe te dienen.
  • Als het nodig is krijgt u extra medicatie.

Wat is het?

  • Door de behandeling kan het gebeuren dat het centraal zenuwstelsel niet goed werkt. Dit omvat de hersenen en het ruggenmerg.
  • Het zenuwstelsel regelt de werking van het hele lichaam. Een netwerk van zenuwen door het hele lichaam verbindt de hersenen en het ruggenmerg met de rest van het lichaam.
  • Op die manier worden signalen van en naar het centrale zenuwstelsel doorgegeven om het lichaam aan te sturen.
  • Als de zenuwfunctie niet goed werkt, kunnen de volgende klachten ontstaan:
    • onvast lopen
    • moeite om bewegingen te coördineren
    • moeite met schrijven
    • geheugenverlies
    • depressie
    • hoofdpijn
    • wazig zien
    • sufheid
    • verwardheid
    • onrust
    • spierspasmen
    • trillen
    • spraakstoornis
    • epileptische aanvallen
  • Deze klachten zijn soms enkele uren na het begin van de behandeling merkbaar. Maar het kan ook enkele weken duren voordat u iets voelt. De verschijnselen zijn meestal tijdelijk en verdwijnen vaak binnen enkele maanden na beëindiging van de behandeling.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.  
  • Meld klachten direct bij uw arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • De verpleegkundige controleert regelmatig door vragen aan u te stellen of u last heeft van één of meerdere klachten.
  • Als het nodig is krijgt u extra medicatie..

Wat is het?

Door de behandeling kunt u pijn krijgen in de spieren, gewrichten of botten. Klachten hierbij kunnen zijn:

  • spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen, etc.)
  • gewrichtspijn
  • te hoge spierspanning (spierspasmen)
  • pijn in de botten (botpijn)

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruiken tegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 keer per dag tot een dagmaximum van 3000 mg)
  • Nemen de klachten in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • Hoofdpijn kan ontstaan door de chemotherapie en door de medicatie om misselijkheid en 
    braken te voorkomen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; een overgevoeligheid voor prikkels als licht en 
    geluid.

Wat kunt u zelf doen?

  • Vermijd een prikkelende omgeving. Zorg voor een rustige ruimte eventueel verduisterd.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Neem 3 keer per dag 1000 mg paracetamol.
  • Houdt de hoofdpijn aan, neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

 

Wat is het? 

  • Huiduitslag is een verandering van de huid, waarbij roodheid, schilfering, vlekken en bultjes kunnen ontstaan. De rode huid zorgt vaak voor jeuk.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik voor het wassen een zeep met een lage PH.
  • Vermijd felle zon. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen.
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid, kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • Door de behandeling kunnen de longen worden aangetast en kan de longfunctie verminderen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn: benauwdheid, droge niet productieve hoest, druk op de borst, benauwdheid, snelle ademhaling, kortademigheid bij inspanning en later ook in rust, koorts (bijvoorbeeld bij een longontsteking).

Wat kunt u zelf doen?

  • Sommige longklachten (zoals longontsteking, longoedeem of longembolie) zijn ernstig, maar geven dezelfde klachten als minder ernstige longklachten.
  • Neem daarom bij klachten altijd direct contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het? 

  • Tijdens het toedienen van de medicijnen kan op de plaats van de injectie een zwelling ontstaan of kan de huid (rood) verkleuren. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Krijgt u deze klachten tijdens het toedienen van de medicijnen, waarschuw dan de verpleegkundige.
  • Als deze klachten thuis op treden dan kan koelen van de injectieplaats helpen.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • De injecties iedere keer op een andere plaats toedienen.

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: