home

Operatie aan de dikke darm of endeldarm : deel van de darm verwijderen

Als u een afwijking aan de dikke darm of endeldarm heeft, is soms een operatie nodig. Bij deze operatie verwijdert de arts het zieke deel van uw darm.

Over de operatie aan de dikke darm of endeldarm

Voedsel gaat via de mond naar de slokdarm, maag en dunne darm en dikke darm. In de dikke darm verandert eten in ontlasting. De ontlasting blijft even in de endeldarm. De anus is ook deel van de endeldarm. Als u poept, gaat de ontlasting via de anus uit uw lichaam.

Bij afwijkingen aan de dikke darm of endeldarm is het soms nodig om een stuk van de darmen te verwijderen. De arts haalt dan via een buikoperatie het zieke deel van uw darm weg.
Na een operatie aan de dikke darm of endeldarm krijgt u soms een stoma. Een stoma is een kunstmatige uitgang van de darm in uw buik. Ontlasting gaat via deze uitgang naar een zakje op uw buik.
Hoelang u een stoma heeft, hangt af van de plaats en grootte van de darm die de arts verwijdert. De arts bespreekt met u wat u kunt verwachten.

Bij een operatie aan de dikke dam of endeldarm doet u mee aan het ERAS-programma voor darmoperaties. ERAS staat voor Enhanced Recovery After Surgery. Het ERAS-programma is een manier om u sneller te laten herstellen na een operatie. U heeft dan minder kans op complicaties. 

Afspraken in het ziekenhuis

  • U bespreekt de diagnose en het behandelplan met de arts en de oncologieverpleegkundige. 
  • De oncologieverpleegkundige geeft u meer informatie over het verblijf in het ziekenhuis en de voorbereidingen. U bespreekt met de verpleegkundige of een darmspoeling voor de operatie nodig is. U kunt tijdens dit gesprek ook aangeven of u extra hulp thuis nodig heeft.
  • De apothekersassistent bespreekt met u welke medicijnen u gebruikt. 
  • Soms heeft u een stoma nodig. U krijgt dan voor de operatie een gesprek met een consulent stomazorg. De consulent stomazorg bespreekt met u wat u kunt verwachten. Ook leert u hoe u de stoma verzorgt. Samen met de consulent stomazorg bespreekt u waar op uw buik u de opening van de stoma wilt. De arts probeert de stoma op die plek te plaatsen tijdens de operatie. 

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Medicijnen

Neem al uw medicijnen die u thuis gebruikt mee naar het ziekenhuis. U kunt dan zelf opletten wanneer u uw medicijnen moet nemen.

Nu al voorbereiden op goed herstel

Mensen die een goede conditie hebben, herstellen sneller en beter van de operatie. Wij adviseren u daarom voor de operatie veel te bewegen, gezond te eten en niet te roken. 
Tips:

  • Probeer elke dag een uur te wandelen, fietsen of zwemmen.
  • Probeer zo veel mogelijk de trap te nemen. 
  • Doe mee met een beweegprogramma op televisie zoals ‘Nederland in beweging’.
  • Eet veel groente en fruit.
  • Probeer zo veel mogelijk vezels te eten en eet zo min mogelijk vet. 
  • Stop 2 weken voor de operatie met het drinken van alcohol. Heeft u moeite met het stoppen? Bespreek dit dan met uw casemanager. 

Let op uw gewicht

Bent u afgevallen zonder dat u dat wilde? Als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar bent afgevallen, krijgt u een afspraak met een diëtist. Samen met de diëtist bekijkt u wat u eet, en wat u kun doen om op gewicht te blijven.

Heeft u een tumor die uw darm afsluit? Dan is het belangrijk dat uw gewicht hetzelfde blijft. Neem direct contact op met uw casemanager als u gewicht verliest. 

Regel hulp voor na de operatie

U blijft kort in het ziekenhuis. Als u thuiskomt, moet u nog herstellen. Het is daarom belangrijk dat u voor de operatie hulp regelt. Bijvoorbeeld iemand die u helpt met boodschappen doen, koken of schoonmaken. Bespreek met uw familie, buren of vrienden wie u kunt helpen. Als u thuiszorg nodig heeft, bespreekt de arts dit met u.

1 dag voor de operatie

  • 1 dag voor de operatie is de tijd van de operatie bekend. U kunt tussen 15.00 en 16.00 uur naar de verpleegafdeling bellen om de tijd en plaats te horen. U meldt zicht dan op de dagbehandeling of op de verpleegafdeling.
  • Tot 00.00 uur in de nacht mag u gewoon eten en drinken.
  • Drink na 00.00 uur alleen heldere dranken zoals water, thee, appelsap en bouillon. Gebruik geen producten met melk of alcohol. U mag niet eten.
  • Soms is het nodig dat uw darmen leeg zijn. U krijgt dan een darmspoeling of een laxeermiddel. De verpleegkundige vertelt u hier meer over. 

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

  • Op de dag van de operatie gaat u naar het ziekenhuis. U meldt zich bij de verpleegafdeling of de dagbehandeling.
  • De verpleegkundige brengt u naar een ruimte bij de operatiekamers. Dit heet de holding. Bij de holding krijgt u een infuus. Hierdoor krijgt uw lichaam vocht tijdens de operatie. Soms krijgt u ook antibiotica via het infuus.
  • Als u naar de operatiekamer gaat, bent u nog wakker. In de operatiekamer krijgt u narcose via een infuus. 

De operatie

  • Na de narcose brengt de arts tijdelijk een blaaskatheter aan. De blaaskatheter vangt uw urine op.
  • Tijdens de operatie verwijdert de arts het zieke deel van de darm.
  • De arts stuurt een stukje weefsel naar het laboratorium voor onderzoek. De uitslag is na 7 tot 10 dagen bekend.
  • Soms krijgt u een stoma. De arts probeert de stoma te plaatsen op de plek die u heeft uitgekozen. Dit is niet altijd mogelijk. 
  • De operatie duurt 2 tot 5 uur.
    De chirurg belt uw familie of contactpersoon na de operatie. 

Na de operatie

Na de operatie gaat u een tijdje naar de uitslaapkamer om wakker te worden. De uitslaapkamer heet Recovery. De zorgverleners controleren uw hart, bloeddruk en ademhaling. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als de controles goed zijn, brengt een verpleegkundige u naar de verpleegafdeling.

Op de verpleegafdeling

Eten en drinken

  • Op de verpleegafdeling mag u meteen weer eten en drinken.
  • Probeer minstens een halve liter vocht te drinken als u niet misselijk bent.
  • Probeer vanaf de eerste dag na de operatie zo normaal mogelijk te eten. Dat helpt u  met het herstellen van de operatie. U mag eten en drinken van thuis meenemen. Er is een koelkast op de afdeling om uw eten en drinken in te bewaren.
  • U kunt in de avond een warme maaltijd eten. Als dit nog niet lukt, kunt u een lichte maaltijd proberen zoals een cracker of yoghurt.
  • Probeer verschillende dranken te drinken.
  • U kunt op kauwgom kauwen tijdens uw herstel. Dit is goed voor uw darmen.

Pijn en klachten

  • Vertel het ons als u pijn heeft. De verpleegkundige kan u dan extra pijnstilling geven.
  • Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis komt de verpleegkundige een paar keer per dag vragen hoeveel pijn u heeft. U geeft uw pijn dan een score van 1 tot 10. 1 betekent dat u bijna geen of helemaal pijn heeft. Pijn met een score van 10 is de ergste pijn die u ooit heeft gevoeld. 
  • U krijgt 4 keer per dag paracetamol aangeboden. U krijgt de paracetamol via tabletten of via een injectie.
  • U krijgt een paar keer per dag medicijnen tegen de misselijkheid. 
  • De verpleegkundige weegt u elke ochtend.

Bewegen

  • Bewegen is belangrijk voor uw herstel. Probeer daarom zo veel mogelijk te bewegen. 
  • Ga minimaal 6 uur per dag uit bed om op een stoel te zitten en te lopen. U mag dit verdelen over de dag. 
  • Probeer uw maaltijd aan tafel te eten in plaats van in bed.
  • Probeer minstens 2 keer per dag een wandeling over de afdeling te maken. 
  • Draag overdag uw gewone kleding. Draag daarbij goede schoenen.
  • Loop naar de wc. 

Ontlasting

Na een darmoperatie kan de eerste keer poepen spannend zijn. De eerste ontlasting komt soms pas na een paar dagen na de operatie. Als u veel beweegt werken uw darmen beter. Ook krijgt u medicatie voor een betere werking van uw darmen. Het laten van windjes betekent vaak dat uw darmen weer beginnen te werken.
Bij de eerste ontlasting kan wat bloed zitten. Dit is normaal. Als u twijfelt of als u zich zorgen maakt, laat het uw verpleegkundige weten. 

Naar huis

  • U blijft ongeveer 1 dag in het ziekenhuis. U mag naar huis als alles goed gaat:
    • U kunt normale voeding eten.
    • De stoma werkt goed.
    • U heeft niet te veel pijn.
    • U kunt uw stoma zelf verzorgen of u heeft hulp om uw stoma te verzorgen.
    • U kunt zelf lopen en naar de wc. 
  • Zo nodig krijgt u voor uw vertrek een afspraak met de apotheker. De apotheker vertelt welke medicijnen u heeft en hoe u deze gebruikt.
  • U mag nog niet zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt. 

Adviezen voor thuis

  • Meet de eerste week na uw verblijf in het ziekenhuis elke dag uw temperatuur. 
  • Een darmoperatie is een zware operatie. Het herstel na een darmoperatie gaat in het begin snel. Toch kan het wel 3 tot 6 maanden duren voor u helemaal hersteld bent.
  • Het is prettig als er de eerste 2 weken na de operatie iemand is die u kan helpen. Bijvoorbeeld met boodschappen doen, schoonmaken of koken.
  • U mag na uw operatie wandelen of fietsen. Luister goed naar uw lichaam. Wij raden aan om 6 weken niet te tillen en geen buikspieroefeningen te doen.
  • U mag gewoon seks hebben na uw operatie. Luister goed naar uw lichaam. Ervaart u na de operatie problemen op seksueel gebied? Bespreek dit met uw casemanager, arts of huisarts.
  • Als u een baan heeft, maak dan na de operatie een afspraak met de bedrijfsarts om uw herstel te bespreken. 
  • Soms moet u nog langer herstellen voordat u naar huis kunt. De transferverpleegkundige meldt u dan aan voor een verpleeghuis of revalidatiecentrum.

Zo gaat het verder

  • U heeft ongeveer 2 weken na de operatie een controle-afspraak op de polikliniek. De arts bespreekt de uitslag van het weefselonderzoek met u. 
  • Als u nog in het ziekenhuis bent als de uitslag bekend is, dan krijgt u de uitslag op de verpleegafdeling.
  • Soms is na de operatie nog chemotherapie nodig. Uw arts bespreekt dit met u. De arts verwijst u dan naar de polikliniek Oncologie. Na uw herstel krijgt u een afspraak met een oncoloog. 
  • Bent u geopereerd tegen darmkanker? Dan hoeft u niet meer mee te doen aan het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. U blijft 5 jaar onder controle in het ziekenhuis. Uw casemanager bespreekt na 3 maanden met u welke controles u nog heeft. 

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij een operatie aan de dikke darm of endeldarm bestaat een kleine kans op een ontsteking, lekkage of het LAR-syndroom.
Bel meteen de polikliniek Chirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • Meer dan 38,5 graden koorts.
  • Veel braken.
  • Hevige rugpijn.
  • Bolle, gespannen buik.
  • Ontsteking van de wond. Er komt pus uit de wond en de huid rondom de wond is warm, rood en dik. 

Bij vragen of problemen kunt u tot uw controleafspraak contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. Als u klachten krijgt na uw controleafspraak, komt dit meestal niet door uw operatie. Neem dan contact op met uw huisarts. 

Instructies en adviezen

Zorgpaden

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen. 

Polikliniek Chirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
chirurgie@olvg.nl

Polikliniek Chirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek Chirurgie niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Verpleegafdeling Chirurgie.

Verpleegafdeling Chirurgie B5, locatie Oost
020 599 25 03 (bij spoed dag en nacht bereikbaar)

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Chirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: