home

Cytarabine : remissie inductie 2

Deze informatie gaat over het behandelschema van de chemotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen. Lees de informatie goed door.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit 1 kuur, bestaande uit 28 dagen.
  • De chemotherapie cytarabine wordt op dag 1 tot en met dag 6, verdeeld over 2 toedieningen gegeven.
  • De behandeling wordt over een centrale infuuslijn gegeven.
  • Indien er sprake is van een FLT3 mutatie dan krijgt u ook de tabletten midostaurine 2x per dag op dag 8 t/m 21. De arts zal u hierover informeren.
  • Indien er geen sprake is van deze mutatie hoeft u ook niet gebruik te maken van deze tabletten. De arts zal u hierover informeren. 
  • Het kan zijn dat er in studieverband tabletten worden toegevoegd. Deze informatie zal u dan krijgen van de arts en/of researchverpleegkundige.
  • Voor deze behandeling wordt u op de afdeling A6 in OLVG, locatie West opgenomen.
  • Meestal wordt er 3x per week op maandag, woensdag en vrijdag bloed bij u afgenomen.
  • Afhankelijk van de bloeduitslagen zal de arts beslissen of u een bloedtransfusie nodig heeft.

Behandelschema

Behandelschema met midostaurine (bij FLT3 mutatie)

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet krijgt toegediend.

Dag

Cytarabine 
infuus, 2x per dag

Midostaurine,
tabletten, 2x 50 mg

1 + -
2 + -
3 + -
4 + -
5 + -
6 + -
7 - -
8 - +
9 - +
10 - +
11 - +
12 - +
13 - +
14 - +
15 - +
16 - +
17 - +
18 - +
19 - +
20 - +
21 - +
22 - -
23 - -
24 - -
25 - -
26 - -
27 - -
28 - -

Behandelschema zonder midostaurine (geen FLT3 mutatie)

Dag

Cytarabine 
infuus, 2x per dag

1 +
2 +
3 +
4 +
5 +
6 +
7 -
8 -
9 -
10 -
11 -
12 -
13 -
14 -
15 tot en met 28 -

Middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1, in OLVG  Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen
Ontbijt, lunch, avondeten
2, in OLVG Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen
Ontbijt, lunch, avondeten
3, in OLVG Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
Medicatie 1 uur voor de behandeling innemen
Ontbijt, lunch, avondeten
4, in OLVG Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
's Morgens met ontbijt
Ontbijt, lunch, avondeten
5, in OLVG Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
's Morgens met ontbijt
Ontbijt, lunch, avondeten
6, in OLVG Granisetron
Metoclopramide
1x per dag 2 mg
3x per dag 10 mg
's Morgens met ontbijt
Ontbijt, lunch, avondeten

Zo nodig

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 tot en met 28 Magnesiumhydroxide (kauwtabletten)
Movicolon / macrogol
Lorazepam (infuus)
Zo nodig 2x per dag 724 mg
Zo nodig 2x per dag sachet
Zo nodig 3x per dag (0,5 mg)
Bij obstipatie/verstopping
Bij obstipatie/verstopping
Bij misselijkheid (infuus)
7 tot en met 28 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg Bij misselijkheid

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door chemotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Haaruitval, smaakverandering of smaakvermindering, vermoeidheid, huiduitslag, bloedarmoede (anemie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie), vermindering bloedplaatjes (trombopenie), misselijkheid en braken

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Longklachten, koorts, diarree, droge mond, droge en gevoelige huid, pijnlijke mond en lippen (mucositis), verminderde eetlust, verandering in seksualiteit

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het?

  • Meestal begint het haarverlies geleidelijk, 2 tot 3 weken na de eerste chemokuur.
  • Haaruitval kan samengaan met een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid, te vergelijken met 
    haarpijn (pijn in de wortels).
  • Naast uw hoofdhaar kunnen ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel, lichaams- en 
    schaamhaar uitvallen. Dit is niet altijd het geval. En meestal gebeurt dit later dan het 
    hoofdhaar.
  • Ongeveer een maand na afloop van de behandeling begint uw haar weer te groeien. De 
    snelheid waarmee dit gebeurt, is per persoon verschillend. Meestal is er na enkele 
    maanden weer een goed herstel van de haargroei. 

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.
  • Heeft u vragen over de vergoeding of betaling van een haarwerker? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Wij geven u een pruikmachtiging.

Wat is het? 

  • Uw smaak kan veranderen. Eten wat u eerst lekker vond, smaakt nu niet meer. Eten dat u normaal gesproken niet lekker vond, smaakt u nu misschien juist wel.
  • Na de behandeling herstelt de smaak zich weer.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtiste.

Wat is het? 

  • Huiduitslag is een verandering van de huid, waarbij roodheid, schilfering, vlekken en bultjes kunnen ontstaan. De rode huid zorgt vaak voor jeuk.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik voor het wassen een zeep met een lage PH.
  • Vermijd felle zon. Gebruik bij zonnig weer een zonnebrandcrème met beschermingsfactor 30 of hoger.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen.
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid, kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het?

  • Er bestaat een verhoogd risico op een longinfectie vooral bij patiënten met een verminderd immuunsysteem.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; benauwdheid, koorts, droge niet productieve hoest, pijn op de borst

Wat kunt u zelf doen?

  • Neem volgens voorschrift van uw arts of verpleegkundig specialist preventief cotrimoxazol in.
  • Heeft u ondanks de inname van cotrimoxazol klachten? Neem dan contact op met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten wordt de medicatie aangepast.

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • Een droge mond is het constante gevoel dat er niet genoeg speeksel in uw mond 
    aanwezig is, waardoor eten en spreken moeilijk wordt.

Wat kunt u zelf doen?

  • Drink veel water
  • Kauw op een ijsblokje, verse ananas, suikervrije zuurtjes en kauwgom
  • Gebruik 's nachts een luchtbevochtiger
  • Vermijd mondspoelingen die alcohol bevatten (alcohol droogt de mond uit)
  • Het Biotène-assortiment is speciaal ontwikkeld voor mensen met een droge mond en 
    omvat tandpasta, mondspray, mondspoeling en gel

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de mondhygiëniste

Wat is het?

  • De behandeling kan uw huid droger en/of schilferig maken.
  • Gedurende de behandeling kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Smeer uw gezicht en andere delen van uw lichaam die in de zon komen in met minimaal factor 30 en vermijd zonnebaden.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen. 
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden. 

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de dermatoloog.

Wat is het?

  • U kunt last krijgen van irritatie, beschadiging of ontsteking van het mondslijmvlies 
    (mucositis).

Wat kunt u zelf doen?

  • Spoel 4 tot 6 keer per dag uw mond met zout water. Dit beschermt het slijmvlies.
  • Poets uw tanden 2 keer per dag met een zachte tandenborstel en een medicinale 
    tandpasta zoals Parodontax of Sensodyne F.
  • Probeer wondjes en bloedingen te voorkomen. Wees daarom voorzichtig met floss, 
    ragers of tandenstokers.
  • Houdt de pijnlijke mond aan of lukt het u niet om voldoende te eten of te drinken? Neem 
    dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • Chemotherapie kan invloed hebben op uw seksuele gevoelens. 
  • Door een operatie, bestraling en/of haarverlies kan een veranderd zelfbeeld ontstaan.
  • Het is mogelijk dat u minder zin heeft om te vrijen.
  • De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. 
  • Vrouwen kunnen last krijgen van vaginale droogte.
  • Mannen kunnen last hebben van erectiestoornissen en/of ejaculatieproblemen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het bespreekbaar maken van seksuele problemen is belangrijk.
  • Door erover te praten met uw partner leert u elkaar beter te begrijpen. 
  • Ook met uw zorgverleners kunt u problemen rond seksualiteit bespreken.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als u problemen ervaart met uw seksualiteit dan kunnen we u verwijzen naar een seksuoloog. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: