home

Capecitabine - Bevacizumab

Deze informatie gaat over het behandelschema van de chemotherapie en immunotherapie, en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit minimaal 6 kuren. 
  • Elke 3 weken start u met een nieuwe kuur. 
  • Start op dag 1 van de kuur alvast thuis met het innemen van de capecitabine:
    • Neem de eerste 2 weken 2 keer per dag de voorgeschreven dosering met 12 uur ertussen. Bijvoorbeeld 8.00 uur ’s morgens en 20.00 uur ’s avonds.
    • Neem de tabletten altijd binnen 30 minuten nadat u iets gegeten heeft.
    • Slik de tabletten door met water zonder te kauwen.
  • Het medicijn bevacizumab wordt op dag 1 via een infuus toegediend. Dat duurt ongeveer 1 uur. U blijft dan in OLVG.
  • Voor de toediening op dag 1 van elke volgende kuur, komt u op controle bij uw arts of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat, en hoe de behandeling is gegaan.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

Laat voor uw afspraak uw bloed controleren

  • U moet voor de afspraak op de polikliniek uw bloed laten controleren. Doe dit tussen 1 en 24 uur voor de afspraak. 
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname. U kunt ook op een andere locatie terecht.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.
  • Afhankelijk van de uitslagen beoordeelt de arts of de behandeling door kan gaan.

Behandelschema

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet krijgt toegediend.

Dag

Capecitabine, tabletten

Bevacizumab, infuus

1 + +
2 + -
3 + -
4 + -
5 + -
6 + -
7 + -
8 + -
9 + -
10 + -
11 + -
12 + -
13 + -
14 + -
15 - -
16 - -
17 - -
18 - -
19 - -
20 - -
21 - -

Middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Dag 1 tot en met 21 Metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door chemotherapie en immunotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Diarree, hand-voet syndroom, pijnlijke mond en lippen (mucositis), vermoeidheid

Bijwerkingen die soms voorkomen

Beschadiging van zenuwen, bloedarmoede (anemie), droge en gevoelige huid, irritatie van de ogen, misselijkheid en braken, pijn op de borst, smaakverandering of smaakvermindering, verandering in seksualiteit, verhoogde bloeddruk, verminderde eetlust, vermindering bloedplaatjes (trombopenie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie)

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het?

  • Capecitabine wordt in het lichaam omgezet in fluorouracil (5-FU).
  • Als het lichaam de 5-FU te weinig afbreekt kunnen er ernstige bijwerkingen optreden
  • Klachten kunnen zijn; waterdunne diarree, pijnlijke mond en lippen, hand-voetsyndroom, 
    pijn op de borst.

Wat kunt u zelf doen?

  • Stop de inname van de capecitabine onmiddellijk.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met 
    OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te 
    passen.

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • De chemotherapie kan een pijnlijke roodheid en zwelling veroorzaken aan uw 
    handpalmen en voetzolen.
  • Dit kan samen gaan met een droge en schilferige huid en soms blaarvorming.

Wat kunt u zelf doen?

  • Gebruik een zalf die de huid vet houdt.
  • Vermijd zware druk op handpalmen en voetzolen.
  • Vermijd blootstelling aan heel heet water. Neem korte, lauwwarme douches.
  • Gebruik huishoudhandschoenen bij het afwassen.
  • Zorg voor goed passende schoenen.
  • Draag katoenen sokken en schokdempende inlegzolen.
  • Bescherm handen en voeten tegen de zon.
  • Voorkom huidbeschadigingen aan handen en voeten.
  • Heeft u klachten? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, 
    kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te 
    passen. 

Wat is het?

  • U kunt last krijgen van irritatie, beschadiging of ontsteking van het mondslijmvlies 
    (mucositis).

Wat kunt u zelf doen?

  • Spoel 4 tot 6 keer per dag uw mond met zout water. Dit beschermt het slijmvlies.
  • Poets uw tanden 2 keer per dag met een zachte tandenborstel en een medicinale 
    tandpasta zoals Parodontax of Sensodyne F.
  • Probeer wondjes en bloedingen te voorkomen. Wees daarom voorzichtig met floss, 
    ragers of tandenstokers.
  • Houdt de pijnlijke mond aan of lukt het u niet om voldoende te eten of te drinken? Neem 
    dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is het? 

  • De uiteinden van de zenuwen van handen en voeten kunnen beschadigd worden. Dit heet neuropathie. Klachten kunnen zijn een doof/slapend, tintelend of branderig gevoel in vingertoppen, vingers en tenen. 
  • U kunt ook moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen als het dichtknopen van kleding. 
  • Soms treden deze klachten tijdelijk op en verdwijnen dan weer binnen enkele dagen. 
  • In het eerste anderhalf jaar na de behandeling kunnen de klachten verminderen en verdwijnen dan meestal volledig. Zijn er daarna nog neuropathieklachten, dan zullen deze blijvend zijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. 
  • Heeft u klachten? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te passen. 

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het?

  • De behandeling kan uw huid droger en/of schilferig maken.
  • Gedurende de behandeling kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Smeer uw gezicht en andere delen van uw lichaam die in de zon komen in met minimaal factor 30 en vermijd zonnebaden.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen. 
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden. 

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de dermatoloog.

Wat is het? 

  • Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het hoornvlies of doordat de traanklieren onvoldoende traanvocht produceren. Hierdoor worden de ogen droog.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; irritatie, roodheid, pijn en tranen van de ogen.
  • Ook kunt u last krijgen van wazig zien. Dit gaat vanzelf over. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Vermijd het gebruik van lenzen als uw ogen te gevoelig zijn. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij aanhoudende klachten kan uw arts of verpleegkundig specialist oogdruppels voorschrijven.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het?

  • Het is vaak moeilijk om te omschrijven wat uw voelt: een pijnlijk, onprettig gevoel in het 
    midden van uw borst, vooral als dit tijdens inspanning optreedt.
  • Soms zijn er ook klachten van uitstraling naar de linkerarm, pijnlijke kaken of pijn tussen 
    de schouderbladen.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen
  • Bij deze klachten is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek

Wat is het? 

  • Uw smaak kan veranderen. Eten wat u eerst lekker vond, smaakt nu niet meer. Eten dat u normaal gesproken niet lekker vond, smaakt u nu misschien juist wel.
  • Na de behandeling herstelt de smaak zich weer.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtiste.

Wat is het? 

  • Chemotherapie kan invloed hebben op uw seksuele gevoelens. 
  • Door een operatie, bestraling en/of haarverlies kan een veranderd zelfbeeld ontstaan.
  • Het is mogelijk dat u minder zin heeft om te vrijen.
  • De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. 
  • Vrouwen kunnen last krijgen van vaginale droogte.
  • Mannen kunnen last hebben van erectiestoornissen en/of ejaculatieproblemen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het bespreekbaar maken van seksuele problemen is belangrijk.
  • Door erover te praten met uw partner leert u elkaar beter te begrijpen. 
  • Ook met uw zorgverleners kunt u problemen rond seksualiteit bespreken.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als u problemen ervaart met uw seksualiteit dan kunnen we u verwijzen naar een seksuoloog. 

Wat is het?

  • U kunt een verhoogde bloeddruk krijgen.
  • Klachten kunnen zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Voor iedere toediening controleren we uw bloeddruk.
  • Bij een verhoogde bloeddruk volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Behandelingen

Lees de behandelwijzer chemotherapie en immunotherapie goed door.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: