Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Uw arts kan een blaaskatheter adviseren als u de urine niet of onvoldoende uit kunt plassen. Als u helemaal niet meer kunt plassen, heet dat retentie.
Een andere reden voor een blaaskatheter is incontinentie. U verliest dan ongewild urine.
Er zijn 2 soorten blaaskatheters: via de plasbuis of via een gaatje in de buik.
Het plaatsen van een blaaskatheter via de plasbuis is een eenvoudige ingreep. Een arts of verpleegkundige plaatst de katheter in de blaas, meestal als er te veel urine achter blijft in de blaas. Daarna kijken we waarom het plassen vanzelf niet goed gaat. Vaak krijgt u dan medicijnen voor dit probleem.
blaaskatheter via de plasbuis bij een man
blaaskatheter via de plasbuis bij een vrouw
Een katheter via de buik wordt ook een suprapubische katheter of sp-katheter genoemd.
Een katheter via de buik is wat makkelijker te verzorgen dan een katheter via de plasbuis. Ook kunt u gewoon vrijen. U kunt de katheter op de buik vastplakken.
Het risico op complicaties is bij het voor de eerste keer inbrengen van een katheter via de buik groter dan bij een katheter via de plasbuis. Er bestaat een risico op bloedingen in de blaas en het aanprikken van de darmen. U kunt hier meer over lezen op de webpagina: Blaaskatheter plaatsen via de buik.
Het plaatsen van een buikkatheter is een kleine operatie. Een arts voert deze ingreep uit.
blaaskatheter via de buik bij een man
blaaskatheter via de buik bij een vrouw
Aan het einde van de katheter zit een ballonnetje. Dit ballonnetje zit in de blaas. Het ballonnetje is gevuld met een beetje water. Daardoor houdt het de katheter op zijn plaats.
De blaaskatheter heeft een kraantje. Hiermee kunt u de katheter open of dicht doen.
De katheter voert de urine uit de blaas naar een opvangzak.
De opvangzak moet altijd lager hangen dan de blaas. Zo kan de urine goed in de opvangzak stromen. Het slangetje naar de katheterzak mag niet strak staan.
Er zijn 2 soorten opvangzakken:
De dagzak heeft een inhoud van een halve liter. U moet de opvangzak om de 2 uur legen. Anders wordt de zak te zwaar en zakt deze naar beneden. De dagzak zit met bandjes aan uw been vast. Deze bandjes kunt u in de wasmachine wassen op 40 graden.
De nachtzak heeft een inhoud van 1,5 liter. De nachtzak heeft een langere slang waardoor u in bed makkelijker kunt bewegen.
U sluit de nachtzak aan op het kraantje van de dagzak en zet het kraantje van de dagzak open. Hang de nachtzak aan uw bed of aan een stoel naast het bed. U krijgt hiervoor een bedhanger. De verpleegkundige legt dit uit.
Het is mogelijk om de blaas overdag zelf leeg te maken met het katheterkraantje. U heeft dan geen opvangzak nodig.
Met een katheter heeft u meer risico op een blaasontsteking. Het is daarom belangrijk dat u op een goede hygiëne let.
Nadat in OLVG de blaaskatheter is geplaatst, krijgt u voor 1 week materialen voor de katheter mee naar huis. U krijgt ook een instructie mee. Hierop staat hoe u zelf nieuwe materialen kunt bestellen.
Meestal betaalt uw zorgverzekeraar de kosten voor een blaaskatheter.
Vraag voor de zekerheid bij uw zorgverzekeraar naar de vergoeding.
Met een blaaskatheter kunt u de meeste dingen blijven doen. Bewegen, fietsen, sporten en zwemmen blijven mogelijk.
Vrijen kan lastig zijn met een katheter via de plasbuis. Vraag gerust advies aan uw arts of verpleegkundige.
Uw zorgverlener kan u tips geven zodat u zo min mogelijk last heeft van de katheter.
Het is belangrijk om genoeg te drinken. Drink 1,5 liter vocht naast de gebruikelijke koffie en thee.
Extra drinken zorgt ervoor dat uw lichaam ruim voldoende urine maakt. Hierdoor worden bacteriën uit de blaas gespoeld. Dit maakt de kans op een blaasontsteking kleiner.
Veel drinken zorgt er ook voor een soepele ontlasting.
Bij harde ontlasting moet u persen. Hierdoor kan urine langs de katheter lopen of bloed in de urine komen. Extra drinken kan dit voorkomen.
Een blaaskatheter kan ongeveer 6 tot 12 weken blijven zitten. Daarna moet hij verwisseld worden.
De huisarts of thuiszorg wisselt de blaaskatheter bij u. U maakt hiervoor zelf een afspraak.
Soms moet u voor het verwisselen van de katheter naar het ziekenhuis. Als dat nodig is, krijgt u hiervoor een afspraak.
Hieronder staan problemen die kunnen komen door de blaaskatheter. Bij ieder probleem staat een advies.
Als het advies niet helpt of de klachten blijven aanhouden, bespreek dit dan met uw arts of continentieverpleegkundige.
Bel de afdeling Urologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Urologie, locatie Oost, P3
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl
Polikliniek Urologie, locatie West, route 16
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl
Continentieverpleegkundige
020 599 36 98 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Verpleegafdeling Urologie, locatie Oost, B7
020 599 27 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)