home

Beademing met een beademingsmachine : hulp met ademen op de Intensive Care

Op de Intensive Care liggen vaak patiënten die hulp nodig hebben met ademhalen. Een beademingsmachine kan helpen. Een beademingsmachine helpt de patiënt om zelf adem te halen of neemt de ademhaling helemaal over.

Over beademing

Beademing kan het leven van een patiënt redden. Beademing geeft een patiënt ook tijd om te genezen. Bij beademing regelt een beademingsmachine de ademhaling van de patiënt. De beademingsmachine blaast zuurstof in de longen en verwijdert koolstofdioxide uit de longen.

Redenen voor beademing

Er zijn verschillende redenen voor beademing met een beademingsmachine.

  • De longen van de patiënt zijn ziek. Bijvoorbeeld door een erge longontsteking. Of bij een hartpatiënt met vocht in de longen.
  • De patiënt kan zelf niet goed genoeg ademen. Bijvoorbeeld na een grote operatie of een reanimatie. De longen zelf zijn dan niet ziek.
  • De patiënt is buiten bewustzijn of wordt in slaap gehouden.

De beademingsmachine aansluiten

Beademing van een patiënt met een beademingsmachine kan op 2 manieren:

  1. Via een buisje door de mond
  2. Via een tracheostoma: een opening in de hals. 

1. Beademing via een buisje door de mond  

  • De arts brengt via de mond van de patiënt een buisje in, tot de luchtpijp.
  • De patiënt is via 2 slangen verbonden aan de beademingsmachine.
  • Elke in- en uitademing van de patiënt gaat via de beademingsmachine. De machine helpt zo de patiënt met ademhalen of neemt de ademhaling helemaal over.

2. Beademing via een tracheostoma

Kijk voor meer informatie op de webpagina: Beademing met een tracheostoma.  

Meer uitleg over beademing met een beademingsmachine ziet u in het volgende filmpje:

Activiteiten van de patiënt

Communiceren

  • Stel vragen waarop de patiënt kan reageren door ja te knikken of nee te schudden.
  • Als u praat, kan de patiënt ‘terugschrijven´. Soms lukt dit niet, bijvoorbeeld als de patiënt moeilijker kan bewegen’.
  • Gebruik losse woorden in plaats van hele zinnen. Dit is minder vermoeiend voor de patiënt.
  • Laat de patiënt letters aanwijzen op een letterbord. Zo kan de patiënt woorden vormen. Als u een letterbord wilt gebruiken, vraag dit dan aan de verpleegkundige. U kunt ook zelf woorden opschrijven die de patiënt dan kan aanwijzen.
  • Soms kunt u bij de patiënt liplezen. Dit lukt niet altijd door het buisje.
  • Bespreek met de verpleegkundige wat de beste manier is om met de patiënt te communiceren.

Zodra het buisje uit de mond is, kan de patiënt weer praten.

Afleiding

Het kan prettig zijn voor de patiënt om even ergens anders aan te denken. U kunt de patiënt op de volgende manieren afleiding bieden:

  • Zorg dat de patiënt naar zijn favoriete muziek kan luisteren.
  • Lees de patiënt voor.

Eten en drinken

Door het buisje is slikken moeilijk.
De patiënt krijgt via een dun slangetje direct voeding in de maag. Dat heet sondevoeding.
Drinken is ook moeilijk. De patiënt kan zich verslikken. Drinken kan en mag alleen onder begeleiding van de verpleegkundige.

Het buisje uit de mond verwijderen

Als de patiënt voldoende hersteld is en weer zelf kan ademen, verwijdert de verpleegkundige het buisje uit de mond. De patiënt kan dan weer praten, maar kan een paar dagen hees zijn.

Na de behandeling

Als de ademhaling lang ongeveer 2 weken is overgenomen door de beademingsmachine, zijn de ademhalingsspieren verslapt. De patiënt moet deze ademhalingsspieren opnieuw trainen. De patiënt krijgt hulp van de fysiotherapeut.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? De vertegenwoordiger of contactpersoon van de patiënt kan de Intensive Care altijd bellen.

Intensive Care, locatie Oost
020 599 30 07 (dag en nacht bereikbaar)

Intensive Care, locatie West, route 26
020 510 87 19 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Intensive Care van OLVG. Laatst gewijzigd: